9 tips voor de belastingaangifte die je geld kunnen opleveren
De jaarlijkse belastingaangifte kan weer worden gedaan. Moet je bijbetalen of krijg je juist geld terug? Van welke aftrekposten kan je gebruikmaken? Radar zet 9 tips voor je op een rijtje.
Vanaf 1 maart kan je de belastingaangifte invullen. Daar heb je tot 1 mei de tijd voor. Vul je de aangifte voor 1 april in? Dan krijg je voor 1 juli bericht. In 2023 doe je aangifte over 2022. De Belastingdienst vult elk jaar alvast de gegevens in die zij van jou hebben. Zorg dat je tijdig je aangifte verstuurt, daarmee voorkom je namelijk boetes.
1. Check de vooraf ingevulde gegevens!
Handig dat de fiscus alles alvast voor je invult, maar soms kloppen die gegevens niet. Check dus of de bedragen bij het loon kloppen met de jaaropgaaf van je werkgever. Controleer of de gegevens van je hypotheek en WOZ-opgave overeenkomen met de documenten die je zelf hebt.
2. Geen brief, toch aangifte
Krijg je geen brief van de Belastingdienst dat je aangifte moet doen, vul dan toch de aangifte in met aftrekposten waar jij gebruik van wil maken. Het kan zomaar zijn dat je toch ineens geld terug krijgt. Dit moet dan wel meer dan 16 euro zijn, want daaronder keert de Belastingdienst niet uit. Moet je 49 euro of minder betalen? Dan scheldt de fiscus dat kwijt.
3. Doe niet direct aangifte
Je kan vanaf 1 maart aangifte doen, maar je kan beter wachten tot de derde en vierde week van maart. De Belastingdienst ontdekt soms foutjes in de aangifte die in de eerste twee weken worden hersteld. Je kan aangifte doen via de app of de website van de fiscus, maar let op, want via de app kan je geen vooraf ingevulde gegevens wijzigen.
4. Maak kopieën van aftrekposten
Als je gebruik maakt van aftrekposten is het belangrijk dat je goed gedocumenteerd hebt welke kosten je gemaakt hebt. Zorg dus dat je kopieën van bonnen hebt. De fiscus doet regelmatig checks en kan vragen om onderbouwing van de opgegeven aftrekposten.
5. Denk aan middeling
Als je een sterk wisselend inkomen hebt, dan kan je middeling aanvragen. Er wordt dan een gelijke verdeling van je inkomen over de afgelopen drie jaar gemaakt. Als blijkt dat daar voor jou een belastingvoordeel ontstaat, met een drempel van 545 euro, dan krijg je het verschil terug. Dit is met name belangrijk voor mensen die minder zijn gaan werken, gestopt of gestart zijn met werken, een ontslagvergoeding hebben gekregen of werken als freelancer.
6. Donaties aan goede doelen
Een gift aan een goed doel met een ANBI-status mag je aftrekken. ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling. Er geldt een drempel van één procent van je inkomen met een minimum van 60 euro. Je kan overigens beter kiezen voor een periodieke gift, dan mag je namelijk het hele bedrag aftrekken. Periodiek wil zeggen: voor een periode van vijf jaar en steeds hetzelfde bedrag. Wie schenkt aan een culturele instelling mag 125% van de gift aftrekken bij een schenking tot vijfduizend euro.
7. Trek je reiskosten af
Ben je een frequente forens en reis je met het openbaar vervoer? Dan mag je je reiskosten aftrekken. Hoeveel je mag aftrekken is afhankelijk van de afstand en het aantal dagen dat je per week reist, maar het maximumbedrag is 2354 euro. Je mag je reiskosten niet aftrekken als je minder dan tien kilometer van je werk woont. Krijg je een vergoeding van je werkgever voor reiskosten? Dan wordt die in mindering gebracht.
8. Meld je studieschuld in box 3
Je belastingvrije vermogen mocht in 2022 50.650 euro zijn en voor fiscale partners is die 101.300. Dat geef je op in box 3. Als je dus meer dan 50.650 euro vermogen hebt, moet je vermogensbelasting betalen. Heb je een studieschuld? Dan mag je die aftrekken in box 3 van je vermogen. Let er wel op dat je studieschuld minimaal 3100 euro moet zijn.
9. Fiscaal partners kunnen besparen
Als je een relatie hebt en je partner woont op hetzelfde adres als jij, dan kun je als fiscaal partners bepaalde aftrekposten verdelen. Zo mag je spaargeld en vermogen in box 3 verdelen, maar ook aftrekbare giften en studiekosten. Ook mag je de fiscale aftrekposten voor je woning, zoals de hypotheekrente, verdelen.