Rechter: NVWA hoefde kippenboeren niet voor fipronil te waarschuwen
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hoefde kippenboeren in 2016 en 2017 niet eerder te waarschuwen dat eieren besmet waren met fipronil. Dat oordeelde de rechter in Den Haag woensdag in een civiele zaak die landbouworganisatie LTO namens 124 kippenboeren tegen de NVWA had aangespannen.
Heel veel boeren huurden het bedrijf ChickFriend in om hun stallen te behandelen tegen bloedluis. Achteraf bleek dat ChickFriend daarvoor het verboden midddel fipronil gebruikte. De NVWA wist dat al in 2016 en deed volgens de rechtbank voldoende door een strafrechtelijk onderzoek in te stellen.
Staldeuren nog altijd gesloten
Als de NVWA de boeren wel had gewaarschuwd voor het vermoedelijke gebruik van fipronil, had dat het strafrechtelijke onderzoek gehinderd. Die waarschuwing kwam pas op 19 juli. 3,5 miljoen kippen en miljoenen eieren moesten worden vernietigd en 180 kippenboerderijen moesten de deuren sluiten. Sommige bedrijven zijn nog altijd dicht. De schade beliep 65 tot 75 miljoen euro, waarvan 35 tot 45 miljoen voor rekening van de pluimveehouders kwam.
Eigen verantwoordelijkheid
De rechtbank oordeelt dat de kippenboeren zelf een verantwoordelijkheid hebben voor de controle op welke middelen in hun stallen worden gebruikt. De NVWA kan bovendien niet worden afgerekend op de omvang van de fipronilcrisis. 'Op dat moment was niet voorzienbaar dat er sprake zou zijn van een zodanig grootschalige overtreding zoals die zich achteraf blijkt te hebben gemanifesteerd', stelden de rechters.
Beperkte middelen
De NVWA had wel met meer voortvarendheid kunnen reageren op de eerste signalen van fipronilgebruik, maar de rechtbank erkent dat de middelen van de organisatie beperkt zijn en dat keuzes moeten worden gemaakt.
De waarschuwing van een NVWA-woordvoerder in een tv-interview om voorlopig maar geen eieren te eten, noemt de rechtbank 'ongelukkig maar niet onrechtmatig'.
Waarborgen voedselveiligheid
De LTO en pluimveehouders reageren 'heel teleurgesteld' op de uitspraak. 'Dit betekent dat wat de NVWA ook doet, er nooit sprake is van falend toezicht en dat vind ik zorgelijk', zei Hennie de Haan van de Nederlandse Vereniging van Pluimveehouders. 'We moeten juist elkaars partner zijn in de waarborging van de voedselveiligheid.'
Bron: ANP