Openbaar vervoer op veel plekken gebrekkig: 'Kan in het weekend het dorp niet uit'

Openbaar Vervoer

Met het openbaar vervoer ben je altijd langer onderweg dan met de auto, zelfs in de spits. Dat blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving. Radar was benieuwd naar jullie ervaringen en zette een oproep online. Vanuit heel Nederland stroomden de reacties binnen.

Veel langer onderweg met ov

En die reacties zijn niet mals: een ritje van 18 minuten met de auto staat al snel gelijk aan 1 uur en 22 minuten met het openbaar vervoer. “En dat alleen als alles op tijd rijdt en ik geen overstap mis.”

De reis van Maarssen Dorp naar De Bilt blijkt 65 minuten te duren met het openbaar vervoer, terwijl je er met de auto 18 minuten over doet en met de fiets 44 minuten. “De keuze is dan gauw gemaakt”, vertelt Bianca. Ook tussen Dedemsvaart en Ommen kun je beter fietsen: “Je doet er dan ongeveer 35 minuten over, met het ov minimaal 1,5 uur.”

Woonplaatsen niet of slecht bereikbaar

En de reizen blijken niet alleen lang, veel woonplaatsen zijn überhaupt slecht bereikbaar. Dat vertelt Eefje, die op kamers woont in Dronten. In het weekend wil ze nog weleens terug naar haar moeder in Ede, een reis die met de auto één uur zou duren.  

“Met het openbaar vervoer doe ik er bijna drie uur over met drie of zelfs vier keer overstappen of lange stukken lopen. In de avonden en weekenden zijn er vaak minder bussen of treinen beschikbaar, of is het opeens een streekbus die je van tevoren had moeten reserveren.”

De eerste bushalte is veel te ver weg, minstens 20 minuten lopen. Dat is vrij ver weg voor een 85-jarige
Oudere dame die onze oproep invulde

Dit probleem speelt ook bij Corina. Zij woont in Kootstertille, een klein dorpje in Friesland met één bushalte. In het weekend en tijdens de vakantie rijdt er een belbus, maar omdat Corina in een rolstoel zit, kan ze hier geen gebruik van maken. “Dat zijn van die taxibusjes waar je met een rolstoel niet in kunt.” 

Hierdoor kan ze in het weekend niet altijd het dorp uit. “Voor mensen met rolstoel zoals ik, is het ov hier simpelweg niet te doen. Ik heb nog wel een e-bike waar ik mee op pad kan, maar met slecht weer is dat ook geen optie.” 

Corina heeft dit weleens gemeld bij de gemeente, maar die doen er niks mee. Ze verwijzen haar door naar de provincie en de openbaarvervoerbedrijven. “Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd.”

Reactie gemeente Achtkarspelen

Ook wij nemen contact op met de gemeente Achtkarspelen, waar Kootstertille onder valt. Zij laten aan ons weten dat inwoners met een rolstoel contact op kunnen nemen met het Gebiedsteam om te bespreken of ze in aanmerking komen voor Wmo-taxivervoer. 

‘Geen enkele vorm van openbaar vervoer’

In het Groningse dorp Blauwestad is de situatie zelfs nog erger: daar rijdt helemaal geen openbaar vervoer. Marcel laat weten: “In ons dorp komt geen enkele vorm van openbaar vervoer. Je wordt gedwongen om een auto te hebben of met de fiets te gaan.” 

Hij vertelt dat Blauwestad een relatief nieuw dorp is, zonder huisarts en andere voorzieningen, waardoor je vaak naar omliggende plaatsen moet. “Als je jong en mobiel bent, is dat niet zo’n punt, maar er zijn ook mensen die nu alweer verhuizen omdat ze afhankelijk zijn van het openbaar vervoer.” 

“Als je niet zorgt dat er voorzieningen zijn, vertrekken mensen weer”, concludeert Marcel. Toch zijn er, voor zover Marcel weet, geen plannen bij de gemeente om een buslijn aan te leggen. Ook hij wordt door de gemeente doorverwezen naar de provincie. 

Reactie gemeente Oldambt

Als Radar contact opneemt met de gemeente Oldambt, waar Blauwestad onder valt, laten ze het volgende weten: “Op dit moment zijn er gesprekken gaande met het OV-bureau, dat namens de gemeenten in Groningen en Drenthe verantwoordelijk is voor het openbaar busvervoer, om verbeteringen door te voeren.”