Het zou kunnen dat rechthebbende de kosten op zich neemt, maar mocht dat niet het geval zijn, dan zou ik de rechthebbende wel vertellen dat het gaat om een productfoto en dat daar geen auteursrecht op rust.fonsflons schreef: ↑23 jan 2021 21:32Mijn persoonlijke ervaring is dat in sommige gevallen de kosten van het opsporen en blaffen gewoon tot de bedrijfskosten van een rechthebbende worden gerekend. Men weet dat het gebeurd, en wilt dat gewoon niet. Daarbij zijn de kosten voor opsporing gewoon onkosten. Betaald iemand prima, zoniet (en stopt de inbreuk!!) dan is het doel ook behaald. Een miljoenen bedrijf is dan vaak niet geïnteresseerd in die paar euro onkosten/vergoeding etc. Voor een fotograaf die hooguit een goed belegde boterham verdiend met zijn foto's zullen deze kosten wel belangrijk zijn.
Maar goed, ik heb dus zelf ook wel eens iemand de stuipen op het lijf laten jagen om zeker te weten dat de boodschap duidelijk was. Uitkleden was daarna niet meer nodig.
Dit zegt niets over deze casus overigens, alleen dat de kosten niet altijd op de overtreder behaald hoeven te worden. Die kan er soms best met de rechthebbende zelf uitkomen.
Ik kom terug op wat ik eerder zei over dat jurisprudentie over dit onderwerp wisselend (of beter gezegd: inconsistent) is. Die is bij nader inzien helemaal niet wisselend. In alle zaken gaat het steeds om een andere situatie die in een andere beoordeling resulteert, maar de jurisprudentie is wel degelijk consistent. Die consistentie is een belangrijke waarde voor de rechtspraak in het licht van rechtszekerheid. Feit is wel dat er slechts enkele vonnissen en maar één arrest over dit onderwerp te vinden zijn. Daar zit het onzekere element, maar dit onzekere element is klein. Als deze zaak voor de rechter komt, is de kans klein dat een rechter in eerste aanleg in strijd met eerdere vonnissen zal oordelen. Bij het instellen van hoger beroep of cassatieberoep is de kans groter dat de rechtspraak een draai maakt. Hogere rechters hebben de taak om lagere rechters te corrigeren. Conclusie: de kans dat TS deze zaak in eerste aanleg wint, is dus groot op basis van de jurisprudentie.
De uitzondering die geldt voor productfoto's is al lang en breed geaccepteerd door de rechtspraak. Op universiteiten behoort het tot de leerstof. De foto in casu is een afbeelding van een stuk plant met een witte achtergrond. De kwaliteit is slecht te noemen. Het stuk plant wordt bovendien natuurgetrouw afgebeeld. Er is geen persoonlijke stempel van de auteur te herkennen. Evenmin is het een schepping van de geest (Europees criterium).
Ik zie geen argument om deze foto niet als productfoto te bestempelen.
Het staat TS uiteraard vrij om rechthebbende uit coulance te compenseren, maar dit is TS niet verplicht uitgaande van het hiervoor beschrevene.