85% eet liever minder sterk bewerkt, maar weet niet hóe

Boodschappen Ingredienten Labelchecken

85 procent van ruim 22.000 Radar Panel-deelnemers zou sterk bewerkte voedingsmiddelen willen vermijden. Dat lukt echter slechts 1 op de 6. De meest genoemde reden: Het is vaak onduidelijk of iets sterk bewerkt is. 88 procent vindt dat sterk bewerkte voedingsproducten duidelijk herkenbaar moeten worden.

Krentenbollen? Sterk bewerkt

Driekwart heeft weleens nagedacht over de mate waarin hun eten bewerkt is, maar de meeste van de 22.122 deelnemers aan het Radar Panel-onderzoek over ultrabewerkte voedingsmiddelen weet niet precies wat daarmee bedoeld wordt. Dat blijkt ook uit de lijst met producten die we aan de respondenten voorlegden. Het gaat hierbij om producten zoals je die in een reguliere supermarkt koopt.

95 procent antwoordt correct dat energydrink sterk bewerkt is, en ook knoflooksaus wordt door 85 procent terecht aangemerkt als sterk bewerkt. Maar een meerderheid denkt dat 30+-kaas en babyvoeding dat niet zijn. Ook van krentenbollen en chocoladerepen denken veel mensen (bijna de helft) dat ze niet sterk bewerkt zijn - maar dat zijn ze wel.

Alle voedingsmiddelen (afkomstig uit reguliere supermarkten) die we aan consumenten voorlegden, zijn sterk bewerkt. Slechts 14 procent had dit allemaal goed. Van de mensen die aangeven dat ze weten wat sterk bewerkt inhoudt, hadden meer mensen alles goed beantwoord dan in de andere groepen, maar alsnog was het slechts 1 op de 5.

Info

Niet, weinig of sterk bewerkt? Zo zit het:

Marije Verwijs, gezondheidsexpert bij het Voedingscentrum, vertelt dat eten eigenlijk al heel snel bewerkt is. “Als je fruit schilt of groente kookt, bewerk je het al. Bij onbewerkt voedsel kun je bijvoorbeeld denken aan een appel die je zo uit het vuistje eet.”

Dus als je een tomaat koopt, koop je onbewerkt eten: er zitten geen ingrediënten in. Andere producten zijn wel bewerkt: een blik gepureerde tomaat bijvoorbeeld. Er zijn ook producten die sterk bewerkt zijn. Die herken je aan een flinke lijst (op zichzelf al bewerkte) ingrediënten. Denk aan tomatentapenade, waar bijvoorbeeld champignonpoeder is toegevoegd: een bewerkte vorm van champignon.

Trucjes om eten "natuurlijk" te laten lijken

Dat het voor consumenten lastig is om te weten of een product ultrabewerkt is, is volgens Frank Lindner, campagneleider bij Foodwatch, niet zo gek: “Dat komt vooral doordat de industrie allerlei slimme trucjes toepast om hun producten niet-bewerkt over te laten komen.”

Als voorbeeld geeft hij de manier waarop additieven gepresenteerd worden. “Producenten moeten eerst melden wat voor soort additief het is, dus bijvoorbeeld of het een zoetstof of een emulgator is. Daarna kunnen ze kiezen of ze het E-nummer vermelden of de naam van dit E-nummer voluit schrijven.”

Zo kan er op een etiket bijvoorbeeld E330 of citroenzuur staan, dat is hetzelfde. “Citroenzuur klinkt een stuk natuurlijker en minder bewerkt, maar zegt niks over de manier waarop het gemaakt is. Het kan ook kunstmatig geproduceerd zijn, maar als consument heb je hier geen duidelijkheid over.” Dat maakt het soms ook lastig om in te schatten of een product sterk bewerkt is of niet.

Dat zelfs het lezen van de ingrediëntenlijst niet altijd duidelijkheid biedt, blijkt ook uit de vragenlijst. Een deelnemer schrijft: “Ik heb vele allergieën en voedselintolerantie en MOET etiketten lezen”. De laatste jaren staan op die etiketten echter veel andere woorden, zo laat deze deelnemer aan het onderzoek weten, waardoor het niet opvalt dat een product toch bepaalde (te vermijden) ingrediënten bevat.

"Kijk naar de lengte van de ingrediëntenlijst"

Wat je volgens Lindner ook kunt doen, is naar de lengte van de ingrediëntenlijst kijken. “Hoe langer de ingrediëntenlijst, hoe waarschijnlijker dat het product sterk bewerkt is.” Kijk ook naar de E-nummers. “Als je er een stuk of tien ziet staan, is er waarschijnlijk veel gesleuteld aan het product. Zijn de E-nummers uitgeschreven? “Let dan op de hoeveelheid soortnamen zoals zoetstof, conserveermiddel, smaakversterker, verdikkingsmiddel en emulgator.”

