Persoonsgebonden Budget - reactie Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Reactie Ministerie Szw

In de uitzending van maandag 23 september besteedt Radar aandacht aan het persoonsgebonden budget (pgb). Er is namelijk geen vangnet geregeld en dit kan schrijnende situaties opleveren voor de ruim 90.000 Nederlanders die informele zorg verlenen aan een naaste. Radar heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om een reactie gevraagd. Deze lees je hieronder. 

Vraag 1

Wij maken een reportage over de informele PGB'ers, de mensen die voor een familielid zorgen o.b.v. zorgovereenkomst. Wij vragen ons af waarom er binnen de vier categorieën van PGB-zorgverlening een categorie is die niet via premies mee kan doen aan een verzekering via het sociale vangnet zoals WW en arbeidsongeschiktheid/ziekte. Wij begrijpen dat dat hangt aan het begrip 'gezagsverhouding' bij de Sociale Verzekeringsbank, een uitvoerende organisatie van uw ministerie. Wij zouden graag van de minister horen waarom deze zorgverleners aan de ene kant wel erkend worden doordat zij door een

PGB budget betaald worden en aan de andere kant geen mogelijkheden hebben om gelijk te worden gesteld met andere PGB-zorgverleners. Ook in het licht van het tekort aan personeel in de zorg.

Antwoord 1

De staatssecretaris van VWS (verantwoordelijk voor PGB) en ik hebben veel waardering voor de waardevolle zorg die PGB-zorgverleners bieden aan hun familieleden of naasten. Wij zijn er ons van bewust dat dit een zeer intensieve taak kan zijn voor familieleden. Dit roept soms de vraag op hoe deze zorgverleners worden gezien in het kader van werknemersverzekeringen, zoals de WW of de Ziektewet.

Om aanspraak te kunnen maken op PGB is het van belang dat er een zorgovereenkomst wordt gesloten. Een zorgovereenkomst is een contract tussen de persoon die zorg nodig heeft en de persoon die zorg geeft. Een zorgovereenkomst kan, afhankelijk van de situatie, worden vormgegeven als arbeidsovereenkomst of als overeenkomst van opdracht. Bij een arbeidsovereenkomst ben je een werknemer en bij de overeenkomst van opdracht ben je dat niet. Je werkt dan als zelfstandige. Van de zorgverleners die werken onder een overeenkomst van opdracht bestaat ongeveer 40% van deze doelgroep uit familieleden voor een zorg ontvangend en pgb-houdend familielid (zo’n 100.000). Welke overeenkomst van toepassing is, is afhankelijk van de situatie. Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is het een vereiste dat sprake is van een gezagsverhouding. Dat vereiste is in de wet geregeld.

Bij zorg binnen de familie is er vaak geen sprake van een gezagsverhouding, waardoor er geen arbeidsovereenkomst is en de zorgverlener niet verzekerd is voor werknemersverzekeringen en er geen premies hoeven te worden afgedragen. Ook bij mensen die als zelfstandig zorgverlener pgb-zorg verlenen is daar geen sprake van. Beide groepen werken op grond van een overeenkomst van opdracht.

Het is dus niet mogelijk om alle mensen die werken op basis van een overeenkomst van opdracht onder de reikwijdte van de werknemersverzekeringen te brengen, aangezien daar ook mensen mee geraakt zouden worden die vrijwillig als zelfstandige werken.

Voorheen werden pgb-zorgverleners die wel werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst voor doorgaans maximaal drie dagen per week in de Regeling dienstverlening aan huis uitgesloten van de verplichte werknemersverzekeringen. Vorig jaar heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat dit niet is toegestaan. Als gevolg van deze uitspraak zijn pgb-zorgverleners met een arbeidsovereenkomst verplicht verzekerd voor werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA). Op dit moment bereidt het Ministerie van SZW een wetsvoorstel voor waarmee dit wettelijk wordt geregeld.

Het aanpassen van het begrip gezagsverhouding zodat alle informele zorgverleners onder de definitie van een arbeidsovereenkomst vallen is helaas niet mogelijk. Daarmee zou namelijk de gehele basis van het arbeidsrecht moeten worden aangepast en dat zou gevolgen hebben voor alle werknemers en andere werkenden die dan ook als werknemer zouden worden beschouwd.

