Puppyhandel Marktplaats - Reactie Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft gereageerd op de uitzending van maandag 22 maart 2021 over de puppyhandel.
Marktplaats en de NVWA overleggen regelmatig over de mogelijkheden rond handhaving op advertenties van onder andere gezelschapsdieren. Internettoezicht op handel in honden en katten via Marktplaats is gestart in 2020 en is nog in ontwikkeling.
Marktplaats wijst kopers er actief op waarop ze moeten letten bij de aanschaf van een hond. Daarnaast informeert Marktplaats ook verkopers over de geldende verplichtingen tijdens het plaatsen van een advertentie. Dat heeft een preventieve werking.
In het kader van dit project is er op initiatief van de NVWA twee keer een advertentie verwijderd. De NVWA heeft de adverteerder vervolgens een brief gestuurd met de reden voor het verwijderen van de advertentie. Daarnaast heeft de NVWA bij 10 advertenties de gegevens van de adverteerder gevorderd en daarna administratieve en/of fysieke controles uitgevoerd. Dit jaar intensiveert de NVWA het toezicht op Marktplaats, waarbij het toezicht minder op basis van meldingen en meer proactief gebeurt.
Sommige dieren mag je sowieso niet verkopen. Dus wanneer er bijvoorbeeld een aap te koop wordt aangeboden, dan is het overduidelijk dat er sprake is van een overtreding. Maar bij veel gezelschapsdieren - zoals honden en katten - is op basis van een advertentietekst en foto’s in de regel niet vast te stellen of er sprake is van een overtreding.
Het is bijvoorbeeld niet verboden om puppy’s van bepaalde rassen te importeren of te verhandelen. Ook niet als dat een kortsnuitig hondenras betreft. Om vast te kunnen stellen of er sprake is van een overtreding, is er vaak een fysieke inspectie nodig bij de fokker. Wanneer er bij die fysieke inspectie een overtreding wordt vastgesteld, wordt de advertentie van Markplaats verwijderd en neemt de NVWA ook maatregelen tegen de fokker. De belangrijkste regel voor het fokken met gezelschapsdieren is: fokken mag nooit ten koste gaan van de gezondheid of het welzijn van de ouderdieren en hun nakomelingen. De fokker heeft voor de wet een 'inspanningsverplichting'. Dat betekent dat de fokker moet kunnen aantonen dat alle keuzes en acties bij het fokken goed zijn onderbouwd.