Pensioenoverzichten te rooskleurig
Elk jaar verstuurt het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar een zogeheten Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Daarmee behoor je goed geïnformeerd te worden over wat je kan verwachten als je met pensioen gaat. Maar hoe realistisch zijn deze overzichten? Radar ontdekt dat de werkelijkheid vaak heel anders is en de pensioenen tegenvallen. We worden dus in slaap gesust door mooie bedragen en worden pas wakker als het te laat is.
Er spelen verschillende risico’s een rol, waardoor de informatie op de pensioenoverzichten te rooskleurig is. Sommige risico’s gelden voor alle pensioenen en andere aspecten zijn weer meer aan specifieke regelingen gebonden.
Wil je weten welke pensioenregeling je hebt? In deze consumententip vind je informatie die je kan helpen om te bepalen welke regeling je werkgever voor je heeft afgesloten.
Werkelijke rente is lager dan de verzekeraars-rente
Heb je een pensioen bij een verzekeraar (bijvoorbeeld Aegon, Delta Lloyd of Centraal Beheer), dan kan het zijn dat je een Beschikbare-Premieregeling (BPR) hebt.
Een BPR is een regeling waarbij de werkgever elke maand een vast bedrag stort. Dit wordt belegd en met de uiteindelijke pot moet de gepensioneerde een levenslang pensioen aankopen bij een verzekeraar.
Mensen met een BPR zien nu op het UPO een veel groter bedrag staan dan ze in werkelijkheid kunnen aankopen. Dat komt doordat de marktrente veel lager is dan de rente waarmee de verzekeraars op het UPO rekenen.
De verzekeraars gebruiken allemaal 4%, terwijl de rente in werkelijkheid 2,2% is. Hierdoor valt het pensioen dat je kunt aankopen dus behoorlijk tegen.
Het bedrag dat mensen uiteindelijk kunnen aankopen, valt dus (veel) lager uit. Het kan wel 10 tot 30% minder zijn dan op het UPO vermeld staat.
Shoppen met je kapitaal
Mensen met een BPR die met pensioen gaan, zouden met het opgebouwde kapitaal moeten gaan shoppen. Dat betekent dat je meerdere verzekeraars moeten gaan benaderen om te kijken waar je het beste je pensioen kunt aankopen.
Mevrouw Maas, die als voorbeeld diende in onze uitzending, heeft een beschikbare premieregeling. Als zij een pensioen gaat aankopen is dit in het beste geval 11% minder dan op haar UPO vermeld staat. In het slechtste geval kan ze 27% minder pensioen aankopen dan haar UPO vermeldt.
Het is dus erg belangrijk om goed te kijken waar je pensioen aankoopt.
Gekorte pensioenen
Bij pensioenfondsen (ABP, PGGM, Zorg en Welzijn et cetera) speelt een ander risico. Hier gaat het om het risico dat het pensioen wordt gekort en dat er dus een bedrag van de maandelijkse uitkering afgaat.
Mensen die nog geen pensioen ontvangen, maar die dit opbouwen, zullen ook minder pensioen krijgen dan er op hun UPO vermeld staat. Hun aanspraak worden dus naar beneden bijgesteld.
Het gaat niet goed met de pensioenfondsen. Ze hebben te weinig geld in kas om alle pensioenen, de huidige en de toekomstige, te betalen. De pensioenfondsen moeten ook geld reserveren voor de mensen die nog niet met pensioen zijn, maar die nog werken.
Het bedrag dat pensioenfondsen in kas moeten hebben, wordt uitgedrukt in een percentage: de dekkingsgraad. Als de dekkingsgraad van een fonds te laag is, dan zit er niet genoeg in kas om ook in de toekomst de uitbetaling van de pensioenen te garanderen. Deze fondsen moeten dan de uitkeringen korten. Pensioengerechtigden krijgen dan minder geld en mensen die nog pensioen opbouwen, bouwen minder op.
Onlangs heeft De Nederlandsche Bank de rekenrente verhoogd. Dat betekent dat de fondsen met een hogere rente hun kapitaal mogen berekenen. Er zit dan dus fictief wel meer in de kas.
Ondanks deze maatregel zijn er fondsen die volgend jaar moeten korten. Daar is de dekkingsgraad alsnog te laag. Dit staat niet op de UPO’s van hun klanten vermeld. Deze mensen zullen dus minder pensioen ontvangen dan ze verwachten.
Het kan dan om behoorlijke bedragen gaan. Mevrouw Hoefsloot, eveneens te zien in onze uitzending, krijgt na twee jaar korten ruim 100 euro netto minder per maand.
Inflatierisico
Een ander risico dat ook niet op het UPO staat, is het inflatierisico. Dit risico geldt voor iedereen, of ze nou bij een verzekeraar of bij een fonds zitten.
Op het UPO is geen rekening gehouden met de inflatie. Normaal gesproken compenseert het pensioenfonds de inflatie door het pensioenbedrag te indexeren. Doordat er vanwege de crisis niet wordt geïndexeerd en dit mogelijk nog heel lang zo blijft, zullen de bedragen die mensen op hun UPO zien, in werkelijkheid vaak tegenvallen.
Ook voor mensen die bij een verzekering zitten, wordt helemaal geen rekening gehouden met de inflatie. Deze mensen krijgen een vast bedrag uitgekeerd en dat bedrag wordt tijdens het pensioen niet aangepast aan de inflatie.
Mensen – met name jongeren - zien dus een bedrag op hun UPO staan en zijn vervolgens tevreden. Ze realiseren zich echter niet dat dit bedrag veel minder waard is als ze eenmaal met pensioen zijn.
In de uitzending zit een voorbeeld van een redacteur van Radar. Het voorgespiegelde pensioen op het overzicht is zo’n 29.000 euro - een prima bedrag. Maar als we rekening houden met een inflatie van 1%, dan is daar nog maar zo’n 22.000 van over. Gaan we uit van een inflatie van 2%, dan daalt de waarde van dit pensioen zelfs naar zo’n 16.000 euro.
Het is belangrijk dat mensen zich beseffen dat het bedrag dat op het UPO staat minder waard zal zijn in de toekomst. Mensen die nu nog in de opbouwende fase zitten kunnen er dan rekening mee houden en financiële maatregelen nemen, zoals bijvoorbeeld het huis aflossen of een ander aanvullend product afsluiten.
Toezeggingen van Verbond van Verzekeraars en Pensioenfederatie
In de studio zitten Het Verbond van Verzekeraars en De Pensioenfederatie. Zij doen beide toezeggingen om de communicatie te verbeteren. Zo zullen de verzekeraars vanaf volgend jaar met een realistische rente gaan rekenen. Voor de pensioenfondsen geldt dat zij het gekorte bedrag mee zullen nemen op het UPO.
© TROS Radar