Borstvoeding of flesvoeding?

babyvoeding-borst-of-fles-780-1.jpg

De voeding van een baby bestaat de eerste maanden van zijn leven uitsluitend uit melk. Dat kan moedermelk zijn, of kunstvoeding (flesvoeding), of een combinatie daarvan. Waar kies jij als ouder voor (als je tenminste een keuze hebt)? Beide vormen van babyvoeding hebben bepaalde voordelen.

Over de vraag of borstvoeding beter is dan flesvoeding hebben sommige mensen zeer uitgesproken meningen, en dat kan verhitte discussies opleveren.

Het Voedingscentrum adviseert in elk geval om de eerste zes maanden borstvoeding te geven, en daarna zolang moeder en kind dat willen en zich daar prettig bij voelen. 'Het is de beste voeding voor je baby en is ook goed voor jouw gezondheid', zo valt de lezen op de website.

Dat betekent echter niet dat kunstvoeding slecht is. Sterker nog: het heeft zelfs bepaalde voordelen boven borstvoeding.

Uiteindelijk is het een keuze die jij als ouder zelf moet maken - even aangenomen dat je die keuze überhaupt hébt. Er zijn namelijk een hoop oorzaken denkbaar waardoor borstvoeding onwenselijk of zelfs onmogelijk is (denk aan medicijngebruik, adoptie, een borstoperatie enzovoorts). Voor wie die keuze wél heeft (of voor wie voortaan gewoon wil meedoen met verhitte discussies), zetten we voordelen van beide soorten voedingen op een rij.

Voordelen van borstvoeding ten opzichte van kunstvoeding

  • Borstvoeding is gratis.
  • Borstvoeding heb je altijd bij je (als moeder dan).
  • Borstmelk is kant en klaar.
  • De temperatuur is altijd goed.
  • Niet alle stoffen die in moedermelk zitten, zijn in de (kunstvoeding)fabriek precies na te maken.
  • Als je borstvoeding geeft, duurt het langer voordat je na de bevalling weer ongesteld wordt. Dat scheelt dus maandverband en tampons, en wellicht ongemak. (Let op: dat betekent niet dat je ook nog niet opnieuw zwanger kunt raken. Dat is namelijk al mogelijk vóór de eerste menstruatie.)
  • Flesjes en speentjes uitwassen en uitkoken is niet nodig.
  • Vrouwen die borstvoeding geven, raken vaak snel weer de nodige kilo's kwijt. Deze manier van voeden kost namelijk best een hoop energie.
  • Als je borstvoeding geeft, krimpt je baarmoeder sneller terug naar het oude formaat.
  • Borstvoeding zorgt voor natuurlijke antistoffen voor je baby, tegen bijvoorbeeld oorontstekingen.
  • Borstvoeding wordt vaak makkelijker verteerd, waardoor baby's minder geconstipeerd en winderig zijn.
  • Borstvoeding verkleint bij je kind mogelijk de kans op overgewicht, hoge cholesterol, allergieën, en het ontwikkelen van ziektes als astma, diabetes type 1 en type 2, leukemie en lymfoom.
  • Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding geven voor jou als moeder de kans verkleint dat je later verschillende ziektes krijgt als borstkanker, eierstokkanker en baarmoederhalskanker.
  • Voor borstvoeding moet je baby krachtig zuigen. Dat is goed voor de ontwikkeling van de mond en kaken van de baby. Bovendien slaapt hij door dit harde werken beter.
  • Het fysieke contact tussen moeder en baby tijdens het voeden is goed voor hun onderlinge band.
  • Terwijl de baby drinkt wordt het 'knuffelhormoon' oxytocine in de hersenen aangemaakt. Moeder en kind worden hier ontspannen van. Bovendien heeft dit hormoon een gunstige invloed op de baarmoeder: die trekt samen en hierdoor verloopt de kraamzuivering sneller.

Voordelen van kunstvoeding ten opzichte van borstvoeding

  • Gemak: ook andere mensen dan de moeder kunnen de melk produceren (mits water, poeder en bijvoorbeeld een magnetron voorhanden zijn).
  • Flexibiliteit. Je hoeft als moeder het afkolven van melk niet in te passen in je drukke (werk)schema. Let wel: het voeren zélf kost natuurlijk nog steeds evenveel tijd. Drinken uit de fles gaat niet sneller dan uit de borst.)
  • Je hoeft als moeder niet extra op te letten met het drinken van alcohol. (Wie borstvoeding geeft kan zelf het drinken van alcohol beter achterwege laten. Advies van het Voedingscentrum: 'En als de moeder toch een keer alcohol wil een drinken kan ze daar rekening mee houden door de moedermelk waar alcohol in zit af te kolven en niet aan de baby te geven.')
  • Je hoeft als moeder ook niet op te letten met medicatie die anders misschien via de melk in het babylijfje terecht kan komen. Voor sommige medicatie geldt namelijk het advies om deze niet te combineren met het geven van borstvoeding.
  • Je kunt met kunstvoeding, in tegenstelling tot borstvoeding, direct bijhouden hoeveel je kind drinkt. Dat is namelijk af te lezen van het flesje. Als kanttekening meldt het Voedingscentrum dat het niet belangrijk is om op deze manier bij te houden hoeveel de baby drinkt: 'Signalen dat de baby genoeg drinkt zijn goede groei en voldoende plasluiers.'
  • Drinken uit een flesje gaat voor een baby meestal vanzelf. Je hoeft het niet te leren, zoals voor borstvoeding wel vaak geldt. Overigens is het zowel drinken uit de borst als uit de fles belangrijk om op drinkhouding en signalen van het kind te letten, bijvoorbeeld of het kind genoeg heeft gehad.
  • Je hebt als moeder geen kans op lichamelijke problemen zoals een borstontsteking of tepelkloven.
  • Borstvoeding geven kan in een enkel geval ook leiden tot een borstontsteking (overigens te voorkomen met goede hygiëne). Het Voedingscentrum licht toe: 'Een borstontsteking ontstaat meestal als gevolg van verstopte melkkanalen doordat de borst niet goed wordt geleegd tijdens het drinken of afkolven. Bij tepelkloven is het risico op een borstontsteking groter omdat via de kapotte huid van de tepel bacteriën in de borst kunnen komen. Borstontsteking is dus vooral te voorkomen door het goed laten leegdrinken / kolven van de borsten en het voorkomen van tepelkloven.'
  • Borstvoeding geven is niet voor iedereen even makkelijk. Het is iets dat niet alleen je kind maar ook jijzelf, als moeder, moet leren. Een goede voorbereiding helpt hierbij, en soms is het handig om een lactatiekundige in te schakelen. Dat is bij kunstvoeding minder aan de orde, hoewel dat ook niet altijd vanzelf gaat en je flesvoeding ook 'verkeerd' kunt geven.
  • Je hoeft je als moeder niet druk te maken over de vraag of je wel genoeg melk aanmaakt. Overigens is onzekerheid daarover, die volgens het Voedingscentrum veel vrouwen hebben, vaak onnodig: 'Uit objectief onderzoek blijkt dat heel erg weinig vrouwen (een paar procenten) daadwerkelijk te weinig moedermelk aanmaken. Veel vaker speelt het op de juiste manier aanleggen een rol bij het weinig of vaak drinken door de baby.'

Bronnen: Voedingscentrum / Mens-en-gezondheid.infonu / WebMD / Famme Baby