Reactie Rabobank, ING en Ministerie van Financiën op witwascontroles door banken

In de uitzending van 27 november 2023 besteedt Radar aandacht aan witwascontroles door banken. Deze controles worden uitgevoerd door banken op basis van de Wwft en worden gebruikt om 'ongebruikelijke' transacties van klanten te controleren. Dit doen zij door vragen te stellen over een bepaalde transactie. De klant blijft vaak achter met een hoop vragen, zo blijkt uit een enquête, uitgezet door Radar. ING Bank, Rabobank en het Ministerie van Financiën reageren naar aanleiding van de uitzending van Radar. De reacties lees je hier.
Reactie ING Bank
In het kort
"In het kader van de Wwft en Wft zijn alle banken, net als ING, verplicht om klantonderzoek uit te voeren. De reden waarom wij klanten vragen stellen is gebaseerd op ons risicobeleid, dat is gebaseerd op normen zoals beschreven in de Wwft en Wft en andere wetgeving. Het risicoprofiel van onze klanten betreft vertrouwelijke informatie. In het kader van de Wwft en de Wft kunnen wij dit niet delen.
In sommige gevallen zijn banken verplicht om aangescherpt klantonderzoek uit te voeren naar de bron van het vermogen en/of de middelen van onze klanten. Meestal wordt dit beoordeeld op basis van een verklaring van de klant zelf en/of informatie die algemeen bekend is. Indien dit niet voldoende uitleg geeft, kunnen wij onze klant om nadere informatie vragen. Een voorbeeld is een belastingaangifte. Het geeft ons inzicht in het totale vermogen van een klant.
Het uitvoeren van een klantonderzoek is een zeer zorgvuldig proces:
- Allereerst moet de klantervaring uitstekend zijn en moet de communicatie veilig en vriendelijk zijn. Wij zijn ons hiervan bewust en werken momenteel aan het verbeteren van onze communicatie, zodat wij ook de ervaring van onze klanten kunnen verbeteren. Dit is een prioriteit bij ING. Alle feedback hierover stellen wij zeer op prijs.
- Ten tweede is het voor ons van groot belang om zorgvuldig om te gaan met de gegevens van onze klanten. Gegevens zijn alleen toegankelijk voor verantwoordelijke collega’s die over de benodigde authenticatie beschikken. Het standaard ING-beleid voor het bewaren van documenten is van toepassing en is gebaseerd op de AVG."
Meer uitleg
"In het kader van de Wwft en Wft zijn wij verplicht om voldoende kennis te hebben van klanten, hun rekeningen en de transacties op die rekeningen, daarom vindt klantonderzoek altijd plaats aan het begin of tijdens de relatie. Op basis van dit klantenonderzoek beoordelen wij (nieuwe) klanten. De uitkomst is afhankelijk van het risicoprofiel van de (nieuwe) klant. Als tijdens het klantonderzoek hoge risico’s worden geconstateerd, kan het zijn dat wij onze (nieuwe en bestaande) klanten, ongeacht of zij een (oud) ING-medewerker zijn of niet, vragen stellen over bijvoorbeeld waar geld vandaan komt. Waarom wij klanten vragen stellen, is gebaseerd op ons risicobeleid. Helaas kunnen wij niet in detail treden over ons risicobeleid. In het algemeen kunnen we stellen dat ons risicobeleid is gebaseerd op normen zoals beschreven in de Wwft en Wft en andere wetgeving. Het risicoprofiel van onze klanten betreft vertrouwelijke informatie. In het kader van de Wwft en de Wft kunnen wij dit niet delen."
"De wet verwacht van ons dat we aangescherpt klantonderzoek uitvoeren naar de bron van het vermogen en/of de fondsen van onze klanten, en waarvoor ondersteunende documentatie kan worden gevraagd. De bron van vermogen en/of gelden wordt doorgaans beoordeeld op basis van een verklaring van de klant zelf en/of informatie die algemeen publiekelijk bekend is. Alleen wanneer dit op grond van de inhoud van de verklaring noodzakelijk wordt geacht, kan het nodig zijn om nadere informatie of documentatie op te vragen. Een belastingaangifte is één van de voorbeelden die ter nadere bewijsvoering kan worden opgevraagd. Het geeft ons inzicht in het totale vermogen van de klant en hoe dit is opgebouwd."
