Radartest antivries (Achtergrond)

De lente hangt al in de lucht, toch heeft menig autobezitter vanochtend de voorruit schoon moeten krabben. Een goede antivries in het sproeireservoir van uw auto lijkt wellicht overdreven in de zachte Nederlandse winter. Maar voor iedereen die met de auto op wintersport gaat, is het zeker belangrijk om een goede antivries ruitensproeiervloeistof in de auto te hebben. Daarnaast weet je maar nooit wanneer het in Nederland flink gaat vriezen.

De antivries die gebruikt wordt voor het schoonmaken van uw voorruit heeft een aantal belangrijke functies. Radar heeft samen het leerlingen en docenten van de Hogeschool Leiden, afdeling Chemie, zes middelen getest.

De resulaten van deze test vindt u hier. Hieronder vindt u meer informatie over de test.

 

Antivries dient te voorkomen dat het middel zelf, de leidingen en de sproeierkopjes van de auto bevriezen, zo kunt u dus ook bij hevige vorst gewoon het middel op uw voorruit blijven spuiten. Ook dient het middel te voorkomen dat de vooruit opnieuw bevriest nadat het is schoongemaakt. En er dient een reinigend middel in te zitten om te zorgen dat vetsporen en pekelresten van de ruit worden verwijderd.

Radar kocht voor deze test vijf verschillende middelen in. Daarnaast maakten we één middel zelf. Op de website van huishoudplaza.nl vonden we hiervoor het recept: een liter spiritus, een kopje water en twee eetlepels afwasmiddel.

We testen de drie verschillende functies van antivries en laten daarnaast de chemische samenstelling van de middelen onderzoeken. Voor elk onderdeel krijgen de middelen punten. De einduitslag bestaat uit de optelsom van deze punten.

Om te kijken hoe goed de antivries de voorruit reinigt, heeft Radar een middel gemaakt dat vergelijkbaar is met de smurrie die in de winter op de weg ligt. We doen dit door ijs, zand, pekel en vet te mengen. Van dit mengsel wordt een afgemeten hoeveelheid op de ramen gesmeerd. Vervolgens wordt er een telkens gelijke hoeveelheid van de antivries op de vooruit gespoten en worden de ruitenwissers vier keer aangezet. De studenten beoordelen vervolgens hoe schoon de ramen zijn en welk middel de meeste strepen achterlaat.

Vervolgens bepalen we hoe goed een middel voorkomt dat het raam na het schoonmaken bevriest en om te kijken of het middel eventueel helpt bij het ontdooien van de voorruit. Hiervoor vriezen we zes miniruitjes in, van exact hetzelfde materiaal als een gewone autoruit. Vervolgens besproeien we deze ruitjes met antivries, dat in dezelfde vriezer heeft gelegen. De ruitjes worden schoongekrabt en de tijd wordt opgemeten.

We bepalen het vriespunt van de verschillende middelen. Dit doen we door reageerbuisjes met antivries in te vriezen en de temperatuurdaling van deze middelen te meten met sensoren. Deze sensoren zijn verbonden met een computer en zo wordt de daling van de temperatuur zichtbaar. Op het moment dat een middel begint met bevriezen komt er warmte vrij en stijgt dus de temperatuur. Zo kunnen we aan een stijging in de grafiek zien wanneer een middel bevriest en wat het vriespunt is.  

Om de samenstelling van de middelen te bepalen, worden deze onderworpen aan een test in een gaschromatograaf. Monsters van de verschillende soorten antivries worden verwarmd. De verschillende bestanddelen verdampen bij andere temperaturen. Door dit te analyseren is duidelijk te achterhalen uit welke verschillende stoffen de antivries is opgebouwd.