Aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen
bron:
http://www.europa-nu.nl/id/vi3airou1izp ... assing_van
Toelichting conformiteit:
Conformiteit
1. Ingevolge artikel 2, tweede lid, onder d, van de richtlijn worden consumptiegoederen vermoed met de in de overeenkomst bedoelde consumptiegoederen overeen te stemmen wanneer deze de kwaliteit en prestaties bieden die voor goederen van dezelfde soort normaal zijn en die de consument redelijkerwijs mag verwachten, gelet op de aard van de goederen en op de eventuele door
de verkoper, de producent of diens vertegenwoordiger–in het bijzonder in reclame of etikettering–publiekelijk gedane mededelingen over de bijzondere kenmerken ervan.
a. In de voorgestelde eerste zin van artikel 17 lid2worden de mededelingen van de verkoper genoemd en in het voorgestelde artikel 18 lid1wordt gesproken van mededelingen door of ten behoeve van de vorige verkoper. In artikel 18 wordt echter niet het in artikel 2, tweede lid, onder d, van de richtlijn gemaakte onderscheid tussen verkoper en producent of diens vertegenwoordiger gemaakt.
De Raad wijst erop dat in artikel 6a van het wetsvoorstel de producent niet alleen wordt genoemd, maar ook voor dat artikel wordt omschreven. De Raad acht het ter voldoening aan de richtlijn noodzakelijk dat ook in artikel 18 de producent wordt genoemd. Voor de omschrijving kan worden aangesloten bij de definitie in artikel 6a van het wetsvoorstel. De Raad geeft in overweging de omschrijving van producent op te nemen in artikel5van de algemene bepalingen van titel 7.1.
b. In de toelichting is aangegeven dat in het voorgestelde artikel 18 lid1de inperking dat de vorige verkoper de mededeling deed in de uitoefening van een beroep of bedrijf is vervallen omdat deze zich niet verdraagt met onderdeeldvan artikel 2, tweede lid, van de richtlijn.1Ingevolge het huidige artikel 25 lid 1, Boek7BW kan de verkoper regres nemen op degene van wie hij de zaak heeft gekocht, mits ook deze bij die overeenkomst in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gehandeld. Artikel4van de richtlijn strekt ertoe dat de personen op wie verhaal kan worden genomen, de rechtsvorderingen en de wijze van procederen worden bepaald door het nationale recht. De richtlijn dwingt op zichzelf niet tot aanpassing van artikel 25. Wanneer de voorwaarde betreffende de uitoefening in beroep of bedrijf in artikel 18 vervalt, verdient het vanuit een oogpunt van consistentie van regelgeving aanbeveling artikel 25 dienovereenkomstig aan te passen.
Conformiteit
1a. In artikel 18 lid 1 wordt niet het in artikel 2, tweede lid, onder d, van de richtlijn gemaakte onderscheid tussen verkoper en producent of diens vertegenwoordiger gemaakt. In artikel 18 lid 1 wordt gesproken van mededelingen door of ten behoeve van een vorige verkoper. De Raad acht het ter voldoening aan de richtlijn noodzakelijk dat ook in artikel 18 de producent wordt genoemd. In artikel 18 lid 1 wordt niet gesproken van de vorige verkoper, maar van een vorige verkoper. Daaronder valt ook de producent, een eventuele importeur en iedere andere voorschakel in de verkoopketen. Zie Parl. Gesch. Boek 7, p. 129. De formulering van artikel 18 lid 1 heeft tot gevolg dat iedere mededeling die door of ten behoeve van een voorschakel in de verkoopketen openbaar is gemaakt, als mededeling van de verkoper geldt. Dit gaat derhalve verder dan artikel 2, tweede lid, onder d jo artikel 1, tweede lid, onder d van de richtlijn, dat zich immers beperkt tot mededelingen van de daar genoemde personen. De door de Raad noodzakelijk geachte aanvulling van artikel 18 lid 1 is derhalve overbodig. Daarom wordt ook niet overgenomen de aanbeveling om de omschrijving van producent op te nemen in artikel 5 van de algemene bepalingen van titel 7.1.
1b. In artikel 18 lid 1 is de inperking dat de vorige verkoper de mededeling deed in de uitoefening van een beroep of bedrijf vervallen. De Raad beveelt vanuit een oogpunt van consistentie van regelgeving aan in artikel 25 lid 1 ook de inperking te laten vervallen dat een verkoper alleen regres kan nemen op zijn voorschakel indien deze in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gehandeld. Bij nader inzien is het niet noodzakelijk genoemde inperking in artikel 18 lid 1 te laten vervallen. De richtlijn noemt in artikel 2, tweede lid, onder d, als enige voorschakel van wie mededelingen aan de verkoper worden toegerekend de producent. Het begrip «producent» wordt nader omschreven in artikel 1, tweede lid, onder d van de richtlijn. Het laat zich moeilijk voorstellen dat de aldaar omschreven producent niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelt. In de redactie van artikel 18 lid 1 is daarom de genoemde inperking alsnog behouden. De toelichting is daarop aangepast.