Mijn ouders spreken geen Nederlands. Hoe regel ik dan hun zorg?

Vader En Zoon

Je zit tegenover de huisarts. Je moeder knikt beleefd, maar je weet: ze begrijpt er weinig van. De uitleg over medicatie, het formulier voor thuiszorg, of dat telefoontje met de gemeente, het gaat allemaal langs haar heen. Jij probeert te vertalen, te regelen, bij te springen waar nodig. Maar hoe zorg je dat je ouders echt de hulp krijgen die ze nodig hebben, als ze de taal niet spreken?

Steeds meer kinderen van migranten lopen hier tegenaan. En hoewel het systeem daar nog niet goed op is ingericht, zijn er wél manieren om het werkbaar te maken.

Taal als drempel, met gevolgen

Als iemand niet begrijpt wat er wordt gezegd, gaat er vaak iets mis. Denk aan verkeerd medicijngebruik, gemiste afspraken of uitstel van zorg tot het te laat is. Volgens expertisecentrum Pharos leidt miscommunicatie door taalproblemen tot slechtere gezondheidsuitkomsten. En dat raakt niet alleen je ouders, maar ook jou als mantelzorger of kind.

Vraag om een tolk

In de zorg kun je gebruikmaken van een professionele tolk. Bij het ziekenhuis, de huisarts en soms ook bij thuiszorg of de jeugdgezondheidszorg. Die tolk vertaalt wat de arts zegt, en andersom. Geef van tevoren aan dat je ouders de taal niet spreken en dat een tolk nodig is. Zorgverleners kunnen die vaak regelen via een tolkdienst. Het is geen gunst, maar een recht.

Gratis hulp die je misschien nog niet kende

Elke gemeente biedt cliëntondersteuning aan. Gratis. Deze mensen helpen bij het aanvragen van zorg, het lezen van brieven of het voorbereiden van gesprekken. Ze kunnen ook meegaan naar afspraken. Ze zijn onafhankelijk en werken niet namens de gemeente of een instelling, maar echt voor jou en je ouders.

Daarnaast kun je in veel buurthuizen en bibliotheken terecht voor hulp van vrijwilligers. Zij helpen vaak met papierwerk, digitale formulieren of uitleggen wat er in een brief staat. Ook als iemand weinig tot geen Nederlands spreekt.

Als cultuur meespeelt

Niet elke ouder voelt zich vanzelf op z’n gemak bij een psycholoog of vertrouwt direct op een arts. In sommige families is zorg iets dat je onderling regelt. Of wordt er simpelweg niet over klachten gepraat.

Dat maakt het extra lastig om zorg te organiseren via een systeem waarin zelfredzaamheid centraal staat. Gelukkig zetten sommige gemeenten sleutelpersonen in: mensen die de taal én cultuur begrijpen en als tussenpersoon kunnen helpen.

Wat kun je doen?

  • Begin bij de huisarts. Geef aan dat je ouders de taal niet spreken en vraag om een tolk.
  • Bel je gemeente en vraag naar cliëntondersteuning. Dit kan vaak via het algemene nummer 1400.
  • Informeer bij het buurthuis of de bibliotheek of er vrijwilligers beschikbaar zijn voor hulp.
  • Gebruik pictogrammen of visuele hulpmiddelen bij uitleg of afspraken.
  • Blijf thuis in de moedertaal communiceren. Dat geeft rust en voorkomt misverstanden.

Zorg moet ook werken zonder taal

Je ouders hoeven niet vloeiend Nederlands te spreken om goede zorg te krijgen. Als jij weet waar je moet aankloppen, wie er kan helpen en hoe je de juiste ondersteuning regelt, hoeft taal geen onneembare barrière te zijn.