Instructies en toezicht trampolineparken voor verbetering vatbaar

Van verzwikking tot dwarslaesie; 26 procent van ruim 1.500 door Radar ondervraagde bezoekers van trampolineparken heeft te maken gehad met licht tot ernstig letsel. Natuurlijk; aan trampolinespringen zit een risico. 42 procent van de ondervraagden zegt echter dat er voorafgaand aan het springen geen veiligheidsinstructies worden gegeven. Ruim 1 op de 3 geeft aan dat er niet altijd medewerkers aanwezig zijn in de zaal.
Trampolinespringen is populair: Nederland kent een groeiend aantal speciaal daarvoor ingerichte trampolineparken. Ruim 1.500 mensen die weleens een trampolinepark hebben bezocht, om zelf te springen of als begeleider, vulden onze vragenlijst in over veiligheidsinstructies, toezicht en letsel.
Instructies niet altijd duidelijk
42 procent van de respondenten geeft aan dat degene die gaat springen vooraf niet op veiligheidsinstructies wordt gewezen. Het gaat hierbij om een eerste bezoek aan een park, niet om mensen die vaker bij hetzelfde park komen. Nog eens 13 procent heeft een wisselende ervaring: soms worden er bij een eerste bezoek aan een park wel instructies gegeven, soms niet. Ook tijdens het verblijf wordt niet standaard door medewerkers gewezen op risico’s of veiligheidsinstructies: 58 procent geeft aan dat dit niet, of niet in alle gevallen, gebeurt.
Wie wel instructies krijgt, ontvangt deze in de meeste gevallen van een medewerker. 40 procent ontvangt veiligheidsinstructies via een informatiefolder, een kwart krijgt een video te zien.
Ruim 1 op de 5 vindt de instructies niet in alle gevallen duidelijk genoeg. Iemand krijgt zijn instructies bijvoorbeeld ‘in sneltreinvaart’ van de kassamedewerker. Een andere respondent licht toe: 'De kinderen kregen instructie voordat ze mochten springen, dit was mondeling, maar heel onduidelijk vanwege het omgevingslawaai. De kinderen konden zich ook niet goed richten op de instructies, omdat ze de trampolines al zagen.’
Toezicht in de trampolinezaal: zelf doen kan soms niet
Ruim 1 op de 3 bezoekers van trampolineparken uit ons onderzoek geeft aan dat er niet altijd medewerkers aanwezig zijn in de zaal om toezicht te houden. 45 procent geeft aan het toezicht niet altijd voldoende te vinden. Een respondent geeft aan het tekort aan toezicht zelf op te lossen: 'Structureel te weinig toezicht. Daarom gingen mijn collega en ik altijd mee voor extra toezicht. Dat werkte goed.'
Een ander legt de verantwoordelijkheid bij de ouders: 'Vaak zie je dat er tegen elkaar "opgebokst" wordt, daar wordt te weinig op ingegrepen, vooral door de ouders. En als er dan iemand valt heb je de poppen aan het dansen. Vooral de ouders moeten leren grenzen te stellen aan hun kinderen.'
Je mag er als ouder niet bij blijven, maar er is ook geen begeleiding
Als ouder mag je echter niet overal mee naar binnen, zo licht een andere respondent toe: 'Je ziet soms kinderen springen en dan komen er andere kinderen aan, vaak oudere kinderen die voor de grap even heel hard op de trampoline springen waar zo'n kind opspringt. Gevolg: zo'n kind wordt gelanceerd en doet zich zeer. Veel grotere kinderen vinden dat erg grappig. Bij de tijd dat je die afstand als ouder hebt overbrugd; als je t ziet is t al te laat. Omdat je geen bandje om hebt, mag je er ook niet de hele tijd bij blijven maar er is ook geen begeleiding.'
Van verzwikking tot dwarslaesie
Van de ondervraagde bezoekers van trampolineparken geeft een kwart (26%) aan dat zij zelf, of degene met wie zij het park bezochten, weleens letsel heeft opgelopen. In de meeste gevallen (18 van de 26 procent) gaat het om licht letsel, zoals een verzwikking, kneuzing of verwonding. Sommige mensen hebben ook breuken en hersenschuddingen onder 'licht letsel' geschaard. Degenen die van 'gematigd letsel' spreken (6 van de 26 procent die letsel heeft opgelopen), hebben het daarbij, naast verzwikkingen, kneuzingen en verwondingen vaker over breuken (31%) of een hersenschudding.
Wie ernstig letsel opliep (bij 2 van de 26 procent), heeft het in 71 procent van de gevallen over een breuk. Waaronder, zo lezen we in de aanvulling, gebroken ruggen en een gebroken nek. Meerdere mensen hebben een dwarslaesie opgelopen. Wat ook voorbij komt: letsel aan de tanden en een gecompliceerde beenbreuk die heeft geleid tot amputatie.
In 86 procent gaat het om kinderen, jonger dan 18 jaar, die letsel oplopen. Bij 40 procent van de respondenten waarbij sprake is van letsel, leidde dit tot een doktersbezoek. In de toelichting wordt gesproken over operaties, ziekenhuistijd, gips en revalidatie.
‘Let op toezicht én hygiëne’
Uiteraard gaat het ook vaak goed. Zoals een van de respondenten het zegt: 'Trampolineparken zijn een uitkomst voor mensen met kinderen die weinig ruimte bij huis hebben. Voorwaarde is wel dat er genoeg toezicht is voor de veiligheid van de kinderen.'
Tot slot noemen sommige respondenten de hygiëne van trampolineparken. Zoals deze persoon het beeldend omschrijft: 'Veiligheid wordt zeker niet met een hoofdletter geschreven maar dat is ook van toepassing op de hygiëne op de trampolines en net daar omheen. Verschillende malen bloedvlekken gezien op de trampolines zelf en op de grond, denk niet dat het ketjap is want eten en drinken is niet toegestaan.'
Over dit onderzoek
Het onderzoek werd ingevuld door 1.549 mensen die weleens een trampolinepark hebben bezocht in Nederland; om zelf te springen of als begeleider. Zij vulden de online vragenlijst in tussen 15 en 23 april 2019. Wil je ook meedoen aan onderzoeken? Meld je (gratis) aan als testpanellid en ontvang de uitnodigingen per mail.