“Je moet maar tijd en zin hebben om de etiketten te lezen”, schrijft een deelnemer aan het onderzoek, om te vervolgen: “nou vind ik dat toevallig leuk en interessant”. Met als gevolg: “ik sla dan ook bewust paden over van de chips en de koekjes”.

Niet altijd, maar wel vaak ongezonder

Is het erg als voeding sterk bewerkt is? 7 procent denkt dat de mate van bewerking niets zegt over hoe gezond iets is. 56 procent denkt juist dat het 1 op 1 verband houdt: hoe sterker een product bewerkt is, hoe ongezonder. Een (ruim) derde (37%) heeft het goed: váák is sterk bewerkte voeding ongezonder, maar dat is niet altijd zo.

Verwijs van het Voedingscentrum legt uit waarom sterk bewerkt voedsel vaak ongezond is. “Je ziet dat die producten vaak veel zout, suiker en/of verzadigd vet bevatten en dat moeten we niet te vaak eten.” Toch betekent dit volgens haar niet dat álle (sterk) bewerkte voedingsmiddelen slecht voor je zijn: “Volkorenbrood valt bijvoorbeeld ook onder bewerkt of ultra bewerkt eten, maar is vanwege de vezels die het bevat toch goed voor je.”

Let op toevoegingen en Nutri-Score

Nog een hulpmiddel: let bij de ingrediëntenlijst vooral op toegevoegde suikers en zout. “Het kan soms best lastig zijn om te bepalen of ultrabewerkt voedsel gezond of ongezond is. Van suiker en zout weten we dat je daar niet te veel van binnen moet krijgen, dus het kan je helpen als je daarop let.”

Lindner, van Foodwatch, voegt toe dat de Nutri-Score ook een hulpmiddel kan zijn. “Supermarkten en producenten doen er van alles aan om producten er goed, vers en ambachtelijk uit te laten zien, maar 80 procent van de ultrabewerkte producten krijgt netjes een lagere een Nutri-Score van C, D of E. Dit kan je helpen om in te schatten of het gezond is of niet.”

Hoe veilig zijn toevoegingen?

Ruim driekwart (77%) vindt het negatief als de ingrediëntenlijst van een product vol staat met onbekende of ingewikkeld klinkende ingrediënten. Slechts 7 procent maakt het niet uit, de overige 16 procent kijkt er niet naar.

Ik denk dan: zit er nog wel iets echts in?
- Deelnemer aan het Radar Panel over ingewikkelde ingrediëntenlijsten

Aan sterk bewerkte producten worden vaak stoffen toegevoegd om bijvoorbeeld de houdbaarheid te verlengen (denk aan de krentenbollen die lang vers blijven) of de kleur aantrekkelijker te maken (denk aan vlees dat rood wordt gemaakt). Geloven mensen in de veiligheid van deze stoffen? “Als het in een Nederlandse supermarkt ligt, is het voor mij oké”, zegt 27 procent. De meerderheid (58%) denkt dat er ondanks deze regels ingrediënten in de Nederlandse schappen liggen die niet veilig zijn. Nog eens 16 procent weet niet wat zij ervan moeten vinden.

Discussie over E-nummers

Verwijs herkent dat mensen soms een negatieve associatie hebben met E-nummers. Maar: “Een deel van de E-nummers zijn ook gewoon stoffen die je in de natuur kunt vinden. Bovendien worden de nummers die producenten mogen gebruiken gecontroleerd. Je kunt er dus vanuit gaan dat ze veilig zijn om te eten.”

Lindner zet daar wel een kanttekening bij. Hij legt uit dat sommige E-nummers jaren geleden zijn getest en veilig zijn verklaard, maar dat recentere onderzoeken toch risico’s aantonen. Als voorbeeld geeft hij aspartaam: “De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft de veiligheid van deze zoetstof twaalf jaar geleden voor het laatst onderzocht. Recentere onderzoeken laten echter zien dat je er toch wel je vraagtekens bij kunt zetten. De wet-en regelgeving wordt dus ingehaald door de moderne wetenschap. En in de tussentijd tasten consumenten in het duister.”

Deze laatste mening deelt een deelnemer aan het onderzoek: “Het is totaal onbekend wat alle toevoegingen opgeteld en opgeteld over vele jaren met je lichaam doet. Wel staat vast dat het risico op kanker en hart en vaatziekten aanzienlijk verhoogd wordt door sterk bewerkt voedsel. Van sommige toevoegingen staat zelfs vast dat ze het risico op kanker verhogen zoals rookaroma's.”

