Nationale-Nederlanden keert 17.500 euro uit aan woekerpolisklant
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) oordeelde in juni dat Nationale-Nederlanden geen eerste kosten in rekening had mogen brengen bij de totstandkoming van een beleggingsverzekering. Ook had Nationale-Nederlanden informatie moeten geven over het hefboom- en inteereffect. Een woekerpolisklant ontvangt een schadevergoeding van zo’n 17.500 euro. Dat meldt AMweb.
Eerste kosten zijn verzwegen kosten. Bij het afsluiten van een woekerpolis is de consument niets verteld over deze kosten. Doordat deze eerste kosten meteen van de inleg afgaan, is het bedrag waarmee wordt belegd een stuk lager. De eerste kosten kunnen oplopen tot 10 procent van de inleg in de polis. Hierdoor haal je een veel lager rendement dan voorgespiegeld door de verzekeraar.
Wat is het hefboom- en inteereffect?
Het hefboomeffect houdt in dat hoe hoger de waarde van de polis is, hoe lager de verzekeringspremie is die naar de overlijdensdekking gaat.
Als de jaarlijkse kosten van de verzekeraar hoger zijn dan de waardestijging van de polis, wordt de polis minder waard. Dat heet interen. Je bouwt minder op, waardoor de polis zich als het ware opeet.
Het verloop van de zaak
De Commissie stelde in juni nog niet de werkelijk geleden schade vast. De klant kreeg de mogelijkheid schriftelijk te verklaren hoeveel schade hij had geleden.
Midden september heeft de verzekeraar de consument laten weten de schade van zo’n 7500 euro te vergoeden. Daarnaast vergoedt Nationale-Nederlanden 10.050 euro aan proceskosten.
Consument wil meer geld
Omdat de Commissie geen betere oplossing voor de consument kan geven dan deze vergoeding, stopt de juridische procedure. De woekerpolisklant wilde ook nog een uitspraak of hij de tussenpersoon aansprakelijk kon stellen en of die ook een deel van de schadevergoeding zou moeten betalen. Daarnaast wilde de consument een hogere schadevergoeding dan dat hij zelf in zijn berekeningen aan Nationale-Nederlanden had aangegeven. Volgens de Commissie van Beroep is hiervoor onvoldoende onderbouwing.