Nieuwe regels voor salderen: dit verandert voor jouw zonnepanelen
Het einde van de salderingsregeling komt steeds dichterbij. Op 17 december stemt de Eerste Kamer over het wetsvoorstel van minister Hermans om de regeling per 2027 volledig af te schaffen. Het plan kreeg eerder forse kritiek: zonnepaneelbezitters vrezen lage vergoedingen en blijvende terugleverkosten. In de Tweede Kamer werden daarom meerdere wijzigingen (amendementen) aangenomen om het voorstel te verbeteren. Welke veranderingen zijn er doorgevoerd en wat betekent dat voor jou?
Minimale terugleververgoeding van 50 procent
Tot 2030 hebben zonnepaneelbezitters recht op een minimale vergoeding van 50 procent van het kale leveringstarief voor de stroom die ze terugleveren aan het net. Het kale tarief is exclusief belastingen, heffingen en toeslagen.
Nu kun je je opgewekte stroom nog volledig salderen, waardoor je ook op die belastingen en heffingen voordeel hebt. Vanaf 2027 geldt de minimale vergoeding, maar energieleveranciers mogen meer bieden. Het loont dus om tarieven te vergelijken.
Geen negatieve terugleververgoeding
Met een nieuw amendement wordt geregeld dat energieleveranciers geen negatieve terugleververgoeding meer mogen rekenen. Dit speelt vooral bij dynamische energiecontracten, waar de stroomprijs elk uur kan veranderen en soms negatief wordt door een overschot aan elektriciteit, bijvoorbeeld op zonnige dagen. Door deze aanpassing hoeven zonnepaneelbezitters nooit meer te betalen om stroom terug te leveren aan het net.
Strengere regels voor terugleverkosten
Vanaf 2027 mogen energieleveranciers geen kosten meer rekenen die specifiek te maken hebben met de salderingsregeling. Minister Hermans gaf echter aan dat een volledig verbod op alle kosten niet haalbaar is, omdat sommige kosten (zoals onbalanskosten) nodig blijven om het elektriciteitsnet in balans te houden.
Dit betekent dat zonnepaneelbezitters na 2027 nog steeds met extra kosten geconfronteerd kunnen worden.
Kosteloos opzeggen van contracten
Vanaf 1 januari 2027 kunnen zonnepaneelbezitters hun langlopende energiecontract kosteloos opzeggen als de voorwaarden veranderen door de afschaffing van de salderingsregeling. Dit geldt voor zowel leverings- als terugleveringscontracten.
Het amendement zorgt ervoor dat consumenten de vrijheid hebben om over te stappen als hun energieleverancier de voorwaarden aanpast na het verdwijnen van de salderingsregeling.
Strenger toezicht door de ACM
Met het nieuwe amendement krijgt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de taak om toe te zien op de beschikbaarheid van een concurrerend aanbod voor terugleververgoedingen. Als blijkt dat de vergoedingen onredelijk laag zijn, kan de ACM ingrijpen en zorgen dat leveranciers marktconforme tarieven bieden.
Evaluatie na drie jaar
Na drie jaar moet de minister een evaluatie presenteren over de effecten van het afschaffen van de salderingsregeling. Het doel: te zien of consumenten hun energieverbruik daadwerkelijk aanpassen.
Alleen kosten voor actieve afnemers
Dit amendement zorgt ervoor dat energieleveranciers kosten die verband houden met het terugleveren van stroom alleen mogen doorberekenen aan actieve afnemers – huishoudens die daadwerkelijk stroom terugleveren aan het net. Mensen zonder zonnepanelen of die geen stroom terugleveren, hoeven deze specifieke kosten niet te betalen.
Kritiek op wetsvoorstel
Het voorstel om de salderingsregeling voor zonnepanelen per 2027 te beëindigen, stuit op forse kritiek in de Eerste Kamer. Tijdens het debat van 10 december 2024 waarschuwde GroenLinks-PvdA dat de terugverdientijd van zonnepanelen volgens onderzoek van CE Delft en TNO kan oplopen tot 17 jaar, vooral voor huishoudens met laag eigen verbruik.
GroenLinks-PvdA en SP benadrukten dat huurders extra hard worden geraakt. Ze waarschuwden voor hogere servicekosten die niet terugverdiend kunnen worden, wat verhuurders kan ontmoedigen om zonnepanelen te plaatsen. ChristenUnie en BBB benadrukten dat lagere inkomensgroepen extra kwetsbaar zijn in de energietransitie, omdat zij vaak minder mogelijkheden hebben om hun stroomverbruik aan te passen.
Minister Sophie Hermans verdedigde het wetsvoorstel door te stellen dat zonnepanelen, ondanks een langere terugverdientijd, rendabel blijven binnen hun levensduur van 25 jaar. Ze benadrukte dat het stoppen van de regeling huishoudens stimuleert om meer opgewekte stroom zelf te gebruiken, wat volgens haar de druk op het overvolle elektriciteitsnet vermindert.