Extra leed letselschadeslachtoffers door slechte afhandeling schadezaak
Wie een letselschadezaak heeft lopen, moet soms jarenlang wachten op uitbetaling. Radar ondervroeg meer dan 3000 letselschadeslachtoffers. De meerderheid hiervan is ontevreden over de afhandeling van de zaak, volgens twee derde wordt deze onnodig vertraagd. Vaak worden medische bewijzen in twijfel getrokken. De handelswijze van de tegenpartij blijft niet zonder gevolgen: 43 procent kampt door het verloop van de zaak met psychisch leed, 59 procent ondervindt financiële nadelen. De helft van de ondervraagden zegt totaal geen grip te hebben op de afhandeling van hun zaak. Meer dan de helft voelt zich soms meer verdachte dan slachtoffer.
Wanneer je door een ongeluk letselschade oploopt, hoop je op een vlotte afhandeling van het verzekeringswerk. Radar krijgt regelmatig berichten van mensen waarbij dit niet het geval is. Met de Samenwerkende Slachtoffer Organisaties Letselschade (SSOL) heeft Radar een vragenlijst uitgezet, die door 3085 ervaringsdeskundigen is ingevuld.
Veruit de meeste schade is veroorzaakt door een verkeersongeval (72%). In 5 procent van de gevallen is er sprake van een medische misser, in 1 procent van een ondeugdelijk product. De gevolgen van het ongeluk zijn vaak niet gering. 44 procent heeft door het ongeval last van psychisch letsel. Een greep uit de toelichtingen: piekeren, angst, trauma, depressie, vermoeidheid, nachtmerries, concentratieproblemen, ongeremd gedrag en persoonlijkheidsveranderingen.
Ook uit de genoemde kostenposten spreekt veel leed: medische kosten, smartengeld vanwege een verminderde kwaliteit van leven, verlies aan inkomen, kosten voor huishoudelijke hulp, zelfredzaamheid (bijvoorbeeld tuinonderhoud of schilderwerk), vervangend vervoer, materiële schade als gevolg van het lichamelijk letsel (bijvoorbeeld aanpassingen aan de woning) en affectieschade: een compensatie voor het verdriet vanwege het overlijden van een naaste.
Tegenpartij trekt klachten in twijfel
Dat de genoemde klachten daadwerkelijk zijn veroorzaakt door het ongeval, dat wordt nogal eens in twijfel getrokken; 55 procent van de ondervraagden geeft aan dat dit bij hun het geval is (geweest). Het vaakst (bij 66%) gaat deze discussie over het zogeheten 'causaal verband' over de medische bewijslast, bij 48 procent over de hoogte van de schadevergoeding. Enkele andere punten van discussie zijn: wie er aansprakelijk is voor het ongeval (23%), hoe het ongeval is gebeurd (18%) en of mensen zelf (deels) schuldig zijn aan het ongeval (17%).
Hoe hoger het schadebedrag, hoe vaker getwijfeld wordt - niet alleen aan de hoogte van de schadevergoeding, maar ook aan de medische bewijslast: bij zaken die boven de 50.000 euro uitkomen, wordt deze in 80 procent van de gevallen in twijfel getrokken. Van alle deelnemers waarbij discussie is ontstaan over de medische bewijslast heeft het grootste gedeelte al meerdere medische adviezen op tafel gelegd. Bij 71 procent meer dan één, en bij 35 procent zijn er al 4 of meer adviezen gegeven. Dit aantal kan flink oplopen.
Bij 16 procent is het causale verband afgewezen, wat inhoudt dat wordt gezegd dat de klachten níet door het ongeval veroorzaakt zijn. Bij nog eens 25 procent is dat gedeeltelijk het geval. Een ruime meerderheid (78%) vindt niet dat deze afwijzing van het verband tussen schade en ongeluk voldoende is onderbouwd.
Erkenning staat niet gelijk aan geld op je rekening
In twee derde van de gevallen in het onderzoek is er sprake van een partij met 'schuld' aan het ongeval; de aansprakelijke partij. Bij 73 procent heeft de tegenpartij de gehele aansprakelijkheid erkend. Bij nog eens 11 procent gedeeltelijk. Bij 9 procent is de aansprakelijkheid afgewezen. De erkenning gaat niet altijd even vlot: bij slechts de helft (52%) kwam de erkenning van de tegenpartij binnen de drie maanden die daarvoor staat. De rest moest langer wachten; bij een kwart (26%) duurde dit ten minste een jaar, voor 13 procent duurde het langer dan 3 jaar.
