Extra overlijdensgevallen verpleeghuizen door onvoldoende zorgtijd
Wie in een verpleeg- of verzorgingshuis werkt, komt sinds de coronapandemie veelal minder aan zorgtaken toe, en dit heeft ernstige gevolgen. Dit blijkt uit een onderzoek onder ruim 4000 mensen die in een verzorgings- of verpleeghuis werken, wonen of een naaste hebben zitten.
Van de bijna 800 deelnemers die aangeven dat zij werken in een of meerdere instellingen, laat de helft (49%) weten dat zij sinds de coronapandemie minder aan zorgtaken toekomen dan voorheen. Dit komt voornamelijk door de lagere personeelsbezetting vanwege ziekte(verschijnselen), zo zegt 68 procent. 'Geen vrijwilligers dus zelf activiteiten organiseren, koffiedelen, 2x daags bewoners temperaturen, bewoners eten op de kamer in plaats van in het restaurant, maar 1x daags bezoek per bewoner', somt een deelnemer aan het onderzoek op. Meer mensen noemen het tekort aan handen nu vrijwilligers niet (mogen of willen) komen: 'Het zorgpersoneel doet simpelweg zoveel ze kunnen, al kunnen zij gewoon niet opvangen wat de vrijwilligers er "even" bij doen normaal.'
Zorgpersoneel kan niet opvangen wat vrijwilligers er "even" bij doen normaal
64 procent geeft aan dat het (ook) komt doordat beschermende maatregelen tijd in beslag nemen: 'Als een zorgvrager in isolatie zit, moet je bij het aanbieden van een kopje koffie/boterham/maaltijd/zorg et cetera beschermende kleding aan, duur 10 minuten. Oftewel minimaal 1 uur per dienst extra bezig met bescherming en geen zorg kunnen bieden aan zorgvrager.'
Administratieve druk
28 procent spreekt van een hogere administratieve druk: 'Je wordt overspoeld met mails van de leiding, coronamaatregelen-mails krijg je om de 2 /3 dagen. Je wordt overvraagd om in werkgroepjes te komen zitten of om op bijeenkomsten te komen, en dat allemaal in de zorgtijd van de cliënten. Als je een paar dagen vrij bent en op werk naar je mail kijkt ben je het eerste uur bezig om alles te lezen.'
Ook familie die steeds de randjes opzoekt kost tijd
Daarnaast zijn bewoners zelf ook onrustiger. Zo laat een zorgmedewerker weten: 'Dit brengt frustratie en boosheid met zich mee en voor ons meer alertheid. Je moet escalatie onderling vóór zijn en in goede banen leiden.' Tot slot geven meerdere verzorgenden aan druk te zijn met de familie, die op de hoogte én in het gareel moeten worden gehouden: 'Familie die steeds de randjes opzoekt en de discussie start.'
Overleden door onvoldoende zorg
Wanneer we alle betrokken respondenten vragen in hoeverre bewoners sinds de coronapandemie worden voorzien in hun basisbehoeften, geeft 1 op de 3 (33%) aan dat het minder is dan voorheen. Het gaat hierbij om zaken als: op tijd eten en drinken, naar de wc, en noodhulp krijgen. We vroegen de groep die aangeeft dat er minder in de basisbehoeften wordt voorzien hoe ernstig de gevolgen hiervan zijn.
Bijna 1 op de 10 (9,5%) geeft aan dat de gevolgen maximaal zijn: er sterven mensen die anders nog zouden leven. Dit gaat hierbij dus niet om de gevolgen van corona-infecties, maar om de gevolgen van het minder kunnen voorzien in basisbehoeften zoals eten, drinken en noodhulp, waar verzorgenden door de coronapandemie minder aan toekomen. Nog eens 36 procent geeft aan dat de gevolgen hiervan ernstig zijn: het gaat ten koste van de gezondheid van bewoners.
Minder tevreden over bezoekmogelijkheid
We vroegen mensen ook om aan te geven in hoeverre zij tevreden zijn met allerlei afzonderlijke aspecten van leven en werken in een zorginstelling. Deze zelfde vragen legden we ons panel vier jaar geleden voor. De groep deelnemers zal deels overlappen en deels verschillend zijn. We hebben dan ook niet naar individuele verschillen gekeken, maar een vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de groepen als geheel, in 2017 en in 2021.
