Maak zelf een goed mondmasker

Als je een naaimachine hebt of handig bent met naald en draad, kan je een mondkapje maken met een enveloppe voor een filter, dat ook zonder filter beschermt. De richtlijnen die volgen zijn erkend door virologen. Om te testen of een mondkapje werkt, kan je het voor een spiegel houden en er water op sprayen. Komen er geen druppels op de spiegel, dan zit je goed.

Let op, lees ook: Overheid past handleiding mondkapjes maken aan

• Waan je niet veilig: Een mondkapje dragen betekent niet dat je de bestaande maatregelen mag negeren. Het virus kan bijvoorbeeld nog altijd via je ogen je lichaam binnendringen. Blijf 1,5 meter afstand houden, raak je gezicht niet aan en was je handen 60 seconden lang met water en zeep. En blijf zoveel mogelijk thuis.
• Vooraf: Was voor je een kapje maakt eerst je handen, ontsmet alle materialen en was je handen daarna opnieuw. Draag een mondkapje bij het maken.
• Dragen: Trek het kapje aan de linten aan, zodat het je neus en mond zo goed mogelijk bedekt. Doe het zo weinig mogelijk aan en uit en raak zeker de binnenkant niet aan. Moet je kapje toch even af, leg of steek hem dan op een schone plaats. Doe het meteen in de was wanneer je thuiskomt. Draag je kapje niet te lang.
• Steriliseren: Steriliseer het kapje door het 30 minuten op 60°C te wassen of kook het kortstondig met zeep of waspoeder in een kookpot die je uitsluitend hiervoor gebruikt. Laat het drogen op een ontsmette plaats.

Naai een masker

Je hebt een stuk stof van minstens 20 cm breed bij 20,5 cm hoog nodig, liefst katoen dat goed ademt en niet rekt. Voor de binnenkant (de filterenveloppe) neem je een andere kleur om de twee stukken niet te verwarren. Knip je stof 20 cm breed op 18,5 cm hoog. Je hebt ook vier linten van zeker 40 cm lang nodig. 

• Uittekenen: Teken de volgende patronen op basis van de afmetingen uit. Let op, de afbeeldingen zijn niet op ware schaal. De naadwaarde is inbegrepen, dus je hoeft geen rand meer toe te voegen. 
• Een kant aan elkaar: Knip de rechthoeken uit en maak een knipje (hoogstens 2 mm) aan de rand van de stof op de plooilijnen, om te zien waar je moet plooien. Plooi zowel van de buitenstof als de binnenstof een zoom van 0,5 cm om naar binnen en strijk deze plat. Stik of naai de zoompjes vast met een rechte steek van 3 mm. 
• Leg binnen- en buitenstof met de mooie kanten op elkaar. De zoompjes liggen onderaan. Naai aan de zijde tegenover de zoompjes de stukken op elkaar op 0,5 cm van de rand. 
• Plooien maken: Leg je aan elkaar genaaide stukken met de mooie kant omhoog op de strijkplank. Begin met het onderste stofje. Plooi je eerste plooi op 2 cm onder de middennaad naar onder en doe op dezelfde manier ook plooi 2 en 3. Gebruik je merkjes: het bovenste merkje plooi je naar het tweede, het derde naar het vierde, het vijfde naar het zesde. Een voorbeeldfilmpje op YouTube laat je zien hoe je ook zonder merkjes kan werken. Strijk je plooien plat. Maak dezelfde plooitjes in het bovenste stofje, maar plooi nu naar boven. Strijk ook deze plooien goed plat. Stik ze eventueel vast met een rechte steek langs de rand.
• Lintjes plaatsen: De bovenste lintjes komen net onder de middennaad, de onderste 1 cm boven de onderkant van het onderste stofje. 
• Omslag: Plooi nu je bovenste stof naar beneden en leg deze op de onderste stof. Aan de zoompjes zie je dat de verkeerde kant langs buiten ligt. Plooi het verschil tussen de bovenste en onderste stof naar binnen en strijk over het geheel.
• Vastnaaien: Naai beide delen met een rechte steek vast. Spel ze eventueel vast, de lintjes ook, zodat ze nergens in de naad worden vastgenaaid. Om rafelen te voorkomen, kan je met een zigzagsteek of overlock rondom gaan, maar laat de open kant (waar de zoom en omslag zitten) wel open. 
• Omkeren: Draai je mondkapje binnenstebuiten langs de open kant. Je kan je mondkapje eventueel met een filter opvullen, maar ook zonder beschermt het. 

Afbeeldingen