Reactie CBR, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

In de uitzending van maandag 21 april 2025 gaan we langs bij een keuringsarts die mensen wel erg snel goed lijkt te keuren. We hebben het CBR, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd om een reactie gevraagd. Deze reacties lees je hieronder.
CBR
De huidige wetgeving bepaalt dat mensen vanaf hun 75ste bij elke verlenging van hun rijbewijs een gezondheidsverklaring moeten invullen en een medische keuring ondergaan. Niet om te discrimineren, maar om de verkeersveiligheid voor iedereen te waarborgen. Het is een feit dat bepaalde functies bij het ouder worden onherroepelijk achteruitgaan en dat je dat zelf niet altijd goed merkt. Dat geldt voor de functies die te maken hebben met zien, denken en doen. Dus de oogfunctie, de cognitieve functie en het functioneren van de ledematen, zoals bijvoorbeeld de kracht in het rechterbeen om hard te remmen als dat nodig is.
De wetgever heeft ook bepaald dat elke arts die in het BIG-register staat bevoegd en bekwaam is voor het doen van rijbewijskeuringen (Reglement rijbewijzen art 101). Zij zijn daarmee ook professioneel verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze rijbewijskeuringen. De BIG-registratie moet elke vijf jaar herhaald worden met een bewijs van voldoende werkervaring. Daarmee valt de arts onder het tuchtrecht wat hem in het uiterste geval zijn bevoegdheid tot de geneeskunst kan kosten.
Vergewisplicht CBR
Het CBR heeft geen controlerende bevoegdheid over de uitvoering van rijbewijskeuringen, maar heeft wel een vergewisplicht. Dat wil zeggen dat het CBR tegenstrijdigheden of onduidelijkheden in de genoteerde bevindingen van de keuringsarts terugkoppelt. Daarnaast accepteert het CBR alleen het volledig ingevulde Keuringsverslag volgens het model CBR’ als rapportage van de bevindingen. Daarmee bepaalt het CBR welke informatie tijdens de keuring moet worden verzameld en genoteerd.
Er zijn geen regels opgesteld die bepalen hoe noodzakelijke gegevens door de keuringsarts worden verzameld. Ogen kunnen worden gemeten met een letterkaart, maar een recente meting door een opticien kan ook worden gebruikt. Bloeddruk kan tijdens de keuring worden gemeten, maar deze informatie kan ook uit een recent verslag van een behandelend arts komen. De tijdsduur van een rijbewijskeuring kan per keer verschillen. Als de gekeurde al gegevens van een opticien en zijn eigen huisarts meeneemt, kan het verslag sneller worden ingevuld dan wanneer alle metingen ter plekke moeten worden gedaan.
Beleidsregel en kwaliteitskader nagenoeg gereed
Keuringsartsen kunnen zich met hulp van het CBR verder bekwamen in hun vakgebied. Zo kunnen artsen op cbr.nl een gratis e-learning doen en kunnen ze zich inschrijven voor een periodieke nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen rond rijbewijskeuringen. Daarnaast werkt het CBR samen met beroepsverenigingen van keurend artsen om te komen tot een beleidsregel en een kwaliteitskader. Het kwaliteitskader is nagenoeg gereed en zal op korte termijn breed in de markt geconsulteerd worden.
Wanneer keuringsartsen volgens het kwaliteitskader gaan werken kunnen mensen die een rijbewijskeuring moeten ondergaan zich o.a. via het CBR laten informeren waar zij voor een kwalitatief goede keuring terecht kunnen. Dat is belangrijk, omdat de laatste jaren steeds meer keuze is ontstaan uit keuringsbureaus, terwijl de huisarts steeds minder keuringen doet. Het CBR juicht het dan ook toe dat de brancheverenigingen werk maken van het kwaliteitskader en ondersteunt hen daarin.
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Ons ministerie vindt dat medische keuringen goed moeten verlopen, de kwaliteitsregels zijn er niet voor niets. Het ministerie heeft gezorgd dat keuringen alleen door BIG-geregistreerde artsen mogen worden afgenomen om te waarborgen dat de keuringen worden verricht door professionals. Daarnaast spant het CBR zich in om de keurend artsen te helpen, bijvoorbeeld door online trainingen aan te bieden. Er loopt nu ook een traject vanuit gezamenlijk het CBR en keurend artsen om de kwaliteit van de keuringen te verbeteren.
De artsen vallen onder het tuchtrecht en onder de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Onze minister gaat dus niet over de controle op deze artsen.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
Herkent u zich in het beeld dat de keuringen voor rijbewijzen vaak kwalitatief onvoldoende zijn? Hoe vaak controleert u artsen die rijbewijskeuringen uitvoeren?
Als IGJ houden wij toezicht op de zorg die door de keuringsartsen wordt geleverd (borging kwaliteit zorgverlening door arts). Bijvoorbeeld: verlopen de keuringen wel goed en worden die uitgevoerd door een BIG-geregistreerde arts. De IGJ heeft geen onderzoek gedaan ‘naar de algehele kwaliteit’.
Ons toezicht op artsen die keuringen uitvoeren voor rijbewijzen is op basis van meldingen. De afgelopen 3 jaar (t/m zomer 2024) hebben wij elk jaar één melding ontvangen over het handelen van een keuringsarts in relatie tot rijbewijskeuringen. Deze meldingen hebben wij onderzocht.
Kan een arts een goede keuring afnemen als hij geen medische testen, zoals bloeddrukmetingen en bloedsuiker metingen, uitvoert?
De wettelijke basis van ons toezicht staat omschreven in antwoorden op Kamervragen: “In het kort komt dit erop neer dat naast de waarborgen voor de kwaliteit en inhoud van de medische keuringen die bij het CBR zijn belegd, de IGJ toezicht houdt op de kwaliteit van de zorg die door artsen wordt geleverd en hun (medisch) handelen op basis van respectievelijk de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG).” Hieruit volgt dat het CBR moet vaststellen waar een keuring inhoudelijk aan moet voldoen.
De Branchevereniging bevestigt tegen ons dat er veel artsen zijn die slechte keuringen uitvoeren. Zij gaan kwaliteitskaders opstellen in samenwerking met het CBR. Zou u dat niet moeten doen?
Als inspectie houden we toezicht op basis van de bestaande wetten en veldnormen. Het opstellen van veldnormen is primair de verantwoordelijkheid van de beroepsverenigingen.