'Geld voor bouw sociale huurwoningen blijft liggen'

sociale-woningbouw-geld-blijft-liggen-780.jpg

Woningcorporaties realiseren maar 62 procent van hun jaarlijkse bouwplannen, blijkt uit de zogenoemde Staat van de corporatiesector. Volgens toezichthouder Autoriteit woningcorporaties ligt dat niet aan belastingen als de verhuurdersheffing, zoals de corporaties zelf zeggen.

'Wij staan met verbazing te kijken dat er geld is, dat corporaties kunnen bouwen, en dat het toch niet gebeurt', zegt directeur Kees van Nieuwamerongen van de Autoriteit woningcorporaties in een interview in Trouw. 'De afgelopen jaren, vanaf 2014, hebben corporaties jaarlijks zo'n 1 tot 2 miljard aan schulden afgelost. Dat is geld dat, oneerbiedig gezegd, op de plank ligt. Geld waar huizen voor gebouwd hadden kunnen worden.'

Volgens de Autoriteit zeggen woningcorporaties dat ze jaarlijks 25.000 woningen willen bouwen. 'Toch blijkt aan het eind van het jaar dat ze een stuk minder hebben gebouwd: nog geen 15.000 woningen.'

Minister: 'Belemmeringen wegnemen'

Verantwoordelijk minister Stientje van Veldhoven (Milieu en Wonen) noemt het 'zorgelijk dat het woningcorporaties jaar op jaar niet lukt om hun planning qua nieuwbouw van huizen te halen'. Ze wil op korte termijn 'steviger afspraken' maken met corporaties en gemeenten over de bouwproductie en eventuele belemmeringen voor 'meer plannen' wegnemen.

Aedes: 'Verhuurdersheffing is grootste belemmering'

In een reactie stelt de koepelorganisatie voor woningcorporaties Aedes dat de verhuurdersheffing en andere oplopende belastingen 'desastreuze gevolgen' hebben voor de investeringsruimte van de corporaties.

'Prima als de minister van alle partijen maximale inzet voor nieuwbouw vraagt' , aldus Aedes. 'Maar het kabinet is zelf verantwoordelijk voor de grootste belemmering voor corporaties: de verhuurdersheffing.'

Woonbond: 'Corporaties staan voor grote uitdagingen'

De Woonbond wijst op de grote uitdagingen waarvoor de corporaties staan. 'Er moeten honderdduizenden woningen verduurzaamd, er moet heel veel worden bijgebouwd en de huren moeten betaalbaar worden gehouden', stelt Woonbond-directeur Paulus Jansen. 'Dan kun je als politiek niet tegelijkertijd de sociale huursector als melkkoe blijven gebruiken.'

Hoogleraar woningmarkt: 'Corporaties lopen tegen beperkingen aan'

Volgens prof. dr. Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, blijft er inderdaad geld liggen, maar valt dat niet enkel de woningcorporaties aan te rekenen. 'De corporaties kunnen veel meer dan ze nu doen, maar ze lopen tegen beperkingen aan. Hun positie in het ontwikkelingstraject is verzwakt. Dat heeft met verschillende externe factoren te maken: ze hebben geen grond meer, ze zien het aantal bouwvergunningen teruglopen, gemeentes vragen soms minder om sociale woningbouw, ze kunnen minder zelfstandig ontwikkelen.

Wat zou het tij kunnen keren? 'Al het beleid en alle initiatieven die de productie weer op gang brengen, daarmee zijn woningcorporaties ook geholpen,' meent Boelhouwer. 'En ze zouden iets meer ontwikkelvrijheid kunnen krijgen. Dus dat ze bijvoorbeeld ook meer in het middensegment mogen ontwikkelen, en dat ze niet meer die markttoets hoeven te doen. Ze zijn nu te afhankelijk van derden, zoals gemeenten en ontwikkelaars.'

Wat is de markttoets?

Kerntaken van woningcorporaties omschrijft de Woningwet als 'diensten van algemeen economisch belang', ook wel afgekort als daeb. Dit zijn het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen, het beheren van maatschappelijk vastgoed en investeren in leefbaarheid.

Voorbeelden van activiteiten die niet van algemeen economisch belang zijn ('niet-daeb') zijn het bouwen van een winkelcentrum of bibliotheek, of het aanleggen van parkeergelegenheden.

Een woningcorporatie mag alleen een niet-daeb activiteit uitvoeren als commerciële bedrijven geen interesse hebben. Dit moet blijken uit een zogeheten markttoets. De gemeente voert zo’n markttoets uit.

Bron: Rijksoverheid.nl

Meer over sociale-huurproblematiek in documentaire De Woningnoodramp

Boelhouwer kwam ook aan het woord in de Radar Extra-documentaire De Woningnoodramp, waarin hij al liet zien dat de sociale huursector bijna niet meer toegankelijk is. 'De wachttijden in de scoiale huursector zijn gigantisch. In Purmerend vertelden ze me dat je twintig jaar moet wachten op een woning', vertelde hij daarin.

Bekijk De Woningnoodramp: Starters en doorstromers