Cholesterolverlagers: geen paniek, wel debat gewenst
Een miljoen Nederlanders slikt cholesterolverlagende medicijnen. Maar waarom eigenlijk? Is cholesterol wel zo slecht voor je als de meeste artsen beweren of is er sprake van een mythe die door de farmaceutische industrie in stand wordt gehouden?
Cholesterol. U mag er niet te veel van hebben. Dat is wat we nu zo langzamerhand wel weten. De fabrikanten van cholesterolverlagende producten, de medicijnenindustrie en waarschijnlijk ook uw huisarts vertellen u al jaar in jaar uit dat een te hoog cholesterolgehalte in uw bloed slecht is voor u. Het veroorzaakt hart- en vaatziektes met mogelijk een dodelijke afloop als gevolg. Maar waar baseren ze dat op? En zijn de cholesterolverlagende medicijnen echt wel zo zaligmakend?
Een groep sceptici zet zo'n vraagtekens bij door - zo lijkt het- iedereen geaccepteerde wijsheid. Zij denken dat we niet zomaar mogen vaststellen dat een verhoogd cholesterol gevaarlijk is voor de gezondheid. Uffe Ravnskov deed 18 jaar onderzoek naar de relatie tussen een verhoogd cholesterol en het risico op hart- en vaatziekten. Hij heeft hier echter nooit een verband tussen gevonden.
Ravnskov heeft zich verenigd in een internationaal netwerk van cholesterol sceptici. Op zijn website legt hij zijn visie uit.
Praktische adviezen
We kunnen ons voorstellen dat men zich afvraagt of zij wel cholesterolverlagende medicijnen moeten blijven slikken. Daarom hebben we een aantal adviezen door cardioloog Paul de Groot op een rijtje gezet
Vragen aan Paul de Groot,
Wie moeten hun medicijnen echt blijven slikken, Ravnskov denkt dat maar 10% echt de medicatie nodig heeft, maar wie vallen daar dan onder?
Dat weet ik eigenlijk niet! Omdat we nog niets beters hebben dan statines, vooralsnog de mensen met het hoogste risico op het krijgen of verergeren van hart en vaatziekten zoals mensen met een familiaire vorm van hoog cholesterol of na een hartinfarct.
Stel, je had nergens last van maar wel een cholesterolgehalte van om en nabij de 6 of 7, en je slikt nu al maanden medicijnen. Wat moet je doen?
Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag omdat we dan praten over primaire preventie: het behandelen van mensen die mogelijk in de toekomst een hart of vaatziekte zullen krijgen maar wat niet met enige zekerheid te voorspellen is. Er bestaat dan een grote kans \"patienten te maken\" zonder dat je weet of iemand er baat bij heeft
Medicijnen moet je nooit op eigen houtje stoppen maar altijd in overleg met de behandelend arts.
Maar de dokters gaan de richtlijnen volgen. Dan staan de mensen er alleen voor in hun afweging. En dan? Wanneer kun je wel beslissen om te stoppen, en wanneer niet?
Als het middel erger is dan de (aanstaande) kwaal dan is het raadzaam om te stoppen maar, zoals gezegd, altijd in overleg met de behandelend arts
Is in dat geval langzaam afbouwen verstandiger is dan ineens stoppen?
Als de bijwerkingen van het middel zwaarder wegen dan het beoogde doel is het verstandig te stoppen. De medicatie hoeft dan niet te worden afgebouwd maar kan acuut worden gestopt echter ook nu geldt \"in overleg met de arts.
Hoe gaat u, samen met de andere kritische wetenschappers, de wetenschap en de markt op een ander spoor zetten?
Wetenschappelijk onderzoek zal m.i. over 2 sporen moeten lopen:
1. Onderzoek naar de verschillen tussen (groepen)mensen met en zonder \"ader verkalking\" en dan niet alleen de verschillen in cholesterol gehalte maar juist ook verschillen in immuniteit b.v. de gevoeligheid voor infecties, allergieen enz.
