RADAR+: Help! Mijn lijfrente komt vrij
Als je lijfrenteverzekering nu vrijkomt, zul je - met dank aan de lage rente - schrikken van de maandbedragen die je krijgt. Is daar nog iets aan te doen? En ook: heeft het met deze lage rente zin om te gaan banksparen voor je pensioen?
Dit is een artikel uit ons consumentenmagazine RADAR+
Stel dat je lijfrente vrijkomt en dat het om € 40.000 gaat. Dat geld wil je de komende 10 jaar gebruiken als aanvulling op je pensioen. Hoeveel geld krijg je per maand? Toen de rente nog 4 procent was, zou je 10 jaar lang bijna € 404 per maand gekregen hebben. Nu krijg je een bedrag tussen de € 350 en € 360 per maand. Dat is een tegenvaller. Heel wat mensen hebben zo’n tegenvaller. Nu is een verschil van een paar tientjes misschien nog overkomelijk, maar soms gaat het om veel hogere bedragen. En bij de een gaat het om een leuk extraatje bovenop zijn pensioen, bij de ander gaat het om geld dat hard nodig is om rond te komen. Jeroen Wolfsen van vergelijkingssite Moneywise geeft tips om de schade enigszins te beperken.
Tip 1: Kies voor een bankspaaruitkering
Het geld van een vrijkomende lijfrente mag je onderbrengen bij een bank of verzekeraar naar keuze. 'Kies voor een bankspaaruitkering', zegt Wolfsen. 'Dat levert altijd meer op.' De vrijkomende lijfrente van € 40.000 in 10 jaar laten uitkeren via banksparen levert tussen de € 350 en € 360 per maand op. Bij een verzekeraar zou je € 335 krijgen. Dat komt doordat de verzekeraar meer kosten in rekening brengt. Uitkeren via banksparen heeft nog twee andere belangrijke voordelen. Als je overlijdt, erven je nabestaanden het geld dat nog niet is uitgekeerd. Bovendien valt je bankspaarsaldo onder de Depositogarantieregeling van De Nederlandsche Bank. Dat betekent dat je geld veilig is als de bank failliet gaat. De regeling betreft een bedrag van maximaal € 100.000 per persoon per bank.
Tip 2: Wacht op de AOW
Veel mensen hebben in het verleden lijfrenteverzekeringen afgesloten met het idee dat ze rond hun 60e zouden stoppen met werken. De lijfrenteverzekering is vaak bedoeld om de periode te overbruggen totdat ze AOW krijgen. 'Bij een overbruggingslijfrente die ingaat vóórdat je de AOW-leeftijd hebt, mag je de uitkering niet laten lopen via banksparen', zegt Wolfsen. 'Dat heeft te maken met fiscale regels. Je moet de lijfrente laten uitkeren door een verzekeraar.' Dat is ongunstig, want dat levert minder op. Lijfrentes die je laat uitkeren vóórdat je AOW krijgt, mag je alleen via banksparen laten uitkeren als je de uitkering laat voortduren tot 20 jaar na je AOW-leeftijd. Dus bijvoorbeeld van je 66ste tot je 86ste – aangenomen dat je op je 66ste AOW krijgt.
Wachten met uitkeren totdat je AOW krijgt, betekent niet alleen dat je meer keuzevrijheid hebt. Het kan ook belastingvoordeel opleveren. AOW'ers betalen geen sociale premies, waardoor ze netto veel meer overhouden. Stel dat je vrijkomende lijfrente van € 40.000 de komende 10 jaar € 360 per maand oplevert. Die € 360 is bruto. Als je nog geen AOW ontvangt, houd je netto zo'n € 209 over. Als je wel AOW krijgt, houd je netto € 273 over. Dat is een enorm verschil. 'Dat belastingvoordeel heb je alleen als je een jaarinkomen hebt tot ongeveer € 33.000. Bij een hoog inkomen heb je dat voordeel niet', zegt Wolfsen. Dit komt doordat AOW'ers in de eerste belastingschijf minder belasting betalen dan jongeren, maar in de hogere schijven is dat verschil er niet.
Tip 3: Blijf nog even opbouwen
Als je je lijfrenteuitkeringen nu nodig hebt, heb je niet veel te kiezen. Maar dat geldt lang niet voor iedereen. De AOW-leeftijd is opgeschoven, dus voor mensen die nu 65 of jonger zijn, komt de lijfrenteuitkering 'te vroeg' vrij. Zij werken vaak nog een tijdje door. Je lijfrente laten uitkeren vóór je AOW-leeftijd is fiscaal ongunstig, dus uitstel is financieel interessant. Je kunt je vrijgekomen lijfrentes alvast op een bankspaarrekening zetten die straks gaat uitkeren. Het uitkeren mag je dan maximaal een jaar uitstellen.
Misschien vind je maximaal een jaar uitstel te weinig. Bijvoorbeeld omdat je lijfrentebedrag vrijkomt als je nog lang geen AOW krijgt. Al op je 60e, omdat je vroeger dacht dat dat een mooi moment was om te stoppen met werken. Of misschien krijg je wel bijna AOW, maar ben je van plan nog een tijd te blijven werken. Ook in dat geval raadt Wolfsen aan de vrijgekomen lijfrentes op een bankspaarrekening te zetten, maar dan op een bankspaarrekening voor de opbouwfase. Je mag geld blijven storten tot maximaal 5 jaar na je AOW-leeftijd. Bij banksparen in de opbouwfase kun je kiezen tussen een vaste rente en een variabele rente. 'Kies een variabele rente, want dan mag je je lijfrenteuitkeringen laten ingaan op elk gewenst moment', zegt Wolfsen. Dan heb je de vrijheid om je uitkeringen al na een jaar te laten ingaan, maar ook pas na vijf jaar. Die beslissing kun je op elk moment nemen. Informeer vooraf bij de bank of daar kosten aan verbonden zijn; bij sommige banken kost het niets extra's, andere rekenen zo’n € 150 administratiekosten. Maar kies niet voor een vaste rente, want dan betaal je altijd extra, omdat je een contract openbreekt.
Veel mensen hebben allerlei grote en kleine lijfrentepolissen en zien door de bomen het bos niet meer. Ook dan is het handig om alles zodra het vrijkomt op de bankspaarrekening te zetten. Dan heb je weer overzicht. Of op bankspaarrekeningen bij twee banken, als je meer dan € 100.000 hebt – het depositogarantiestelsel garandeert maximaal € 100.000 per bank.
Tip 4: Staar je niet blind op kleine renteverschillen
De rente is laag en dat betekent dat je lijfrenteuitkering lager is dan je verwachtte. Het is fantastisch als de rente enorm stijgt in de tijd dat jij je lijfrenteuitkering aan het uitstellen bent. Dan wil je daar natuurlijk direct van profiteren en geef je je bank een seintje dat de uitkering nu mag ingaan! Maar het is waarschijnlijk niet realistisch om te denken dat de rente in heel korte tijd geweldig gaat stijgen. 'Aan mensen die uitspraken doen over toekomstige rentes, moet je vragen waarom ze nog geen miljonair zijn', zegt Wolfsen. En op kleine renteverschillen moet je je niet blindstaren, adviseert hij. Als je € 40.000 via banksparen in 10 jaar laat uitkeren, krijg je bij 1,4 procent rente € 357,25 per maand. Als de rente stijgt naar 1,6 procent krijg je € 360,73. Netto is het verschil nog kleiner; € 2,64 euro per maand, blijkt uit Wolfsens berekeningen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in RADAR+, Zomer 2016, nummer 3
Wil je meer van dit soort handige informatie? Kijk op radarplus.nl