background branding

Geen wegwerpkoffiebekertjes meer op kantoor vanaf 2023

291021 koffiebeker.jpg

Vanaf 2023 is het verboden om wegwerpkoffiebekertjes op kantoor te verstrekken. Een jaar later, vanaf 2024, is het tevens verboden om kant-en-klaar voedsel in plastic verpakkingen mee te nemen. Dat meldt Trouw.

Deze maatregelen moeten het groeiende gebruik van wegwerpplastic en zwerfafval verminderen. 

Betalen voor je plastic verpakking

Op kantoor moet je koffiebeker vanaf 1 januari 2023 afwasbaar zijn of moet er voor driekwart gerecycled kunnen worden. Een jaar later worden maaltijdsalades en ander kant-en-klaar eten duurder: voor de plastic verpakking moet extra worden betaald. Als de verpakking herbruikbaar is, zijn er geen extra kosten.

Er worden in Nederland 19 miljoen koffiebekers en andere plastic verpakkingen gebruikt en weggegooid. Jaarlijks komt dat neer op zeven miljard verpakkingen, waarvan een deel als zwerfafval op straat terecht komt.

Doorgaan op dezelfde weg

Met het bekertjesverbod gaat staatssecretaris Steven van Weyenberg van milieu door op de weg die de overheid in juli van dit jaar is ingeslagen. Het verbod op bekertjes is er een in een lange lijn van verboden wegwerpplastic zoals plastic bestek, borden en roerstaven. Ook is er recent statiegeld op kleine plastic flesjes gekomen en daar zal in 2022 ook statiegeld op blikjes bij komen. 

Van Weyenberg verwacht voor 2026 een afname van wegwerpkunststofproducten in Nederland van 40 procent. Hiermee voert Nederland een Europese Richtlijn uit: landen mogen naar eigen inzien beslissen hoe ze het gebruik van wegwerpplastic terugbrengen voor 2026.

De opruimkosten van zwerfafval komt bij de vervuilers te liggen

De staatssecretaris heeft zijn plannen in een internetconsultatieronde voorgelegd. Volgend jaar worden de plannen definitief vastgesteld. Van Weyenberg heeft vooraf al overleg gehad met vertegenwoordigers van verschillende sectoren waar wegwerpplastic gebruikt wordt. CE Delft heeft op zijn verzoek onderzoek gedaan naar de uitvoerbaarheid en vormgeving van het verbod.

Het zogenaamde ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’, door Van Weyenberg vertaal als ‘de vervuiler betaalt’, is ook een onderdeel van de Europese richtlijn. De opruimkosten van zwerfafval moet door de producenten van wegwerpplastic worden vergoed. Momenteel maakt de Rijkswaterstaat een balans op van de kosten voor gebiedsbeheerders en kijkt het hoeveel wegwerpplastic bij het zwerfafval zit. Op basis daarvan wordt het bedrag vastgesteld dat de producenten moeten betalen. 

Voor 2026 moet 90 procent worden ingezameld

Wel maakt de staatssecretaris een onderscheid tussen verpakking voor consumptie ter plaatse, zoals verpakkingen voor bezorgmaaltijden of koffiebekers uit de automaat op je werk. Hierbij is eenmalig gebruik verboden, behalve als de verstrekker zorgt voor hoogwaardige recycling. Voor 2026 moet er 90 procent worden ingezameld. Bij verpakkingen onderweg moet de verkoper zelf een alternatief aanbieden. Dit kan variëren van je eigen koffiebeker meenemen naar het tankstation tot een je beker na gebruik voor statiegeld inleveren.

Vanaf 2024 is het verboden om gratis wegwerpplastic te gebruiken waaruit meteen geconsumeerd kan worden, zonder bereiding. Hoe hoog het bedrag zal zijn dat moet worden bijbetaald, moet nog duidelijk worden.
 

Bron: Trouw