"Wij willen benadrukken dat het uitvoeren van ons klantenonderzoek een zeer zorgvuldig proces is. Allereerst moet de klantervaring uitstekend zijn en moet de communicatie veilig en vriendelijk zijn. Wij vinden alle feedback belangrijk en nemen dit ter harte. Tegelijkertijd is het een gevoelig onderwerp; in het kader van wetgeving moeten banken klanten vragen stellen over zaken die klanten als privé ervaren. Wij zijn ons hiervan terdege bewust en werken momenteel aan het verbeteren van onze communicatie, zodat wij ook de ervaring van onze klanten kunnen verbeteren. Ook ontvangen wij graag de feedback die u van onze klanten heeft ontvangen, zodat wij hiermee onze processen en communicatie kunnen verbeteren. Ten tweede worden de informatie en documenten die wij van onze klanten ontvangen, opgeslagen in onze KYC-systemen waarvoor het standaard ING-beleid voor het bewaren van gegevens geldt, dat is gebaseerd op de AVG. De documenten zijn alleen toegankelijk voor onze collega’s met KYC-verantwoordelijkheden, gecontroleerd door middel van authenticatie en toegangsbeheer."
"Hiermee vervullen wij onze rol als poortwachter van het financiële systeem en wij nemen die rol serieus. Maar we zijn het er ook over eens dat er ruimte is voor verbetering in het uitvoeren van klantonderzoek en het monitoren van transacties. Daarom werken we bij het opstellen van de nieuwe standaarden nauw samen met de NVB, DNB en het Ministerie van Financiën, waardoor klantonderzoek en transactiemonitoring nog efficiënter kunnen verlopen en we overgaan op een meer risico gebaseerde aanpak. Wij investeren hierin uitgebreid en zijn tevreden met de resultaten tot nu toe. Een belangrijk doel hiervan is tevens het verbeteren van de klantervaring met klantonderzoek."
Reactie Rabobank
Voorop gesteld: Rabobank wil discriminatie voorkomen, altijd en in alles wat we doen. Als klanten in hun contact met Rabobank discriminatie ervaren dan nemen we dat zeer serieus. Wanneer klanten hier melding van maken ondernemen we dan ook altijd actie.
Banken beoordelen alle klanten en transacties op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft) met een plicht om de herkomst van geldstromen inzichtelijk te hebben. Dus bijvoorbeeld grote volumes contact geld en geldstromen van en naar landen waar hogere risico’s gelden in het financiële systeem. Die zijn soms lastig in kaart te brengen. Dan kan het noodzakelijk zijn om de klant te vragen om hierin te ondersteunen, omdat een (buitenlandse) bank aan een andere bank geen informatie mag uitwisselen die wel nodig is om vast te stellen dat een geldstroom bonafide is.
Tijdens een klantonderzoek heeft de klant ook zelf de mogelijkheid informatie te verstrekken die voor het onderzoek relevant is. Een etnische of religieuze achtergrond van een klant als zodanig is geen reden is voor (aanvullend) klantonderzoek.
We zijn niet blind voor de signalen in bijvoorbeeld de media dat klanten discriminatie ervaren bij hun interacties met banken. Rabobank werkt daarom voortdurend aan het simpeler, inclusiever en menselijker maken van haar klantcommunicatie. Ook in sectorverband ondernemen we naar aanleiding hiervan via de NVB actie. Zo sluit de NVB zich namens de sector aan bij het meldpunt discriminatie.nl en wisselen banken kennis uit over hoe discriminatie kan worden voorkomen.
Hoe divers is de kyc/cdd-afdeling? Wat voor diversiteitsbeleid voert Rabobank bij het aannemen van kyc/cdd-medewerkers?
Rabobank zet zich in om een afspiegeling te zijn van de maatschappij. Dat geldt voor alle afdelingen. Als je op een gemiddelde dag in onze kantoren kijkt dan zie je dat ook terug.