Vraag 2

Wat is het doel van 'gezagsverhouding'? Wat beoogt het vanuit het perspectief van het ministerie? Bovendien kan er juridisch gezien ook binnen familieverband sprake zijn van een arbeidsrelatie, zo heeft de Hoge Raad al lang geleden gesteld. Een zorgbehoevende met zware beperkingen kan weliswaar niet altijd instructies geven, zoals ‘normale’ werkgevers, maar hierin verschilt zorg voor familieleden niet van zorg voor externe personen.

Antwoord 2

Het verschil tussen een overeenkomst van opdracht en de arbeidsovereenkomst is dat er bij een arbeidsovereenkomst alleen sprake is van een gezagsverhouding. Met een gezagsverhouding wordt een vorm van ondergeschiktheid verondersteld en gebruikt om te bepalen of iemand als een werknemer gezien moet worden. Een werknemer is in dienst van de werkgever. Bij een arbeidsovereenkomst is de werkgever verplicht loonbelasting en premies in te houden en is de werknemer verzekerd voor de werknemersregelingen zoals de WW. Deze verplichting heeft een opdrachtgever niet bij een opdrachtovereenkomst. Een opdrachtgever heeft op basis van een opdrachtovereenkomst ook een financieel voordeel ten opzichte van een werkgever met een arbeidsovereenkomst. Daarom wordt er gekeken naar de gezagsverhouding. Wij zijn bekend met de rechtspraak dat ook binnen familierelaties sprake kan zijn van een gezagsverhouding. Dit hangt af van de specifieke afspraken die er zijn tussen de zorgontvanger en de zorgverlener en er wordt voldaan aan de voorwaarden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst, waarvan een gezagsverhouding er één is. En is het van belang dat dit gezag daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgeoefend. Indien een familielid van mening is dat er in de betreffende situatie sprake is van een gezagsverhouding kan dit (middels het door de SVB beschikbaar gestelde formulier ‘vragenlijst familieverhouding’) worden voorgelegd aan de Belastingdienst.

Zoals eerder aangegeven, is er in veel gevallen geen sprake van een gezagsverhouding bij familieleden. In geval van twijfel bij de zorgverlener: laat het toetsen door de Belastingdienst en leg bij positief advies dit vast in de arbeidsovereenkomst.

Vraag 3

Wij hebben schrijnende voorbeelden gesproken waaruit blijkt dat mensen van de ene op de andere dag hun naaste kwijtraken en ook hun PGB, werkloos raken, geen recht hebben op een WW om zo naar een baan op zoek te gaan en ook geen pensioen hebben kunnen opbouwen. We hebben ook een zaak gevolgd waarbij de dame in kwestie twee keer een WW heeft aangevraagd bij het UWV, twee keer werd geweigerd. Zij is met haar dossier naar de rechter gegaan waarbij drie weken voor de zitting werd besloten dat er toch sprake kon zijn geweest van een gezagsverhouding. Wij snappen niet hoe dat kan.

Antwoord 3

De beschreven situatie met betrekking tot de informele zorgverlener is een individuele situatie, waardoor er geen inhoudelijke reactie kan worden gegeven op de specifieke omstandigheden van mevrouw.

Algemeen geldt dat het vaststellen van een gezagsverhouding en een mogelijke aanspraak op een WW-uitkering plaatsvindt op basis van geldende wet- en regelgeving. De beoordeling van de WW-uitkering wordt gedaan door het UWV.

Samen met de staatssecretaris van VWS werken wij al geruime tijd aan een oplossing voor een hele specifieke groep binnen deze grotere groep zorgverleners die via het pgb werken voor familieleden; namelijk ouders van zieke kinderen voor wie het pgb wegvalt zodra hun kind overlijdt. Dit levert schrijnende situaties op en we zoeken hard naar een verzachting. In het eerste kwartaal van 2025 zal de Tweede Kamer door de staatssecretaris van WVS geïnformeerd worden over de voorgestelde oplossingsrichtingen. We begrijpen dat we hiermee niet alle pijn kunnen wegnemen, maar we doen ons uiterste best om binnen het wettelijke kader verlichting te bieden waar mogelijk.