'Vergoed ook alternatieve kankermedicatie'

kankermedicijnen-13062019.jpg

Oncologen, geneesmiddelenproducenten, zorgverzekeraars en het Zorginstituut willen dat kankerpatiënten die baat hebben bij geneesmiddelen die niet zijn bedoeld voor hun type kanker, deze medicijnen toch kunnen gebruiken. Dat meldt het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam.

Er is voor deze patiënten een financieringsmodel op maat bedacht waarbij de fabrikant van het middel en de zorgverzekeraar samen de financiële risico’s delen: de fabrikant betaalt het medicijn in de studiefase en de zorgverzekeraar vergoedt het vervolgens voor patiënten bij wie het blijkt te werken: een pay-for-performance-model. Zij dragen daarmee samen het financiële risico.

Een pilot gaat lopen in een klinische studie waaraan meer dan dertig Nederlandse ziekenhuizen meedoen. Als na 16 weken het middel effectief en veilig blijkt voor deze individuele patiënten, vergoedt de zorgverzekeraar hun verdere behandeling.

Behandeling afstemmen op individuele patiënt

Uit onderzoek is steeds duidelijker geworden dat elke tumor biologisch uniek is en dat de behandeling daarom steeds vaker afgestemd moet worden op de individuele patiënt. Soms heeft een tumor bijvoorbeeld een DNA-afwijking die heel zeldzaam is voor de meeste tumorsoorten. Er is dan soms een medicijn dat mogelijk op deze afwijking inspeelt, maar dat is niet voor al die tumorsoorten geregistreerd.

In 2016 werd daarom in Nederland een klinische studie gestart: de DRUP-studie. In deze studie krijgen kleine groepjes patiënten geneesmiddelen toegediend die al geregistreerd zijn voor een andere kankersoort maar niet voor die van hen. Voor deze patiënten zijn geen andere behandelopties meer. Dat leverde goede resultaten op.

Toegang tot geneesmiddel die werken

'Al bij de start van de DRUP-studie rees de vraag: stel dat het geneesmiddel werkt bij een patiënt, hoe zorgen we er dan voor dat die patiënt er vervolgens ook toegang toe krijgt? Het is immers niet geregistreerd voor zijn of haar indicatie', aldus Emile Voest, medisch directeur van het Antoni van Leeuwenhoek en een van de onderzoeksleiders van de DRUP-studie.

De betrokken partijen gingen daarom om de tafel zitten en bedachten een manier om deze patiënten toch toegang te geven tot het medicijn.

Bron: ANP