Conservatrix failliet – reactie Verbond van Verzekeraars
Radar vroeg het Verbond om een reactie over het afschaffen van de opvangregeling in 2019, naar aanleiding van de uitzending (01-02-2021) over het faillissement van Conservatrix.
Het faillissement van Conservatrix betreft een uitzonderlijke situatie met een bijzondere voorgeschiedenis, zoals ook blijkt uit de met de Tweede Kamer gedeelde reconstructie over de gang van zaken bij deze verzekeraar. De huidige situatie brengt onzekerheid mee voor de polishouders, wat zeer betreurenswaardig is. Het is nu aan de curatoren om de polishouders hierover te informeren en op zoek te gaan naar een aanpak waarbij de belangen van deze klanten, die bij een faillissement preferente schuldeisers zijn, zo goed mogelijk worden behartigd.
Opvangregeling
Het klopt dat er vroeger een opvangregeling leven was, die de Nederlandsche Bank de mogelijkheid gaf in de markt extra kapitaal aan te trekken om een faillissement van een kleine tot middelgrote levensverzekeraar af te wenden. Deze regeling is vervangen door een combinatie van risicogebaseerde kapitaaleisen (Solvency II) en een uitgebreid instrumentarium voor de toezichthouder om tijdig bij te sturen en een faillissement te voorkomen. Dat is vastgelegd in de wet herstel en afwikkeling.
Een van de redenen waarom de opvangregeling werd beëindigd – behalve dat hij alleen soelaas kon bieden voor relatief kleine levensverzekeraars – was strijdigheid met het Europese mededingingsrecht. Bij de opvangregeling werd een potentieel nieuwe concurrent in het zadel gehesen, in tegenstelling tot het depositogarantiestelsel waar geld over rekeninghouders verdeeld wordt en de betreffende rechtspersoon niet meer bestaat.
Garantiestelsel
Bij banktegoeden is door de wetgever gekozen voor een depositogarantiestelsel, omdat de aard van het bankbedrijf wezenlijk anders is dan het verzekeringsbedrijf. Als het vertrouwen van een rekeninghouder in zijn bank ontbreekt, is het voor deze klant betrekkelijk eenvoudig om over te stappen naar een andere bank. Gebeurt dit massaal, dan ontstaat een zogenoemde 'bank-run', waarbij zelfs een gezonde bank in de problemen kan komen.
Bij levensverzekeraars is dit niet aan de orde. Zij sluiten over het algemeen langlopende contracten met hun polishouders en het uitkeringsmoment is afhankelijk van een bepaalde gebeurtenis. Tegenover verplichtingen staan langlopende investeringen. Het tussentijds beëindigen van een levensverzekering, is doorgaans niet kosteloos en voor polishouders minder aantrekkelijk.
Meer informatie over de wet- en regelgeving en toezicht met betrekking tot levensverzekeraars