Het meest tevreden tonen mensen zich over de ligging en omgeving van de instelling. Andere positieve zaken zijn: de inrichting van de eigen woonruimte (70% is daar positief over) en de hoeveelheid eten (67% is positief). Vier jaar geleden, toen we dezelfde vragen voorlegden, waren mensen het meest positief over de mogelijkheid tot bezoek (90% positief), de omgang met bezoek (79% positief) en ook toen al de ligging en omgeving van de instelling (80% positief).
Wanneer we de deelnemers aan het onderzoek van dit jaar vragen om de verschillende aspecten van wonen en werken in een zorginstelling te vergelijken met de situatie vóór corona, zijn mensen nu inderdaad vooral meer ontevreden over de mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Ook over de hoeveelheid activiteiten tonen veel mensen zich minder tevreden, vergeleken met vóór de coronapandemie.
Hoewel veel mensen aangeven dat zij sinds corona minder tevreden zijn over het stimuleren van lichaamsbeweging, blijkt uit het onderzoek van vier jaar geleden dat de beoordeling toen precies gelijk was: 37 procent was er, net als nu, tevreden over en 33 procent (zowel in 2017 als in 2021) ontevreden.
Positief over aandacht zorgpersoneel
Vier jaar geleden waren er nog twee andere aspecten aan het verzorgings- of verpleeghuis die door een flinke groep mensen negatief werden beoordeeld: de mogelijkheid om naar buiten te gaan (34% negatief) en de tijd en aandacht van de medewerkers (in 2017 was maar liefst 43% daar negatief over).
Het is allemaal minder, maar het personeel doet haar best
Dit zijn juíst zaken zijn te leiden hebben onder de coronapandemie. Zoals gezegd: de helft van de zorgmedewerkers die deelnamen aan het onderzoek van dit jaar, geeft aan dat zij minder aan hun zorgtaken toekomen. Toch worden beide aspecten nu door 62 procent van alle betrokken deelnemers positief beoordeeld, en door een veel kleinere groep negatief: Over de mogelijkheid om naar buiten te gaan is 21 procent negatief; over de tijd en aandacht van medewerkers is 25 procent negatief. Mensen lijken begrip te hebben voor de situatie. 'Het is allemaal wat minder, maar het personeel doet erg haar best voor de bewoners', zo licht iemand toe.
Beter af in een zorginstelling?
Tot slot nog een alinea over de deelnemers aan onze onderzoeken die van zichzelf of een bekende aangeven niet in een verpleeg- of verzorgingshuis te wonen, terwijl dat wel beter zou zijn. In 2021 geeft 16 procent van de deelnemers aan dat dit het geval is. In de meeste gevallen ligt dit bij de mensen zelf: zij hebben een voorkeur voor zelfstandig wonen (43%) of willen niet verhuizen (42%). Toch zijn er ook externe factoren: 23 procent komt niet in aanmerking, 21 procent staat op een wachtlijst. Ruim een kwart wacht al langer dan een jaar. 28 procent noemt de situatie onhoudbaar.
In 2017 gaf maar liefst 46 procent aan iemand te kennen (of zijn) die beter af is in een tehuis. Ook hier komt dat regelmatig doordat mensen zelf niet willen, maar nog vaker dan nu omdat zij niet in aanmerking komen (31%) of op een wachtlijst staan (18%). De wachttijden komen overeen met nu, 34 procent gaf destijds aan dat de situatie niet langer houdbaar was. In dat opzicht lijkt de situatie nu iets minder nijpend, al zou het kunnen komen door corona-angst dat minder mensen een plek in een tehuis verkiezen boven thuis. Ook onder de ondervraagden die wél vinden dat een plek in een instelling beter zou zijn, geeft 14 procent aan dat angst voor corona(maatregelen) eraan bijdraagt dat er nog niet verhuisd is.
Bekijk de uitzending waarin dit onderzoek aan bod komt:
Enquête ouderenzorg in verpleeghuizen: 'Ontstellende feiten'
Over het onderzoek naar verzorgings- en verpleeghuizen
De vragenlijst over de situatie in verpleeg- en verzorgingshuizen kon worden ingevuld van 9 tot en met 26 januari 2021. 12.384 mensen deden eraan mee, waarvan 4.111 mensen met relevante ervaring. Zij wonen zelf in een verpleeg- of verzorgingshuis (80 mensen), werken er (bijna 800 mensen) of hebben regelmatig contact met iemand die er woont (ruim 3200 mensen). Het grootste deel van de deelnemers is lid van het Radar Testpanel. Wil jij ook panellid worden? Meld je (gratis) aan, dan nodigen wij je voortaan uit om aan onze onderzoeken mee te doen (ongeveer 2 per keer per maand).