Testpanel: 70 procent wil adblocker

adblockers-web.jpg

Het wordt de grootste boycot aller tijden genoemd: internetgebruikers installeren massaal adblockers om online reclame te mijden. Uit een enquête onder het Radar Testpanel blijkt dat ongeveer de helft van de respondenten gehoord heeft van adblockers en dat 16 procent al een of meerdere gebruikt. 70 procent overweegt een adblocker te installeren.

adblockers zijn een toevoeging (plug-in) voor de internetbrowser. De adblockers onderdrukken vervolgens pop-ups en blokkeren het vertoon van advertenties op webpagina's. Adblockers worden voornamelijk geïnstalleerd omdat consumenten online advertenties vervelend vinden. Het Radar Testpanel oordeelt hierover onverbiddelijk: alle vormen van internetreclame zijn irritant en indringend. Het minst negatief is het Radar Testpanel over banneradvertenties. 16 procent heeft daar een neutraal oordeel over. 

Online reclame is in de ogen van het Radar Testpanel niet alleen irritant en indringend, ze vinden het ook nutteloos. Het leeuwendeel van het Testpanel (ongeveer 80%) geeft aan nooit of slechts per ongeluk op advertenties te klikken. Banneradvertenties kunnen op de meeste clicks van onze Testpanelleden rekenen: 16 procent geeft aan daar soms op te klikken. Op pop-ups (11%) en videoboodschappen (13%) wordt minder vaak geklikt.

Kosten adblockers geschat op 22 miljard

Analisten berekenden eerder dat de advertentie-industrie een strop van ruim 20 miljard euro boven het hoofd hangt dankzij adblockers. Daarnaast groeit het aantal gebruikers van adblockers (naar verwachting) dit jaar met 41 procent. Het verlies voor de advertentie-industrie gaat alleen maar groeien.

Die potentiele groei in het gebruik van adblockers zien we ook terug in het Radar Testpanel, waarvan slechts 16 procent aangeeft gebruik te maken van een adblocker en 70 procent interesse heeft om er een te installeren: dat begint te lijken op wellicht het grootste boycot ooit. De overgrote meerderheid (94%) van de panelleden die wel een adblocker hebben, gebruikt de advertentiemijder op laptops of desktop computers. Een op de vier heeft ook een adblocker op de telefoon en 30 procent gebruikt de techniek ook op tablets.

Grote, gratis sites als Facebook en Google verdienen hun geld met de verkoop van advertenties. adblockers ondergraven dus het verdienmodel van het internet. Deze keerzijde wordt onderschat door het Radar Testpanel. 4 op de 5 panelleden zijn het 'zeer oneens' met de volgende stelling:

'Ik vind het prima om voor de dienstverlening van een website die ik vaak bezoek 1 euro per maand te betalen'.

Toch overweegt 70 procent van de Testpanelleden die het met de bovenstaande stelling 'zeer oneens' zijn een adblocker te gaan gebruiken: consumenten willen wel de lusten, maar niet de lasten.

Online advertenties moeten beter

Sommige online adverteerders zien het stijgende gebruik van adblockers niet als een probleem, maar juist als uitdaging. Advertenties op het internet moeten minder irritant en opdringerig worden én nuttiger. Een oplossing daarvoor is het personaliseren van advertenties, zodat producten of diensten worden aangeboden waar mensen daadwerkelijk geïnteresseerd in zijn.

Zulke gepersonaliseerde advertenties zijn al in omloop en dat merkt ook het Radar Testpanel. Banners en pop-ups zijn volgens respectievelijk 69 en 63 procent van de reacties heel erg gepersonaliseerd. Bij videoboodschappen bestaat dat gevoel minder – iets minder dan de helft (45%) van de Testpanelleden heeft het idee dat die gepersonaliseerd zijn.

Cookies

Het personaliseren van advertenties werkt op basis van profielen die opgebouwd worden aan de hand van surfgedrag. Cookies zijn vereist om het gedrag in kaart te brengen. Advertenties worden vervolgens op die informatie aangepast. Daarin staat de consument niet geheel machteloos: op sommige sites kan je kiezen om cookies wel of niet te accepteren. Opvallend is dat bijna 80 procent van de leden van het Radar Testpanel vindt dat ze geen andere keus hebben dan cookies te accepteren.

Webpagina's zijn bij wet verplicht te melden wanneer ze cookies plaatsen en welke cookies dan geplaatst worden. Vaak vermelden websites wat ze met de verzamelde informatie doen. De ene helft van het Radar Testpanel (54%) vindt deze informatie niet zozeer tot helemaal niet nuttig, de andere helft vindt de informatie wel nuttig. De melding – de zogenaamde cookiewall – wordt door bijna 80 procent als opdringend  ervaren.

6 procent van de Radar Testpanelleden geeft nooit toestemming bij deze cookiewalls. Een op de vijf accepteert altijd alle cookies. De meerderheid (63%) maakt onderscheid tussen sites: de ene site mag wel cookies zetten en de andere niet. Sommige sites geven gebruikers een keuze: welke cookies accepteer je wel en welke niet? Slechts 11 procent geeft aan daar soms gebruik van te maken. Voor de meerderheid is het alles of niets.

Meer dan de helft van de panelleden (57%) geeft aan bij het accepteren van cookies simpelweg geen fijn gevoel bij te hebben. Een andere beweegreden is het beschermen van de privacy. 17 procent zegt geen goed idee te hebben waar ze mee akkoord gaan. Slechts 6 procent heeft met het accepteren van cookies verder geen probleem of vindt het handig.Over dit onderzoek

Aan het onderzoek deden 41.021 leden van het Radar Testpanel mee. De resultaten zijn gewogen op geslacht, opleiding en spreiding over het land. Het onderzoek vond plaats tussen 7 en 20 oktober 2015. Het Radar Testpanel bestaat uit ruim 90.000 mensen. Zij nemen deel aan online enquêtes. De resultaten uit deze onderzoeken worden gebruikt in het tv-programma Radar, het magazine RADAR+ en / of voor nieuwsberichten op de website radartv.nl