Kruipruimtes: achtergrond

http://www.trosradar.nl/index.php?id=uitzending&itemUid=1385

Radar besteedde op 16 maart aandacht aan vochtige kruipruimtes. Drie bouwtechnische maatregelen werden onder de loep genomen: schelpen, piepschuim korrels en folie. Maar wat te doen als je geen last hebt van een vochtige kruipruimte, maar van een kletsnatte? Nieuw-Vennep

In Nieuw-Vennep heeft de wijk Getsewoud last van water in de kruipruimte. Tenminste 30 cm water. Mensen klagen over de muffe lucht, schimmels, kletsnatte ramen van de condens, zilvervisjes en ook over hun gezondheid. Er wordt water geloosd op het riool met een dompelpomp maar eigenlijk mag dit niet. Ook is het een oplossing van tijdelijk aard, want het waterniveau is na een paar dagen weer als vanouds.

De buurtgenoten van Getsewoud zitten met de handen in het haar, want zelf kunnen ze het probleem niet oplossen en de gemeente geeft niet thuis. Sommige bewoners zijn al drie jaar met de gemeente aan het steggelen over wie er verantwoordelijk is voor het probleem. In dit geval is de gemeente verantwoordelijk omdat zij moeten draineren. De bewoner kan wel draineren, maar het water moet ergens naartoe. Hier moet de gemeente voor zorgen.

Wateroverlast: Tips uit HaarlemmermeerZorgplichtDe gemeente is niet altijd verantwoordelijk, maar moet wel uitzoeken wie dat is. Vanaf 1 januari 2008 heeft de gemeente namelijk een zorgplicht. Zij moeten ervoor zorgen dat zij het aanspreekpunt zijn voor de burgers als het gaat om wateroverlast. De gemeente zoekt uit wie verantwoordelijk is.

Het kan dus ook zijn dat u zelf verantwoordelijk bent. De schuld en oplossing ligt dan ook niet altijd bij de gemeente. Gemeentes hebben tot 2012 de tijd om invulling te geven aan deze zorgplicht.

Nieuw-Vennep heeft inmiddels maatregelen getroffen. De buurt is gedraineerd en een extern bureau is ingeschakeld om  onderzoek te doen naar de problemen. Maar niet alle gemeentes doen dit. Radar belde 10 gemeenten met de vraag of de gemeente een aanspreekpunt had voor mensen die wateroverlast hadden. Slechts drie gemeenten namen de klacht serieus en stuurden ons niet van het kastje naar de muur.

Moeilijker was het echter om uit te zoeken wie er op toeziet dat de gemeenten ook daadwerkelijk voor 2012 hun zaken op orde hebben. Rijkswaterstaat wijst naar de Verenging Nederlandse Gemeenten. Op hun beurt stuurt de vereniging ons weer naar Rijkswaterstaat.

De reactie van de Verenging Nederlandse Gemeenten

Wat mensen moeten doen die nu met een kletsnatte kruipruimte te maken hebben, behalve wachten tot 2012, is niet duidelijk.

Dat het probleem opgelost moet worden, is duidelijk. Naast overlast van schimmels, beestjes en gezondheidsklachten zijn er in de meeste gevallen in uw kruipruimte leidingen opgehangen. Als gevolg van vocht en (veel) water in de kruipruimte kunnen deze gaan roesten, opdrijven, doorbuigen en uiteindelijk knappen. Dat dit tot grote schade of zelfs veiligheidsrisico's kan leiden spreekt voor zich. Bovendien is een kruipruimte waar water in staat niet langer toegankelijk voor werkzaamheden onder de vloer.Zelf doen

Frans van de Ven is grondwaterspecialist bij Deltares en verbonden aan de TU in Delft. Volgens hem moet je eerst zoeken naar de oorzaak. Veel mensen denken dat grondwater het probleem is, maar dat is niet altijd zo. Met eenvoudige waarnemingen kunt u al een heel eind komen in uw analyse van het probleem.

1.    De grondwaterstand varieert in de tijd en kan zeker in natte perioden in de winter en het voorjaar hoog oplopen. In extreem natte perioden kan dus grondwater in de kruipruimte staan terwijl er geen sprake is van structurele overlast. Bedenk dus of de wateroverlast veroorzaakt kan worden door regenval.

