Energierekening - Reactie ACM

11102021 ACM.jpeg

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft gereageerd op de Radar-uitzending van 11 oktober 2021 over de energierekening.

De ACM stelt jaarlijks de maximumtarieven vast die warmteleveranciers bij huishoudens in rekening mogen brengen. De ACM stelt zowel de variabele tarieven (afhankelijk van de hoeveelheid afgenomen warmte) als de vaste tarieven(meterhuur, huur afleverset en aansluitkosten) vast. De variabele tarieven zijn gekoppeld aan de gasprijzen. Hierbij wordt gekeken naar de tarieven die gasleveranciers per 1 januari 2022 hanteren.

Dit betekent dat de tarieven voor warmte meestijgen met de gasprijs, ook als deze warmte niet door gas wordt opgewekt. Deze koppeling is in de Warmtewet vastgelegd. De wetgever heeft voor deze zogenoemde 'gasreferentie' gekozen omdat een aansluiting op een warmtenet net zo duur zou moeten zijn als het verwarmen met gas. Dit wordt het 'niet meer dan anders'-principe genoemd. Deze koppeling van de warmteprijs aan de gasprijs heeft nu het ongewenste effect dat bewoners die geen gas (meer) gebruiken wel financiële gevolgen ondervinden van hoge gasprijs. Vanwege het toenemend aantal warmteaansluitingen heeft de ACM al eerder bepleit de koppeling met de gasprijs los te laten. Dit is ook het voornemen in het Wetsvoorstel Collectieve Warmtevoorzieningen dat het ministerie van EZK momenteel in voorbereiding heeft.

De ACM houdt de rendementen van warmtebedrijven wel in de gaten. Als blijkt dat warmtebedrijven de komende jaren onredelijke rendementen gaan behalen dan kan de ACM ingrijpen en de tarieven van bepaalde leveranciers zo nodig corrigeren. Dit is echter geen oplossing voor de korte termijn. De ACM heeft deze bevoegdheid formeel per 8 oktober 2021 gekregen en is dit instrument nu aan het uitwerken. Dat betekent dat de ACM eerst moet vaststellen wat een redelijk rendement voor de bedrijven is. Daarbij kan de ACM ook onderzoeken wat het effect van de huidige prijsstijgingen is op de rendementen van bedrijven.