Het Noodboekje valt op de mat: wat moet je écht regelen?

Vanaf 25 november zit er bij 8,5 miljoen huishoudens een boekje in de brievenbus: 'Bereid je voor op een noodsituatie'. Met een landelijke campagne adviseert de overheid Nederlanders om voorbereid te zijn op de eerste 72 uur na een ramp of uitval. In het boekje staat niet alleen een boodschappenlijstje voor water en batterijen; het beschrijft ook hoe jij ervoor staat in de eerste fase van een crisis. Radar zet op een rij welke voorbereiding er van je wordt gevraagd en wat dit betekent voor je veiligheid en je portemonnee.
‘72 uur zelfredzaamheid’
In het nieuwe noodboekje, dat onderdeel is van de campagne 'Denk Vooruit', kiest de overheid voor een opvallend directe benadering. In Nederland zijn we gewend dat hulpdiensten bij spoed snel ter plaatse zijn, maar het boekje waarschuwt dat dit bij een grote ramp niet vanzelfsprekend is.
De Rijksoverheid stelt: "Bij een grote crisis kunnen de hulpdiensten niet iedereen direct helpen. Zij zijn daar waar ze het hardst nodig zijn. U bent daarom de eerste periode op uzelf aangewezen."
Dit betekent concreet dat je er bij een ramp niet op kunt rekenen dat 112 voor je beschikbaar is, tenzij je situatie levensbedreigend is. De hulpdiensten geven op dat moment voorrang aan de grootste nood op landelijk of regionaal niveau. Jouw situatie moet je op dat moment zelf oplossen. De overheid hanteert hierbij een termijn van drie dagen, oftewel de 72-uursnorm: “Met een noodpakket ben je goed voorbereid om het thuis de eerste 72 uur van een noodsituatie vol te houden.”
Afspraken maken met het gezin
Naast een fysieke noodvoorraad legt het boekje veel nadruk op het maken van een persoonlijk plan. Dit is vooral belangrijk omdat we in ons dagelijks leven volledig vertrouwen op smartphones en constante bereikbaarheid. Bij een grote crisis is de kans groot dat telefonie en internet uitvallen, waardoor je opeens niet meer weet waar gezinsleden zijn of hoe je ze kunt bereiken. Het boekje adviseert daarom om dit vooraf te regelen:
"Een noodsituatie is moeilijk te voorspellen. Daarom is het goed als je vooraf hebt nagedacht over wat je doet. Spreek af waar je elkaar ontmoet als je niet naar huis kunt en elkaar niet kunt bereiken."
Dit advies vraagt dus eigenlijk om scenario's te bespreken waar je normaal nooit bij stilstaat, maar die belangrijk zijn als de communicatie wegvalt. De overheid stelt als voorbeeld de praktische vraag: "Wie haalt de kinderen op van school of opvang als er geen communicatie mogelijk is?"
Ook je digitale administratie kan op een moment van nood niet beschikbaar zijn. Veel mensen bewaren polissen en contactgegevens in de cloud of op hun telefoon, maar bij een cyberaanval of langdurige stroomstoring kun je daar niet bij. Het advies is daarom om terug te gaan naar papier: "Zorg voor kopieën van identiteitsbewijzen en een lijstje met belangrijke telefoonnummers op papier."
Niet voor iedereen betaalbaar
Naast de spullen voor in het pakket, raadt de overheid ook aan om contant geld te hebben, omdat pinautomaten en kassa's bij een stroomstoring niet werken: “Contant geld in kleine coupures. Richtlijn: €70 per volwassene en €30 per kind."
Dat is voor een aanzienlijke groep Nederlanders niet zomaar gedaan. Voor een gezin van vier personen betekent dit advies dat er 200 euro contant in een lade moet liggen. Daar komen de kosten van het noodpakket zelf bij. Uit onderzoek van het Armoedefonds blijkt dat dit voor minima een onmogelijke opgave is. De organisatie benadrukt dat mensen in armoede elke euro nodig hebben voor de boodschappen van vandaag. Geld opzijleggen voor een crisis in de toekomst is voor deze groep, zo stelt het fonds, simpelweg geen optie.
Informatie via de regionale zender
Als het internet uitvalt, stopt de stroom aan nieuws via nieuwssites en sociale media direct. Zelfs het luchtalarm of NL-Alert op je mobiel is kwetsbaar als de zendmasten door stroomgebrek uitvallen. Het noodboekje adviseert daarom een FM-radio in huis te hebben, die in de samenstelling van noodpakketten vaak wordt genoemd.
"Als de stroom uitvalt en er geen internetverbinding mogelijk is, kan uw regionale radiozender nog wel uitzenden. U kunt dan luisteren naar de rampenzender."
Maar weet jij de FM-frequentie van je lokale radiozender wel te vinden zonder internet? Het boekje geeft daarom de opdracht: "Schrijf de frequentie van de rampenzender in jouw regio op en plak dit op de radio. En stel de radio alvast op deze zender in.”
Wat is overheidsadvies en wat is marketing?
Nu het boekje landelijk verspreid wordt, is de kans groot dat commerciële partijen hierop inspelen met dure, kant-en-klare noodpakketten. Maar is dat allemaal wel nodig? Radar nam eerder dit jaar, samen met oud-militair Derek de Vries, de proef op de som: zijn deze pakketten hun geld wel waard?
Het is belangrijk om te weten dat de overheid in het boekje geen specifieke merken of dure pakketten voorschrijft. De campagne benadrukt juist dat je klein kunt beginnen en veel spullen waarschijnlijk al hebt: "Een noodpakket samenstellen is vaak makkelijker dan je denkt. Stel zelf uw pakket samen."
De meeste benodigde spullen, zoals een zaklamp, batterijen of flessen water, zijn gewoon verkrijgbaar bij de supermarkt. Dure 'preppers-pakketten' van honderden euro's kunnen een veilig gevoel geven, maar zijn voor het opvolgen van het overheidsadvies niet noodzakelijk. De boodschap is niet dat je meteen een volgestouwde bunker nodig hebt, maar wel dat je nadenkt: ben ik voorbereid als het misgaat?
Je kunt het Informatieboekje ook alvast online inzien, op denkvooruit.nl.
Bron: Onderzoek Armoedefonds: ‘Mensen in armoede niet voorbereid op noodsituaties’