Van de mensen waarbij de aansprakelijkheid (gedeeltelijk) is erkend, geeft 1 op de 5 (21%) aan dat er nog geen bedrag overeengekomen is. Wanneer dit wel het geval is, wil dat niet zeggen dat het overeengekomen bedrag gelijk is aan het geclaimde bedrag, zeker niet wanneer het om een fors bedrag gaat: vanaf claims hoger dan 75.000 euro zien we dat het percentage dat een bedrag claimt flink hoger is dan het percentage dat een dergelijk bedrag ook overeenkomt.
Ook kan het lang duren voordat er daadwerkelijk wordt uitgekeerd. 32 procent geeft aan dat het totale bedrag ondanks de erkenning op het moment van ondervraging nog niet is uitgekeerd. Van de mensen die wel het volledige bedrag uitbetaald hebben gekregen, geeft 60 procent aan dat dit niet binnen een jaar is gelukt. Bij 41 procent duurde langer dan 2 jaar of langer, bij 19 procent zelfs langer dan 5 jaar.
Afhandeling schadezaken duurt onnodig lang
Van alle deelnemers is 56 procent niet te spreken over de tijd die de schadeafhandeling in beslag neemt, waarvan twee derde zelfs 'heel ontevreden' is. In sommige gevallen duurt de afhandeling van een letselschadezaak langer doordat de medische toestand nog verandert; deze kan beter of juist slechter worden. In dat geval zijn de uiteindelijke consequenties van het ongeval nog niet duidelijk. Dit speelt bij 34 van de ondervraagden; deze vertragende factor speelt dus lang niet altijd.
Als de behandeling van een letselschadeclaim langer dan twee jaar duurt, zou volgens de Gedragscode Behandeling Letselschade een mediator ingeschakeld moeten worden: een onafhankelijke partij tussen jou en de verzekeraar in. Van degenen waarbij de claim langer dan 2 jaar loopt (of liep), hebben de meesten niet om mediation gevraagd, maar 78 procent heeft dit ook niet aangeboden gekregen.
Twee derde van alle deelnemers geeft aan dat zij het gevoel hebben dat de afhandeling onnodig wordt vertraagd. In drie kwart van de gevallen wijzen zij de verzekeraar van de tegenpartij aan als schuldige. Slechts 1 op de 5 (22%) heeft het gevoel dat zij grip hebben op de schadeafhandeling. 29 procent heeft dit gedeeltelijk, de helft van alle ervaringsdeskundigen heeft zegt geheel géén grip op de zaak te voelen.
Leed door afhandeling letselschadezaak
43 procent zegt dat er door de handelswijze van de tegenpartij psychisch leed is ontstaan. Daarnaast zegt 59 procent financieel nadeel geleden te hebben door de schadeafhandeling, in de meeste gevallen door onvoldoende of te trage uitbetaling. 57 procent geeft aan (ook) andere nadelen te hebben ondervonden aan de manier waarop de afhandeling van de schadezaak verloopt. (Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om de directe gevolgen van het ongeluk, zoals we ook bij de vraag hebben vermeld.) De nadelen die genoemd worden: het verlies van een sociaal leven (29%) zich een ander persoon voelen (26%) depressie (23%), baanverlies (22%) en niet meer op vakantie kunnen (14%). Kleinere percentages mensen zien hun relatie stuklopen, moeten hun huis uit, zien hun kinderen niet of minder en moeten huisdieren wegdoen.
Een meerderheid, 55 procent, voelt of voelde zich door de bejegening van de tegenpartij soms verdachte in plaats van slachtoffer, een meerderheid hiervan (58%) zelfs niet af en toe, maar vaak of voortdurend.
Over het onderzoek naar letselschade
Het onderzoek naar letselschade is een samenwerking tussen Radar en de Samenwerkende Slachtoffer Organisaties Letselschade (SSOL), een partij die zich inzet voor een betere rechtspositie voor letselschadeslachtoffers. 3085 mensen deelden tussen hun ervaring rondom letselschade, tussen 10 februari en 9 maart 2020. In de meeste gevallen vulden zij de vragenlijst in over hun eigen situatie (ruim 2500 mensen), ruim 500 mensen deden dit voor een (zeer) naaste persoon. De meerderheid van de respondenten is lid van het panel van Radar, een groep van ruim 70.000 consumenten verspreid over het land. Wil jij in vervolg ook uitgenodigd worden voor onze onderzoeken, over uiteenlopende consumentenzaken? Meedoen is altijd gratis: schrijf je in voor het Radar Testpanel.