Wat voor regels en opleiding over inclusie krijgen kyc/cdd-medewerkers mee?
Zoals eerder gezegd heeft discriminatie geen plaats bij Rabobank. Om dit kracht bij te zetten verzorgen we verschillende trainingen en dialoogsessies voor alle werknemers in o.a. diversiteit en om eventuele vooroordelen bloot te leggen en weg te nemen. Managers krijgen een leiderschapscursus ingericht over diversiteit, equity en inclusie.
Hoe zorgt Rabobank ervoor dat het kyc/cdd-algoritme niet discrimineert?
Discriminatie is in alles wat we doen een no go en we zetten ons in om dit ook in onze algoritmes te voorkomen. Onze controle-algoritmen worden continu en uitgebreid getest en (onafhankelijk) gevalideerd.
Wat zijn voorbeelden van factoren die Rabobank meeweegt in de risico-inschatting van een klant? En welke factoren worden expliciet uitgesloten om mee te wegen?
Banken beoordelen alle klanten en transacties op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft) met een plicht om de herkomst van geldstromen inzichtelijk te hebben. Dus bijvoorbeeld grote volumes contact geld en geldstromen van en naar landen waar hogere risico’s gelden in het financiële systeem. Een etnische of religieuze achtergrond van een klant als zodanig speelt hierbij geen rol. Over welke factoren specifiek een rol spelen kunnen wij geen mededelingen doen. Daarmee zouden criminelen hun voordeel kunnen doen en hen willen we niet wijzer maken dan ze al zijn.
Als een klant de nationaliteit heeft van een hoogrisicoland (zoals Iran of Syrië), heeft dat dan gevolgen voor de risico-inschatting van de klant?
Nationaliteit speelt geen rol in de risico-inschatting van klanten. Van Rabobank wordt verwacht dat zij vragen stelt in het kader van CDD-onderzoek aan klanten die transacties uitvoeren met landen waarvoor een hoog risico geldt. Dat is overigens ook in het belang van klanten zelf, ze kunnen risico’s lopen zonder daarvan bewust te zijn. Behalve Iran en Syrië gaat het bijvoorbeeld ook om Cuba, Noord-Korea en Sudan, van belang is dus de geografie waar transacties plaatsvinden. Hierbij moet Rabobank de reden van haar verzoek vanzelfsprekend goed toelichten en mag alleen vragen stellen die van belang zijn om duidelijkheid te krijgen over de achtergrond van gesignaleerde transacties.
Gaat Rabobank iets aanpassen aan het wwft-beleid en diversiteitsbeleid naar aanleiding van de onderzoeken van DNB en het ministerie van Financiën?
Rabobank wil discriminatie voorkomen, altijd en in alles wat we doen. Als klanten in hun contact met Rabobank discriminatie ervaren dan nemen we dat zeer serieus. Wanneer klanten hier melding van maken ondernemen we dan ook altijd actie.
We zijn niet blind voor de signalen dat klanten discriminatie ervaren bij hun interacties met banken. Rabobank werkt daarom voortdurend aan het simpeler, inclusiever en menselijker maken van haar klantcommunicatie. Ook in sectorverband ondernemen we via de NVB actie. Zo sluit de NVB zich aan bij het meldpunt discriminatie.nl en wisselen banken kennis uit over hoe discriminatie kan worden voorkomen.
Reactie Ministerie van Financiën
Waarom hanteert Nederland de bredere maatstaf 'ongebruikelijk' om transacties te controleren, terwijl de meeste landen 'verdacht' hanteren?
Het meldsysteem in Nederland is bewust zo laagdrempelig mogelijk ingericht, om alle poortwachters (niet alleen banken) zoveel mogelijk te ontlasten in het verrichten van onderzoek naar transacties. Het melden van verdachte transacties brengt extra lasten met zich mee voor poortwachters en hun klanten. Poortwachters moeten namelijk veel diepgravender onderzoek doen als ze verdachte in plaats van ongebruikelijke transacties moeten melden.