2.    Controleer of uw regenpijpen en dakgoten niet lekken. Een lekkende waterleiding en lekkages in het hemelwaterafvoersysteem kunnen leiden tot water in de kruipruimte. Hetzelfde geldt voor lekkages in de rioolafvoeren. Als er na een flinke regenbui grote hoeveelheden water in de kruipruimte worden aangetroffen die daarna weer snel verdwijnt, is de kans klein dat het om grondwater gaat.

3.    Verder zegt soms de geur van het water veel over de herkomst. Mocht u er hiermee niet uitkomen, dan kan een eenvoudige meting van het elektrisch geleidingsvermogen uitwijzen of het gaat om puur regenwater, dan wel grondwater of leidingwater.

4.    Vochtoverlast in uw woning kan ook een gevolg zijn van optrekkend vocht door de muren. Zijn de muren vochtig? Als optrekkend vocht de oorzaak is het probleem alleen op te lossen met een combinatie van bouwkundige en technische maatregelen.

5.    Om erachter te komen of het probleem door grondwater komt, moet je je buren inschakelen. Staat uw probleem op zichzelf of komt het meer voor? Eén gesprongen waterleiding zet doorgaans niet de kruipruimten in een complete stadswijk onder water.

6.    Te weinig ventilatie van de woonruimte maar ook van de kruipruimte versterkt het vochtoverlastprobleem. Is de kruipruimte voldoende geventileerd? En de woonruimte? Verbeteren van de ventilatie vergt soms bouwkundige maatregelen, maar wellicht ook aanpassing van het gedrag van de bewoners.

7.    U kunt te horen krijgen dat uw huis van na 1993 is en dus een dampdichte beganegrondvloer moet hebben. Er zou dan van grondwaterproblemen geen sprake zijn. Maar in die dampdichte vloer zitten soms tal van gaten, waaronder het kruipruimteluik en doorvoeren van leidingen en kabels. Via die gaten komt vochtige, muffe lucht uw woonruimte binnen. Sluit deze gaten dus goed af.

8.    De eigenaar van de grond is verantwoordelijk voor de grondwaterstand; voor huurwoningen is dat dus de woningcorporatie of de –eigenaar.

9.    Water in de kruipruimte kan een gevolg zijn van verstopte drainage onder of naast uw woning (op uw eigen perceel). Ligt er drainage onder of naast uw huis? En is er recent nog drainonderhoud uitgevoerd? En weet u waar de inspectie- of de doorspuitputje(s) zitten die nodig zijn voor het onderhoud?

Drainage wordt onderhouden door de drains af en toe met een drukspuit te reinigen; dat noemen we het doorspuiten van de drainage. Uw gemeente weet wel welke bedrijven dit kunnen doen. Hoe vaak drains schoongemaakt moeten worden hangt volledig af van de omstandigheden ter plaatse. Dat kan eenmaal per tien jaar zijn, maar soms is eenmaal per jaar nog krap!

10.    Heeft u bij de aankoop voldoende informatie bij uw woning gekregen, zodat u weet of de kruipruimte droog is, waar de drainage en de inspectieputjes liggen en hoe vaak de drain onderhouden moet worden? Zo nee, vraag er dan om. Alle ruimtes zijn bij de aankoop belangrijk om te onderzoeken. Ook de kruipruimte.

11.    Bij de aanleg van drainage – tijdens de bouw van uw woning – wil nog wel eens iets mis gaan. Door de drainage direct na oplevering door te laten spuiten bent u er zeker van dat de drainageleidingen goede doorgang bieden.

Door zetting kan de bodem van de kruipruimte dalen; de hoogte van de kruipruimte neemt dan na verloop van jaren steeds toe. Maar de bodem van de kruipruimte komt dus tegelijk steeds dichter bij het grondwater, wordt natter en uiteindelijk blijft er water op staan.Maatregelen

Er zijn twee hoofdgroepen maatregelen: bouwkundige en waterhuishoudkundige. Waterhuishoudkundige maatregelen zijn erop gericht het water (de oorzaak) weg te nemen; bouwkundige om overlast te voorkomen.Waterhuishoudkundige maatregelen

Horizontale drainage is de meest gangbare waterhuishoudkundige maatregel, maar alleen zinvol als u zeker weet dat het probleem door grondwater wordt veroorzaakt. Deze maatregel is bovendien alleen uitvoerbaar als u ze per bouwblok neemt, dus met uw buren, tenzij u een vrijstaand huis bewoont.

