Effect bloeddrukverlagers hangt af van eiwitverlies

Mensen met hoge bloeddruk hebben een verhoogd risico op het krijgen van nier-, hart- en vaatziekten als zij ook eiwitverlies in de urine hebben. De doelmatigheid van bloeddrukverlagende middelen is groter, naarmate het eiwitverlies groter is.

Die conclusie trekt farmaceut Cornelis Boersma, promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen, uit een analyse van de urine van meer dan 8500 Groningers. Zij hadden het vocht in 1997 ingeleverd in het kader van een onderzoek naar het verhoogd risico op nier-, hart- en vaatziekten bij mensen met eiwitvierlies in de urine. Boersma's bevindingen zijn gepubliceerd in het British Journal of Clinical Pharmacology.

Volgens Boersma zal een huisarts 111 mensen met hoge bloeddruk moeten behandelen om één hersen- of hartinfarct te voorkomen, als er geen eiwitverlies is. Is dat wel het geval, dan zijn er slechts acht mensen nodig om één hersen- of hartinfarct te verhinderen. Bovendien suggereren zijn gegevens dat mensen met meer eiwitverlies het beste een zogenoemde ACE-remmer (een speciaal bloeddrukverlagend middel) kunnen slikken om hart- en vaatziekten te voorkomen.

De resultaten van Boersma's onderzoek hebben grote gevolgen voor een eventueel grootschalig programma om nier-, hart- en vaatziekten te voorkomen. Door te onderzoeken op eiwitverlies in de urine kunnen mensen met een hoge bloeddruk die een verhoogd risico lopen, worden opgespoord en kan de behandeling van hun kwaal worden verbeterd.

Bron: ANP.