Daarnaast kan FIU-Nederland beter dan poortwachters beoordelen of een ongebruikelijke transactie daadwerkelijk verdacht is. Zo beschikt de FIU-Nederland over meer informatie, zoals informatie uit andere meldingen en strafrechtelijke informatie, om de meldingen van ongebruikelijke transacties te analyseren, (nieuwe) patronen te zien en om vast te stellen of er mogelijk sprake is van verdachte transacties. Met het oog hierop heeft het kabinet de afgelopen jaren geïnvesteerd in de FIU-Nederland. Zo wordt de formatie van de FIU-Nederland nog verder uitgebreid en wordt extra ingezet op verbeteringen in technologie, kennis en expertise om de ongebruikelijke meldingen te analyseren.
Welke instantie ziet erop toe dat banken in hun definitie van 'ongebruikelijke' transacties en 'hoog-risico' klanten niet discrimineren op basis van factoren zoals nationaliteit, geslacht, etniciteit, enzovoort?
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op de gegevensverwerking en het gebruik van bijzondere categorieën van persoonsgegevens, zoals ras of etnische afkomst. Als deze gegevens onrechtmatig worden verwerkt kan de AP handhavend optreden. Daarnaast houdt De Nederlandsche Bank (DNB) toezicht op banken. DNB kijkt of systemen en procedures die banken hanteren om witwassen en terrorismefinanciering te herkennen, effectief zijn. Banken moeten dit risicogebaseerd doen, op basis van objectieve indicatoren. Ten slotte kunnen consumenten die discriminatie ervaren bij financiële dienstverlening – waaronder het monitoren van transacties - terecht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) en kunnen zowel consumenten als zakelijke klanten ook naar de rechter stappen.
De Autoriteit Persoonsgegevens wijst erop dat het wetsvoorstel geen rechtsbeschermende instrumenten voor burgers biedt. Ziet het Ministerie geen noodzaak om zulke instrumenten te bieden, aangezien het wetsvoorstel financiële instellingen wel extra bevoegdheden biedt om klanten te controleren?
Het wetsvoorstel bevat verschillende nieuwe verplichtingen voor banken om de privacy van burgers te waarborgen. Daarnaast bestaan er buiten het wetsvoorstel instrumenten om de toegang tot een betaalrekening te waarborgen. Consumenten hebben recht op een basisbetaalrekening. Ook kunnen consumenten naar het Kifid als zij discriminatie ervaren bij de weigering of beëindiging van de dienstverlening. Daarnaast zijn de Nederlandsche Vereniging voor banken, de Nederlandsche Bank en het ministerie van Financiën in gesprek met verschillende brancheorganisaties om de problemen die zakelijke cliënten ervaren bij het openen van een bankrekening op te lossen.
Volgens schattingen werken nu zo'n 12.000 bankmedewerkers aan het uitvoeren van de wwft. De ongebruikelijke transacties die zij doorsturen aan de Financial Intelligence Unit worden daar beoordeeld door een team van 90 fte. Betekent dit niet dat de overheid een buitenproportioneel deel van de last heeft neergelegd bij banken? En is uitbreiding van de FIU geen effectievere manier om witwassen tegen te gaan dan uitbreiding van de bevoegdheden van banken?
Is het opsporen van witwassen en terrorismefinanciering geen taak voor de overheid in plaats van private bedrijven als banken?
De aanpak van witwassen heeft twee kanten: de preventieve aanpak aan de voorkant via poortwachters en de repressieve aanpak aan de achterkant via opsporing en vervolging. Deze aanpak via zowel de voorkant als de achterkant wordt internationaal gezien als het meest effectief, bestaat in Nederland al 30 jaar en wordt in vrijwel alle landen toegapast. Poortwachters bevinden zich in de unieke positie dat ze kunnen voorkomen dat criminelen hun diensten gebruiken om geld wit te wassen. Zij bepalen namelijk aan wie ze wel en niet diensten verlenen en kunnen vooraf maatregelen nemen om te voorkomen dat criminelen geld wit wassen. De aanpak van witwassen is het meest effectief als er zowel wordt ingezet op het voorkomen van witwassen door poortwachters, als het opsporen van witwassen door opsporingsdiensten.
In het antwoord op de eerste vraag is ingegaan op de investeringen die gedaan worden in FIU-Nederland.