Het meest effectief is een ringdrain om de woning, of een drain onder de woning doorgetrokken. Maak afspraken met de gemeente over de afvoer van het gedraineerde water.

Is er sprake van een structureel grondwaterprobleem in uw wijk, dan is de eerste vraag of de gemeente drainage in openbaar gebied heeft aangelegd en of die goed is onderhouden. Of zo'n drainage in het openbare terrein een positief effect heeft op uw eigen perceel, is afhankelijk van de bodemopbouw. Die kans is het grootst als uw huis op enkele meters zand staat.

Is de bodem kleiïg of venig, dan zult u waarschijnlijk ook maatregelen op uw eigen perceel moeten treffen – als daar al niet drainage is aangebracht.

Let bij drainage op dat als gevolg van het verlagen van de grondwaterstand geen houten funderingen droog komen te staan! Dit leidt tot ernstige schimmelaantasting van de fundering, en uiteindelijk tot verzakking en scheurvorming. Vermijdt om deze reden ook het gebruik van verticale drainage of dompelpompen.

Dompelpompen leveren zelden het gewenste effect. Mocht het lukken om het water weg te pompen dan nog blijft de bodem nat, waardoor het vochtgehalte in de kruipruimte hoog blijft en de overlast dus niet wordt weggenomen.

Drainage kan het beste ruim onder de grondwaterstand worden aangelegd, op een manier dat de buis steeds vol water blijft staan. Dan verstopt zo'n buis minder snel met ijzer uit het grondwater (een bruine prut) en groeien er geen wortels van bomen en struiken in..

Moet uw huis nog worden gebouwd en is het gebied van oudsher laaggelegen en / of kleiïg of venig ? Probeer dan inzicht te krijgen in de wijze waarop de ontwatering van het openbare terrein is geregeld. Hiervoor is de gemeente het eerste aanspreekpunt.

Wees alert op bouw- en infrastructurele projecten bij u in de buurt. Wanneer een oud, lekkend riool vervangen wordt door een nieuw riool, kan de grondwaterstand aanzienlijk stijgen. Gemeenten leggen veelal drainage naast het nieuwe riool als zo een grondwaterstijging wordt verwacht. Bij dergelijke ingrepen hoort een gedegen meetprogramma om mogelijke veranderingen in de grondwaterstand te kunnen waarnemen .

U kunt ook zelf grondwaterstanden meten in bestaande peilbuizen. Peilbuizen zijn te herkennen aan gele of blauwe kunststof deksels, of oudere gietijzeren straatpotten, met het opschrift 'peilbuis'. Grondwaterstanden kunnen handmatig worden gemeten met een peilklok, deze kosten ca. 30 euro.

Bestaande peilbuizen kunnen wel verstopt of beschadigd zijn, en daarmee onbetrouwbaar. Laat de peilbuis altijd door een deskundige inspecteren als u de gegevens wilt inzetten als bewijsmateriaal in een procedure.Bouwtechnische maatregelen

De beste maar ook duurste maatregel tegen vochttransport door de muren is het aanbrengen van een vochtkerende laag, over de hele lengte van alle muren. Ook is het mogelijk de muren te laten impregneren met een chemische stof die de poriën vult. In alle gevallen vergt dit vakwerk. Afdekken van een natte muur met restauratiepleister of met een voorzetwand lost natuurlijk de kern van het probleem niet op.

In de kruipruimten met een vochtige bodem kunnen korrels of schelpen worden gestort om het vochttransport af te remmen. Ook kan de bodem worden afgedekt met een folie. Met extra zand en/of korrels kunnen ook te diep geworden kruipruimten weer worden aangevuld, waardoor ze (beter) droog blijven.

Radars item over vochtige kruipruimtes in de uitzending van 16 maart 2009

Gaten in de vloer en eventuele scheuren waarlangs vochtige lucht kan stromen van de kruipruimte naar de woonruimte kunnen aan de onderzijde worden gedicht door de vloer te laten schuimen.Handige linksBoven Water Komen (pdf). Definitiestudie naar grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied

BouwRijp

Wateroverlast: Tips uit Haarlemmermeer