Studie over cholesterolverlagers: absolute versus relatieve cijfers

Pijl legt het uit aan de hand van de '4S-studie'. Er waren 4444 mensen, die hebben ze in 2 groepen verdeeld. Twee groepen van ieder 2222 mensen. Alle deelnemers aan de studie hadden een hoog risico op een hartinfarct.

De ene groep kreeg een placebo (een neppil), de andere groep kreeg een statine. Beide groepen werden 6 jaar gevolgd.

Relatieve risico

In de placebogroep kregen 622 mensen een hartinfarct, in de statinegroep waren dat er 431. In de placebogroep zijn dat 28 van de 100 mensen, en in de statinegroep zijn dat er 19 van de 100. In de statinegroep zijn er dus 9 mensen minder getroffen door een hartinfarct, dat is ongeveer 30% minder. De kans op een hartinfarct wordt 30% kleiner. Dat is het relatieve risico.  

Absolute risico

'Dat klinkt goed', zegt Antoinette, 'een derde kans minder op een hartinfarct.' Maar: wat betekenen die cijfers eigenlijk? 'Als je gedurende 6 jaar mensen met een statine behandeld, dan heb je in 9 gevallen een hartinfarct voorkomen. Dat betekent dat 91 mensen gedurende 6 jaar een statine gebruiken, waar niks mee gebeurt. Die slikken het, in zekere zin, voor niks, maar hebben wel de bijwerkingen.'

'Dat is informatie die je eigenlijk aan je patiënt moet meegeven, voor je medicatie voorschrijft', zegt Pijl.

De uitleg over cholesterolstudies was een onderdeel van het Radar Extra-tweeluik over cholesterol.

Kijk de uitzending over cholesterolverlagers

Meld je aan voor de eenmalige nieuwsbrief over cholesterol en mis niets

Heb je de Radarapp al geïnstalleerd op je telefoon of tablet? Volg dan het onderwerp 'cholesterol' (klik hieronder op het plusje bij cholesterol) en blijf op de hoogte.

Let op: Ben je aan het denken gezet door de uitzending van Radar over cholesterol? Stop nooit zonder overleg met je arts met medicijen!