Liever minder bewerkt voedsel

Driekwart van de consumenten kijkt weleens, of zelfs bijna altijd, naar de ingrediëntenlijst van producten die zij overwegen te kopen. 23 procent van de mensen kijkt daar nooit naar. Voor 81 procent is de mate van bewerking van een product soms een reden om iets niet te kopen.

Slechts 6 procent zou sterk bewerkte voedingsproducten níet willen vermijden. 9 procent weet niet of ze dat zouden moeten doen of niet, de rest (85%) wil dat wel. Van deze groep doet slechts 16 procent dat daadwerkelijk (bijna) altijd, maar de rest lukt dit niet. Bijvoorbeeld omdat ze niet weten hoe ze het móeten vermijden.

Info

Tip: vermijd vleeswaren voor op brood

“Eigenlijk zijn bijna alle vleeswaren sterk bewerkt”, legt Verwijs van het Voedingscentrum uit. “Er is vaak veel zout aan toegevoegd om het langer goed te houden. Bovendien is het vaak rood vlees, wat je niet te vaak moet eten. Alleen rosbief komt in deze productgroep goed uit de bus, maar dat is voor veel mensen echt een luxeproduct.” Volgens Lindner van Foodwatch geldt dit ook voor kant-en-klaarmaaltijden. Die zien bevatten vaak heel erg veel zout en kun je daarom beter vermijden als je geen ultrabewerkt voedsel wilt eten.

Gezondheid, milieu en kosten

De reden om sterk bewerkte voedingsmiddelen te vermijden is voor 92 procent van de respondenten gezondheid, ook allergieën en intoleranties worden genoemd. Daarnaast geeft rond de 30 procent aan dat ze het om het milieu doen, of om de kosten: denk bijvoorbeeld aan zelf koken in plaats van een kant-en-klaar maaltijd.

Verwijs vertelt dat producten met veel bewerkingsstappen een hogere milieu-impact kunnen hebben. Dit verschilt wel per product. Een voorbeeld: “Wit brood is sterk bewerkt. Om dat te maken, worden de onderdelen van de graankorrel gescheiden en wordt een van deze delen gebruikt voor het brood. Als je dit vergelijkt met volkorenbrood (waar de hele graankorrel wordt gebruikt) is er dus veel meer afval, wat invloed heeft op het milieu. Een ander voorbeeld: denk aan de productie en transport van cola versus het drinken van kraanwater.”

Dan moet je wel de moeite nemen om zelf iets te bereiden. Want als je buiten de deur eet zijn ongezonde snacks, doorgaans ultrabewerkte producten, soms juist goedkoper dan een gezond alternatief. Vergelijk bij een bezoekje aan een fastfoodketen bijvoorbeeld de prijs van een hamburger met de prijs van een salade.

Geheel onbewerkt voedsel nuttigen is vrijwel onmogelijk. Maar wel iets om op te letten; wat je in je mond stopt
- Deelnemer aan het Radar Panel-onderzoek

Vermijden lukt vaak niet

Maar liefst 87 procent geeft aan dat zij het lastig vinden om sterk bewerkte voedingsmiddelen te vermijden. De meest genoemde reden, door de helft van degenen die UPF’s zouden willen vermijden, maar bij wie dat niet altijd lukt, is dat het vaak onduidelijk is of iets sterk bewerkt is. Ook het gemak van bewerkte producten wordt genoemd: je hoeft niet zelf aan de slag met ingrediënten.

Waarom is het (soms) lastig om sterk bewerkte voedingsproducten te vermijden?

  1. Het is onduidelijk of iets sterk bewerkt is (49%)
  2. Vanwege gemak (35%)
  3. Het is snel/al klaar, je hoeft niet zelf met ingrediënten aan de slag (32%)
  4. Het is overal verkrijgbaar (20%)
  5. Het is lekker (16%)
  6. Het is een dieetkeuze (bijvoorbeeld een plantaardig alternatief (13%)

88 procent vindt dat sterk bewerkte voedingsproducten duidelijk herkenbaar moeten worden. Slechts 3 procent vindt dat niet nodig, 9 procent heeft er geen mening over. Met de tips van het Voedingscentrum en Foodwatch in dit artikel lukt het jou hopelijk om er beter wijs uit te worden.

Over het Radar Panel-onderzoek naar sterk bewerkt eten en drinken

De vragenlijst over sterk bewerkte voedingsmiddelen is tussen 13 augustus 2024 en 25 maart 2025 ingevuld door 22.122 mensen. De meesten zijn lid van het Radar Panel: zij krijgen automatisch de uitnodigingen voor onze onderzoek in de mail. Wil jij ook je mening en ervaringen laten meetellen? Samen staan we sterker: meld je hier eenvoudig aan.