Ik kwam daar net toevallig een mooi artikel over tegen, waarbij het nota bene ging om een gesprek tussen een advocaat en een cliënt: een vertrouwelijk gesprek dus.
De conclusies zijn helder (en in lijn met wat de meeste reageerders al aangaven in het eerdere topic):
- strafrechtelijk gezien is er géén bezwaar tegen het opnemen van gesprekken waaraan je zelf deelneemt;
- er is géén wettelijke verplichting om dat vooraf te melden aan de overige deelnemers;
- die gesprekken zijn bruikbaar als bewijs ineen gerechtelijke procedure;
- zelfs als er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs (wat dus niet aan de orde is), kan de rechter dit vanuit het belang van waarheidsvinding gewoon meenemen in zijn afwegingen;
- eventuele manipulatie vormt geen beletsel, maar zal aangetoond moeten worden.
De bewuste uitspraak is hier te lezen.5.6 Alhoewel klager de bewuste geluidsopnames zonder medeweten en instemming van verweerder heeft gemaakt, is inbreng van de transcripties van die geluidsopnames in de specifieke omstandigheden van deze zaak naar het oordeel van de raad, anders dan verweerder heeft betoogd, niet is strijd met de eisen van een goede procesorde. Strafrechtelijk bezien (ex artikel 139a Wetboek van Strafrecht) is het in beginsel toegestaan om een gesprek op te nemen, mits de opnemende partij zelf deelnemer is aan het gesprek. Daarvan was in het onderhavige geval sprake. Daar komt bij dat in het tuchtrecht, net als in het civiele recht, niet als algemene regel geldt dat de (tucht)rechter op onrechtmatig verkregen bewijs – zo daar al sprake van zou zijn - geen acht mag slaan. In beginsel wegen het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid aan het licht komt, alsmede het belang dat partijen hebben hun stellingen aannemelijk te kunnen maken, welke belangen in een civiele procedure mede ten grondslag liggen aan artikel 152 Wetboek van Rechtsvordering, zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs. Slechts indien sprake is van bijkomende omstandigheden, is terzijdelegging van dat bewijs gerechtvaardigd. Daarvan is de raad, bij gebreke van feiten of omstandigheden die dat onderbouwen, echter niet gebleken.
5.7 Verweerder heeft niet betwist dat hij de opgenomen gesprekken met klager heeft gevoerd, zodat dit vaststaat. Zijn verweer dat die geluidsopnames door klager gemanipuleerd kunnen zijn en de transcripties daardoor onjuistheden dan wel leugens kunnen bevatten, wordt door de raad verworpen. In de periode van maart tot en met mei 2017 is tussen de gemachtigde van klager en verweerder over de geluidsopnames gecorrespondeerd en zijn, op verzoek van verweerder, daarvan aan hem transcripties gestuurd. Verweerder heeft daarna, zo blijkt uit zijn e-mail van 17 mei 2017, overleg met de gemachtigde van klager niet zinvol geacht en verzocht om de opnames beschikbaar te houden voor beluistering door de deken, dan wel voor tegenonderzoek door een deskundige. De raad is niet gebleken dat verweerder tijdens het dekenonderzoek de geluidsopnames heeft beluisterd of heeft laten onderzoeken, terwijl de deken de juistheid ervan voldoende gewaarborgd heeft gevonden met de gemachtigde van klager, die de opnames heeft beluisterd, als getuige. Evenmin heeft verweerder, alhoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, tijdens de zitting van de raad de aanwezige geluidsopnames willen beluisteren. Een dergelijke keuze dient voor risico van verweerder te blijven.
Omdat de vraag of gesprekken opgenomen mogen worden regelmatig terugkomt in diverse topics, heb ik er naar aanleiding van deze uitspraak dit topic voor geopend.