2. (Electronen) microscopisch, biochemisch onderzoek naar het proces van aderverkalking, vanaf het begin (het normale vat), tot het eind (het volledig afgesloten vat). Reeds meer dan 100jr. wordt door de microscoop gekeken naar slagaderen. Steeds wordt beschreven de afwijkingen die gezien zijn maar nooit systematisch hoe de toestand \"normaal\" wordt opgevolgd door \"beetje\"abnormaal die weer verandert naar fors abnormaal tot uiteindelijk het vat is afgesloten. Nu we dit soort onderzoeken wel doen blijkt dat b.v. cholesterol kristallen in de slagader vaatwand pas in een laat stadium worden gevonden.
Reacties van verschillende partijen:
Reactie Nederlandse Hartstichting:
\" Hoe hoger het cholesterolgehalte in het bloed, des te hoger de kans op hart- en vaatziekten, aldus de Nederlandse Hartstichting.
De Nederlandse Hartstichting vindt het onbegrijpelijk dat er mensen zijn die beweren dat een hoog cholesterolgehalte niet tot hart- en vaatziekten leidt en dus niet schadelijk is. Zij gaan volledig voorbij aan alle bewijsvoering die er is gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur en onderschreven wordt door toonaangevende wetenschappers en de betrokken medische beroepsgroepen.
Er zijn tal van studies waaruit blijkt dat personen met een hoog cholesterolgehalte in het bloed een grotere kans op hart- en vaatziekten hebben.
Al in de tachtig- en negentiger jaren is dit overtuigend aangetoond in grote onderzoeken in Amerika: de Multiple Risk Factor Intervention Trial (MRFIT) en in de Framingham studie. Het is een continue verband, d.w.z. dat naarmate het cholesterolgehalte hoger is, neemt de kans op hart- en vaatziekten toe. Ook in alle landen van de Zeven Landen Studie waaronder Nederland, is dit unaniem aangetoond. In de afgelopen jaren zijn de gegevens van 12 grote cohort studies in Europa gebundeld in het SCORE-project en bij in totaal meer dan 200.000 personen blijkt dat de kans op hvz toeneemt naar mate het cholesterolgehalte in het bloed toeneemt en naarmate er meer andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn.
Hart- en vaatziekten hebben meerdere oorzaken!
Zo neemt het risico op hart- en vaatziekten toe bij rokers, bij toenemende bloeddruk en bij het voorkomen van diabetes mellitus. Samen met het cholesterolgehalte in het bloed, in bijzonder het LDL-cholesterol bepalen al deze factoren het risico op hart- en vaatziekten.
Gebaseerd op de combinatie van risicofactoren heeft de European Atherosclerosis Society, gesteund door tal van betrokken beroepsgroepen zoals de European Society of Cardiology en ook de Nederlandse Werkgroep Cardiovasculair Risicomanagement (CBO) een multidisciplinaire richtlijn voor de behandeling van personen met een hoog risico op hart- en vaatziekten uitgebracht. Deze richtlijn wordt door de Nederlandse medische beroepsgroepen zoals de huisartsen, internisten en cardiologen en de Nederlandse Hartstichting onderschreven.
In deze richtlijn wordt o.a. aangegeven dat het belangrijk is het slechte LDL-cholesterolgehalte te verlagen en het goede HDL-cholesterol te verhogen. LDL-cholesterol vervoert het cholesterol in het bloed naar alle weefsels in het lichaam toe waardoor cholesterol zich kan afzetten aan de binnenkant van vaten (dichtslibben van vaten). Het HDL-cholesterol voert het cholesterol af naar de darm, alwaar het via de faeces het lichaam verlaat. Dit laatste is juist gunstig.
Om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen wordt eerst gekeken welke factoren het meest bijdragen aan het risico op hart- en vaatziekten. Als dit het cholesterolgehalte in het bloed blijkt te zijn dan zal de arts met de patiënt het behandeltraject bespreken. Naast adviezen voor een gezonde voeding en leeftstijl, kunnen cholesterolverlagende medicijnen voorgeschreven worden.
