Impact studieschuld op hypotheek - reactie minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Reactie Eppo Bruins

In de uitzending van maandag 14 oktober 2024 bespreken we hoeveel invloed je studieschuld heeft op de maximale hypotheek die je kunt krijgen. We hebben minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om een reactie gevraagd. Deze reactie lees je hieronder. 

Studenten zijn vaak niet op de hoogte van de gevolgen van een hoge studieschuld. Daarom pleit onder meer het Nibud voor meer financiële educatie. Kunt u zich daar in vinden?

Ja, het is belangrijk dat jongeren leren over geld en leren met geld om te gaan, niet alleen voor het gebruik van studiefinanciering. In het primair onderwijs wordt daarvoor de basis gelegd doordat kinderen leren rekenen en leren over budgetteren. Het voortgezet onderwijs bouwt daarop voort, bijvoorbeeld in het vak economie. In het mbo is rekenen een verplicht onderdeel van de opleiding en wordt in de lessen zoveel mogelijk aangesloten bij de leefwereld van de studenten en de context van het beroepsonderwijs. Daarnaast wordt in de lessen burgerschap regelmatig aandacht besteed aan financiële educatie.

Uit onderzoek van PISA blijkt dat Nederlandse jongeren tot de top van de wereld behoren als het gaat om financiële geletterdheid. Ruim 80 procent van de Nederlandse 15-jarigen haalt minimaal het basisniveau financieel geletterdheid dat je nodig hebt om je te redden in de samenleving.

Welke rol moet de overheid hier volgens u in spelen?

De overheid stelt het landelijke curriculum vast en scholen moeten daardoor aandacht besteden aan rekenen en thema’s als consumeren en budgetteren. De basis voor financiële geletterdheid is dus goed geborgd in het funderend onderwijs.

De afgelopen jaren heeft het kabinet daarnaast geïnvesteerd in ondersteuning bij financiële educatie voor jongeren in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs in het kader van de landelijke aanpak armoedebestrijding.

DUO heeft studenten altijd zo goed mogelijk proberen te informeren over de studieschuld en aflossen. Zowel via standaard communicatiekanalen zoals brieven, de website, social media posts op de populaire apps, als speciale campagnes, webinars en MijnDUO. De (oud)student kan 24/7 de eigen gegevens inzien en wijzigen via MijnDUO.

Heeft de overheid hier, gezien het feit dat studenten nog vaak schrikken van de gevolgen van hun studieschuld, de afgelopen jaren tekortgeschoten in voorlichting?

DUO blijft altijd kijken naar mogelijkheden om die informatievoorziening te verbeteren. Zo doet DUO structureel aan klantonderzoek om de dienstverlening steeds verder te verbeteren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan onderzoeken naar bewust lenen en bewust aflossen.

Hoewel het aantal mensen met een studieschuld daalde, is het aantal mensen met een hoge studieschuld juist toegenomen. Dit jaar hebben bijna 350.000 mensen een studieschuld van meer dan 30.000 euro. Wat vindt u van deze ontwikkeling?

Dat het aantal mensen met een hoge studieschuld is gestegen, was te verwachten. Dit zullen namelijk met name studenten zijn die onder het leenstelsel hebben gestudeerd en dus geen basisbeurs hadden. Inmiddels is de basisbeurs opnieuw ingevoerd. Dat zorgt ervoor dat minder studenten nu een lening aangaan. Dit blijkt ook uit de cijfers van het CBS. Aan de groep leenstelselstudenten wordt een tegemoetkoming uitgekeerd. Indien de student een studieschuld heeft bij DUO, zal de tegemoetkoming worden afgetrokken van de schuld.

Volgend jaar gaat een studielening waarschijnlijk nog meer drukken op het maximaal te lenen hypotheekbedrag. Is dat wel wenselijk, ook gezien de huidige krapte op de woningmarkt?

Het kabinet vindt het belangrijk dat mensen een huis kunnen kopen dat zoveel mogelijk aansluit op hun wensen en persoonlijke situatie. Tegelijkertijd mag de aanschaf van een woning niet leiden tot onverantwoorde financiële risico’s voor huishoudens. Dat betekent dat bij een aanvraag voor een hypotheek ook rekening moet worden gehouden met andere financiële verplichtingen zoals een studieschuld. Als deze schulden niet zouden worden meegenomen, zouden consumenten mogelijk meer kunnen lenen dan ze daadwerkelijk kunnen afbetalen. Hierdoor kunnen ze in de problemen komen.

Het Nibud adviseert het kabinet ieder jaar over het actualiseren van de leennormen. Het definitieve advies van het Nibud gebruiken de ministeries van VRO, Financiën en OCW voor de jaarlijkse aanpassingen van de leennormen. Voor wat betreft de weging van een studieschuld bij de aanvraag van een hypotheek hanteert het kabinet het uitgangspunt dat de impact van studieschuld op verantwoorde wijze zo veel mogelijk wordt beperkt. Aanpassingen in de leennormen kunnen de leenruimte verkleinen, maar de leenruimte ook vergroten. Zo is in 2024 de leenruimte voor veel mensen met een studieschuld juist iets gestegen door aanpassingen van de leennormen. Begin november informeert de minister van VRO de Tweede Kamer over de leennormen voor 2025.

In ons item spreken we mensen die, door hun studieschuld, soms wel een ton minder kunnen lenen en daardoor vastzitten. Is de politiek van plan iets voor deze groep mensen te betekenen?

Het is belangrijk om studieschulden mee te nemen bij een hypotheekaanvraag in het kader van een verantwoorde kredietverstrekking. Dit kabinet doet tegelijkertijd veel voor studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd. Vanaf 1 januari wordt voor oud-studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd de eerste tegemoetkoming uitgekeerd. Deze wordt afgetrokken van de studieschuld. Daarnaast heeft dit kabinet nog € 1,4 miljard gereserveerd voor een tweede tegemoetkoming voor deze studenten. Een lagere studieschuld betekent ook minder impact van die studieschuld op de maximale hypotheek.

Het aanbod van meer woningen is uiteindelijk een betere oplossing voor starters dan het vergroten van de leenmogelijkheden. Meer leenruimte leidt doorgaans namelijk vooral tot hogere huizenprijzen. Daarom is de minister van VRO druk bezig met het beleid om 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen. Daarvan dient tweederde betaalbaar te zijn. Deze extra woningen moeten bijdragen aan de kansen van starters. Het kabinet wil hiervoor de procedures verkorten zodat er sneller gebouwd kan worden en investeren in de woningbouw. De komende vijf jaar is er € 5 miljard beschikbaar om de woningbouw te realiseren. Ook wil het kabinet de huidige woningvoorraad beter benutten, waardoor meer ruimte ontstaat voor woonvormen in de koop- en huursector die ook voor starters toegankelijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere flexwoningen, hospitakamers en gesplitste woningen. Specifiek voor starters komt er het Nationaal Fond Betaalbare Koopwoningen. Met dit fonds van € 70 miljoen worden starters met inkomens van maximaal twee keer modaal ondersteund, die net niet voldoende leencapaciteit hebben bij de aankoop van een nieuwbouw koopwoning. Dit pakket aan maatregelen dient de positie van starters te versterken.