Reactie: Advocaat mr A.W. Boer
Naar aanleiding van de uitzending van Radar op 22 februari 2016, over het terugvorderen van pgb's heeft advocaat mr A.W. Boer de onderstaande reactie gegeven.
Ons standpunt is het volgende.
Vorige week heeft Achmea de budgethouders een vragenlijst, vaststellingsovereenkomst en een akte van cessie toegezonden. Uit de beantwoording van deze vragenlijst moet de goede trouw blijken. Alleen geeft Achmea geen enkele duidelijkheid over de invulling van de begrippen goede trouw en geeft ook niet aan of zij van mening is dat Fundament een frauderende zorgverlener is geweest. Ook over de beoordelingscriteria is geen duidelijkheid. De vragenlijst is onduidelijk en voor meerdere uitleg vatbaar. Daarbij is de vragenlijst is voor onze cliënten niet te begrijpen en is een aantal vragen suggestief gesteld.
Uit de dossiers blijkt al voldoende dat de voormalige budgethouders van Fundament te goeder trouw zijn. Dit is bij de hoorzitting bij Achmea ook naar voren gekomen. Zij hebben hun vertrouwen gesteld in een zorgverlener annex bewindvoerder/curator die alles rondom aanvraag en beheer van PGB uit handen heeft genomen. De cliënten zijn nooit geïnformeerd over hun rechten en plichten als PGB-budgethouder. Zij hebben misschien zelf de aanvraag voor het PGB ondertekend, maar nooit geweten wat de aanvraag inhield of wat de gevolgen er van waren. Zij hadden vanwege hun verstandelijke beperking niet de mogelijkheid om het handelen van Fundament te controleren. Achmea was al in 2012 op de hoogte van problemen bij Fundament, maar heeft niet eerder ingegrepen.
Er kan geen twijfel over bestaan dat de ex-budgethouders te goeder trouw zijn. Dat kan op basis van het dossier al worden vastgesteld. Achmea moet transparant zijn over de wijze waarop zij de individuele zaken gaat herbeoordelen, welke criteria zij daarvoor aanlegt en hoe de vragenlijst in die beoordeling past. Achmea dient eerst te bevestigen dat onze cliënten te goeder trouw zijn voordat de overeenkomsten worden ondertekend. De overeenkomsten zelf moeten ook nog worden aangepast, omdat de overeenkomsten juridische onjuistheden bevatten c.q. onvolledig zijn. Zonder enige vorm van vooroverleg over de inhoud van de overeenkomsten zijn de incorrecte vaststellingsovereenkomsten en aktes van cessie rechtstreeks aan de cliënten toegezonden. Dat heeft onrust/paniek bij de cliënten veroorzaakt.