De werkgroep Cardiovasculair Risicomanagement en de Nederlandse Hartstichting adviseren het volgende: niet roken, op tenminste 5 dagen per week minimaal 30 minuten te bewegen, en gezond te eten: een voeding laag in verzadigd en trans-onverzadigd vet, bij voorkeur 2x per week (vette) vis, 2 ons groenten en twee stuks fruit per dag, beperking van zout (ivm bloeddruk) en alcohol, en zorgen voor een optimaal gewicht. Ook de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum onderschrijven deze richtlijnen, die overigens ook aan de hele Nederlandse bevolking ter preventie van welvaartsziekten geadviseerd worden.
Eventuele vragen kunt u tussen 10.00 – en 16.00 uur stellen aan de Informatielijn van de Hartstichting tel 0900 3000 300 (lokaal tarief) of aan mw.ir. Ineke van Dis, epidemioloog.
Reactie Voedingscentrum:
\" Het Voedingscentrum is van mening dat een hoog cholesterolgehalte de kans op hart- en vaatziekten verhoogt. Daarbij baseert het Voedingscentrum zich op recente wetenschappelijke kennis en een aantal consensusorganen, zoals de Gezondheidsraad en de World Health Organisation.
Voedingswetenschappers in de hele wereld zijn het erover eens dat er verband is tussen een hoog cholesterolgehalte en het risico op hart- en vaatziekten. In het algemeen wordt gesteld dat de kans op hart- en vaatziekten circa dertig procent kleiner wordt wanneer het cholesterolgehalte tien procent daalt.
Hoe het risico van een hoog cholesterolgehalte in individuele gevallen uitvalt, hangt vooral af van de verhouding tussen het zgn. HDL- en LDL-cholesterol. LDL wordt wel 'slecht' cholesterol genoemd omdat het kan blijven 'plakken' aan beschadigingen in de wanden van bloedvaten. Dit dichtslibben van de bloedvaten kan op den duur een hart- of herseninfarct veroorzaken. HDL zorgt als 'goed' cholesterol voor de afvoer van cholesterol via de ontlasting. Dit werkt cholesterolverlagend en beschermt daardoor tegen hart- en vaatziekten. Daarom geldt: hoe kleiner het aandeel HDL ten opzichte van de totale hoeveelheid cholesterol, hoe hoger het risico op hart- en vaatziekten.
Adviezen voor een gezond cholesterolgehalte
Verzadigd vet in het eten verhoogt het gehalte LDL en dus het 'slechte' cholesterolgehalte. Onverzadigd vet daarentegen vergroot de hoeveelheid 'goed' HDL-cholesterol. Om het cholesterolgehalte gezond te houden, adviseert het Voedingscentrum:
-gebruik magere varianten van voedingsmiddelen (magere melk en yoghurt, mager vlees, magere vleeswaren, 20+ of 30+ kaas)
-vervang vaste bak- en braadvetten, harde margarines en hard frituurvet door halvarine, zachte margarine, vloeibaar bak en braad of olie
-eet minder voedingsmiddelen die rijk zijn aan verzadigd vet, zoals snacks, gebak, koek en chocolade
Het cholesterol in voedingsmiddelen, zoals in eieren, orgaanvlees, paling en garnalen, heeft een klein effect op het cholesterolgehalte in het bloed. Daarom adviseert het Voedingscentrum niet meer dan gemiddeld drie eieren per week te eten.
Andere adviezen om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen
Een hoog cholesterolgehalte in het bloed is slechts één van de risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Andere belangrijke risicofactoren zijn een hoge bloeddruk, overgewicht, roken en overmatig alcoholgebruik. Een gezonde leefstijl helpt de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen. Dat betekent:
-niet roken
-een gezond lichaamsgewicht
-minimaal een half uur beweging per dag
-gezond en gevarieerd eten volgens de Schijf van Vijf, met voldoende volkoren producten en groente en fruit en één