Lege autoaccu? 'Gebruik geen startkabels'

210104 startkabels.jpg

In de vrieskou is de kans groter dat de batterij van je wagen het begeeft. Zeker als je je door het coronavirus weinig verplaatst en de accu zich zelden volledig kan opladen. Dan maar de startkabels tevoorschijn halen, reageer je snel. Maar daar waarschuwen pechverhelpers en de ANWB voor, vooral bij moderne wagens.

Na de kerstvakantie krijgen pechverhelpers meer oproepen over batterijproblemen. Als auto's lang stilstaan, zeker bij lage temperaturen, kan de accu leeglopen. In dat geval raden pechverhelpers het gebruik van startkabels af. 'Als je ze verkeerd gebruikt, kan de plotse stroomstoot die startkabels uitlokken de elektronica in hedendaagse auto's beschadigen.' 

Zoek deskundige hulp

Volgens de ANWB is het belangrijk om deskundigen om starthulp te vragen. Als je zelf schade aan je autobatterij berokkent, dan is die schade niet verzekerd. Pechverhelpers gebruiken boosters om accu's nieuw leven in te blazen, met de nodige technische bekwaamheid. 

'Eerst lichten even aan'

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Goed om te weten is dat een accu gemiddeld vijf jaar meegaat en vanaf vier jaar makkelijk leegloopt. Zo vermijd je starthulp en zorg je voor je accu: 

  • Garage: Je auto binnen of op een beschutte plaats zetten is de beste manier om kou geen vat op je accu te laten krijgen. 
  • Lichten even aan: Verwarm je accu voor het starten, door je lichten enkele seconden aan én ook weer uit te zetten. Net zoals jij krijgt je batterij graag wat tijd om wakker te worden. 
  • Vermijd korte autoritjes: Vaak minder dan 25 kilometer rijden of veel stoppen, is slecht voor je accu, die nauwelijks kan opladen. Maak je wel veel korte autoritjes, dan doe je er goed aan de accu van tijd tot tijd met een externe lader (druppellader) bij te laden.
  • Externe lader: Hang je accu ook aan een externe lader als je auto een tijdje zal stilstaan.
  • Schoonhouden: Houd je accu schoon en droog. Als je bij de polen en klemmen oxidatie ziet, kun je de klemmen losmaken en de polen met schuurpapier zuiver maken. Om corrosie te voorkomen, kun je ze met vaseline insmeren. 

De beste manier om je motor op te starten:

  • Korte poging: Als de motor niet meteen start, stop dan en probeer het zo even opnieuw. Het is beter om enkele korte startpogingen te ondernemen, dan één poging aan te houden en de accu uit te putten.
  • Ontkoppel: Trap het ontkoppelingspedaal in terwijl je opstart, als je een manuele versnellingsbak hebt, zodat de motor met minder weerstand kan draaien. Zorg ervoor dat je auto eerst in neutraal staat. 
  • Lichten en elektronica uit: Schakel alles dat energie vraagt uit vooraleer je de motor start, zoals je autolampen, de verwarming of ventilatie, of de mediainstallatie.

Toch startkabels gebruiken? Volg dit stappenplan

Zit je ondanks deze tips met een lege batterij en wil je het toch zelf met startkabels proberen? Volg dan de aanwijzingen van het instructieboekje van je auto en volg onderstaand schema van de ANWB.

  • Gebruik dikke kabels: Te dunne startkabels kunnen de grote startstroom niet aan en worden alleen maar warm. Kies voor een dikke koperen kern, zeker voor dieselauto's. 
  • Eerst helpende auto: Steek eerst de rode kabel ]op de pluspool van de helpende wagen, dan op die van de lege accu. Ook de zwarte kabel sluit je eerst op de helpende auto aan. Tip: Sluit de zwarte aardekabel liefst aan op het motorblok om massa te maken.
  • Vijf minuten op hoog toerental: Start de auto met de lege accu en laat de hulpauto minimaal vijf minuten de lege accu laden. Zet de helpende auto liefst in neutraal en druk de gaspedaal in, voor een verhoogd toerental. 
  • Zet de achterruitverwarming en blower aan van beide auto's voordat je de startkabels verwijdert, om te voorkomen dat de elektronica wordt beschadigd. 
  • Haal eerst de geholpen auto los: Maak de kabels in de omgekeerde volgorde van het aansluiten weer los, dus begin bij de zwarte kabel en de geholpen auto.
  • Minstens een halfuur rijden: Zorg ervoor dat de accu weer helemaal kan opladen, door minstens een halfuur te blijven rijden. Daarna kunnen de achterruitverwarming en blower weer uit.