Reactie Mona Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

In de uitzending van maandag 15 september 2025 besteden we aandacht aan te warme huizen. We hebben Mona Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening om een reactie gevraagd. Haar reactie lees je hier.
Waarom zijn huurwoningen met een bouwvergunning van voor 2021 niet verplicht zich aan hitte normen te houden?
Vóór de invoering van de eis om het risico op oververhitting te beperken in 2021) voor nieuwbouwwoningen (de zogenaamde TOjuli-eis), werd de koelbehoefte meegenomen in de bepaling van de energieprestatie. Zelfs al was er geen actieve koeling, dan werd daarvoor toch energiegebruik meegerekend: de zogenaamde zomercorrectie. In de onderzoeken die in 2018 zijn uitgevoerd, werd geconstateerd dat het, door verdere opwarming en een toenemend risico op oververhitting, beter was om een zelfstandige eis te stellen aan het risico op oververhitting voor nieuwbouwwoningen (GTO 450 uur en TOjuli < 1,2). Dit heeft geresulteerd in de eis die in 2021 is ingevoerd. Deze hittenorm geldt vanaf dat jaar voor nieuwe woningen.
De Huurcommissie stelt dat zij de procedures van deze huurders niet kan aannemen omdat er geen norm is vastgesteld voor woningen van voor 2021. Waarom wordt er vanuit het ministerie niet bepaald dat ook woningen voor 2021 aan de hitte normen moeten voldoen?
De hittenorm voor nieuwbouw (TOJuli) is in 2021 ingevoerd. Dit betekent dat deze eis vanaf dat moment geldt voor nieuwbouwwoningen. Dit betekent dat de woningen vergund vóór deze datum, niet hoeven te voldoen aan deze hittenorm. Immers die moeten voldoen aan de bouwvoorschriften die op het moment van vergunning van kracht waren.
Wel kan het verstandig zijn dat bewoners en eigenaren investeren in maatregelen om hitte in de woning tegen te gaan. Dit kan gaan om zowel kleine als grotere maatregelen en aanpassingen in gedrag.. Als Rijk ondersteunen we hierin met een aantal activiteiten zoals aangekondigd in de in juni gelanceerde Hitte aanpak 2025.
Om een inbreuk op het eigendomsrecht te voorkomen past de overheid een zeer terughoudende rol als het om nieuwe regels voor bestaande bouwwerken gaat. Ook vanwege de financiële impact voor eigenaren van een dergelijke eis. Mede daarom ben ik niet voornemens om een eis voor de bestaande voorraad van voor 2021 te voeren. Komt bij dat een eis in het Besluit bouwwerken leefomgeving een generieke maatregel zou zijn terwijl slechts deel van de bestaande woningvoorraad risico loopt op oververhitting. Wel werk ik aan een uniforme bepalingsmethode om hitte in bestaande woningen beter te meten.
De verhuurders van de mensen die zich bij ons melden willen de problemen in de woningen niet oplossen. Zou het vastleggen van een te warme woning als gebrek, ook voor woningen voor 2021, verhuurders kunnen aansporen om woning toekomstbestendiger te maken? Ook met het oog op klimaatadaptatie?
Gezien er sprake is van persoonlijk eigendom, het beperkte aantal hete dagen, de kosten en wat mensen zelf kunnen doen, kiest het kabinet niet voor een verplichting. De huidige hittenorm ter beperking van het risico op oververhitting (TOjuli) is theoretisch en gebaseerd op rekenkundige modellen: er kan nog steeds sprake zijn van hitte in een woning, ondanks dat een juiste toepassing van de TO-juli-eis het risico verkleint. Daarom zet ik in op een bepalingsmethode die de praktijk beter benadert. Ik heb in de Hitte aanpak 2025 aangekondigd om in samenwerking met de NEN deze bepalingsmethode te ontwikkelen voor hitte in bestaande bouw.