Helft gemeenten verhoogt OZB ruim 5 procent

Het tarief voor de onroerendezaakbelasting (OZB) is dit jaar in 227 gemeenten met meer dan 5 procent gestegen. Slechts 3 van de 415 gemeenten hanteerden een lager tarief. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag bekend.

In de grote steden is de stijging van het OZB-tarief volgens de onderzoekers relatief laag. In Amsterdam en Rotterdam steeg het ongeveer 2,5 procent en in Utrecht 1,6 procent. Den Haag is een uitzondering met een tariefsdaling van 4,3 procent. De andere twee gemeenten waar het tarief is verlaag zijn Anna Paulowna en Lopik.

De grootste stijging van de onroerendezaakbelasting is in Lingewaard, met meer dan 60 procent. Volgens CBS-econoom Peter Hein van Mulligen is iemand met een woning van 300.000 euro daardoor 188 euro extra per jaar kwijt. Maar in doorsnee voelen huiseigenaren het nauwelijks in de portemonnee. 'Gemiddeld gaat het om nog geen 20 euro', zegt Van Mulligen.

In Limburg en Groningen liggen de tarieven beduidend hoger dan in Utrecht of Noord-Brabant. Dat heeft te maken met de waarde van de woningen. 'Een gemeente met veel dure woningen kan volstaan met een laag tarief om toch een behoorlijke opbrengst te krijgen. Maar door een daling van de woningprijzen moet een gemeente de tarieven extra verhogen om de inkomsten uit de OZB op peil te houden', aldus het CBS.

Appingedam kent het hoogste tarief. Daar betaalt een huizenbezitter bijna 5 keer zo veel als op Texel voor een woning met dezelfde WOZ-waarde.

Eerder dit jaar werd al bekend dat gemeenten dit jaar meer onroerendezaakbelasting innen dan was afgesproken. De rijksoverheid en de gemeenten hadden afgesproken dat de landelijke opbrengst van de OZB niet meer dan 3,75 procent zou stijgen. Dat is 5,68 procent geworden. Daardoor is de maximale stijging voor volgend jaar verlaagd van 3 tot 2,67 procent.

Bron: ANP