Voorlichting pijnstillers bedroevend
De veelgebruikte pijnstiller Ibuprofen lijkt misschien een onschuldig pilletje. Je kunt ze tenslotte overal kopen; drogisterijen en zelfs bij supermarkten en tankstations. Maar Ibuprofen is niet zo onschuldig als het lijkt. Daarom is het belangrijk dat er bij de verkoop van deze pillen goede voorlichting wordt gegeven. TROS Radar onderzocht de voorlichting van drogisterijen en kwam tot de conclusie dat deze voorlichting bedroevend slecht is.
Ibuprpofen is een veelgebruikte pijnstiller. Dit middel wordt verkocht
onder merknamen als bijvoorbeeld Advil en Neurofen, maar ook onder de
naam Ibuprofen van het eigen merk van drogisterijen. Dit middel behoort tot een groep pijnstillers die NSAID’s worden genoemd.
Er kunnen nare bijwerkingen optreden bij het gebruik van Ibuprofen en andere NSAID’s. Vooral als Ibuprofen langdurig wordt gebruikt. Ook moeten mensen die andere medicijnen gebruiken voorzichtig zijn met het gebruik van deze pijnstillers. Ibuprofen kan namelijk de werking van andere medicatie verstoren.
Ibuprofen kan een wisselwerking veroorzaken met bijvoorbeeld:
bloedverdunners, plasmiddelen, lithium, ACE-remmers (dit zijn hart- en vaatmiddelen die gebruikt worden bij hoge bloeddruk, hartfalen en bepaalde nierziektes.), methotrexaat (dit wordt gebruikt bij reuma, psoriasis en kanker), middelen die de afweer onderdrukken en middelen tegen depressiviteit.Geneesmiddelenwet
In de Geneesmiddelenwet staat dat deze middelen vrij verkocht mogen worden, er is dus geen recept voor nodig. In de wet staat wel de voorwaarde dat er goede voorlichting gegeven wordt bij de vrije verkoop. Het Centraal Bureau Drogisterijbedrijven, de branchevereniging van drogisterijen, heeft een model gemaakt dat deze goede voorlichting moet waarborgen.
Dat model begint met de Kassacheck. Dat betekent dat de klant die zelfzorgmiddelen, zoals Ibuprofen, koopt de vraag wordt gesteld of hij nog informatie wil over deze medicijnen. Als de consument 'ja' antwoordt, moet er een vervolggesprek volgen met de drogist of met de assistent drogist.
In dat vervolggesprek komen de volgende zaken aan de orde: voor wie is het medicijn, wat is de aandoening, hoe lang speelt de aandoening al en wat is er al aan gedaan? Op basis van dit gesprek, komt de drogist tot een advies. Het kan zijn dat de klant hele andere middelen moet gebruiken, of dat de klant beter naar de huisarts kan.SteekproefTROS Radar heeft een steekproef gedaan onder 40 drogisterijen. Wij kochten de pijnstillers voor de moeder van de consument die ook medicatie slikt voor haar hart. Ibuprofen blokkeert de werking van deze medicatie. Het juiste advies van de drogist zou dus moeten zijn dat de moeder van de klant deze middelen niet moet slikken en voor paracetamol moet kiezen of naar de huisarts moet gaan. Bekijk de opzet van de steekproef.
Hieruit blijkt dat in een groot deel van de drogisterijen de voorlichting zeer slecht is. Bij 72% van de drogisterijen werd de Kassacheck niet uitgevoerd. Bekijk de resultaten van de steekproef.
Radar heeft ook 10 apotheken bezocht. Ook daar was de voorlichting niet goed. Bij 4 van de 10 apotheken werd ook de Kassacheck niet uitgevoerd. Bij drie apotheken verliet de klant de winkel met Ibuprofen. Dat is opmerkelijk, omdat je juist bij de apotheken een grotere kennis van medicijnen verwacht en dus een beter advies. Bekijk de reactie van KNMP, de branchevereniging voor apothekers.Certificaat
Het Centraal Bureau voor Drogisterijbedrijven reikt ook een certificaat uit aan drogisterijen die aan specifieke eisen voldoen. Deze winkels hebben een stikker op de deur waarmee wordt aangegeven dat zij gecertificeerd zijn voor de verkoop van zelfzorgmiddelen. Ook bij deze winkels zou je goed advies verwachten.
Uit de steekproef blijkt dat 50% van de gecertificeerde bedrijven de Kassacheck niet uitvoert. In 12 filialen wordt zelfs gewoon Ibuprofen verkocht. Dat betekent dat ook in winkels waar de Kassacheck wel wordt uitgevoerd, na een informatiegesprek alsnog Ibuprofen wordt aangeraden. Het is dus de vraag wat de waarde van dit certificaat is.
Bekijk de reactie van de consumentenbond.