Waarom nabestaanden de waterschapsbelasting voor een heel jaar moeten betalen

Waterschapsbelasting Na Overlijden

Je dierbare overlijdt in het voorjaar, en toch stuurt het waterschap een aanslag voor het hele jaar. Voor veel nabestaanden voelt dit als een onrechtvaardige 'boete op rouw', zoals blijkt uit een melding die bij Radar binnenkwam. Hoe kan dit? Radar duikt in de kleine lettertjes van de wet en vragen het aan de Unie van Waterschappen en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Tijdvak versus tijdstip

Hoe kan het dat de ene belasting stopt bij overlijden en de andere doorloopt? Radar vroeg om uitleg bij de Unie van Waterschappen. 

  • Over de zuiveringsheffing zegt de Unie: "Dit is een tijdvakbelasting omdat de basis voor de heffing de hoeveelheid en samenstelling van het afvalwater is dat in een tijdvak (het kalenderjaar) op het riool wordt geloosd." Omdat een overledene niets meer loost, stopt deze heffing.
  • De watersysteemheffing (droge voeten en dijkbeheer) is daarentegen een zogeheten tijdstipbelasting. De Unie legt uit: "De basis voor de watersysteemheffing ingezetenen is de inschrijving in de basisregistratie personen (BRP) op een bepaald tijdstip (1 januari)."

Dus als je op 1 januari op een adres staat ingeschreven, ben je belastingplichtig voor dat hele kalenderjaar. Veranderingen na 1 januari, zoals verhuizen of overlijden, doen er voor deze wet niet toe.

Toen had ik wederom een medewerker aan de lijn die het ook absurd vond, en zich er zelfs voor schaamde.
De gedupeerde zoon over het contact met het waterschap

Waarom kiest de overheid hiervoor?

Het voelt tegenstrijdig dat er verschillende regelingen zijn. De systemen van het waterschap kunnen technisch gezien verrekenen vanaf een bepaalde datum, maar voor de watersysteemheffing mag het niet. Waarom houdt de wetgever vast aan die datum van 1 januari? Radar vroeg om opheldering bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 

Volgens het ministerie is deze heffing "gekoppeld aan het gebouw, en dus niet aan gebruik", zoals bij de zuiveringsheffing wel het geval is. De redenering vanuit Den Haag luidt: "Wanneer een persoon overlijdt, blijft het gebouw bestaan." Het ministerie bevestigt dat dit een bewuste keuze is en noemt daarvoor drie redenen:

  1. Duidelijkheid voor de belastingplichtigen: Volgens het ministerie levert dit voordelen op: "door een bekend tijdstip te kiezen, hebben de belastingplichtigen meer rechtszekerheid."
  2. Aansluiting bij vergelijkbare belastingen: Het ministerie wijst erop dat "ook bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting maakt gebruik van een peildatum, en dat zorgt voor een efficiëntere uitvoering."
  3. Eenvoud en uitvoerbaarheid: Het ministerie stelt: "Een tijdstipbelasting maakt de uitvoering van de heffing eenvoudiger en beperkt de administratieve lasten voor waterschappen."

Betaal je dubbel?

Veel mensen denken dat het waterschap hierdoor 'dubbel int'. De gedachte is logisch: moeten de nieuwe bewoners niet ook gewoon betalen voor het hele jaar? Maar dat hoeft dus niet. De watersysteemheffing werkt namelijk twee kanten op:

  • De vertrekker (of overledene): Betaalde op 1 januari en krijgt niets terug.
  • De nieuwe bewoner: Woonde op 1 januari nog niet op dit adres en betaalt dus voor dit jaar niets aan watersysteemheffing.

Dit verklaart ook de tekst op de aanslag die je ontvangt: "Ook als u verhuist, betaalt u voor het hele jaar." De wetgever behandelt een overledene hier feitelijk als een verhuizer. Bij een verhuizing is dat logisch: je betaalt op je oude adres door, maar woont de rest van het jaar zonder extra kosten op je nieuwe plek. Dat heft elkaar op.

Bij een overlijden gaat die vlieger niet op. Er is immers geen nieuw adres waar je 'gratis' woont. De administratieve eenvoud van het ministerie pakt hier voor nabestaanden zuur uit: zij betalen het volle pond voor een dienst waar de overledene niets meer aan heeft.

Kun je bezwaar maken?

Wie net als de inzender bezwaar probeert te maken tegen deze regeling, vangt helaas bot. De waterschappen volgen simpelweg de wet, dus juridisch staan ze in hun recht.

Toch voelt het wrang. Zeker omdat veel gemeenten bij overlijden belastingen (zoals voor afval) wel netjes terugbetalen. Zij gebruiken hun eigen regels om nabestaanden tegemoet te komen. Waterschappen hebben die vrijheid niet: zij moeten de landelijke lijn van het ministerie volgen, en die biedt geen ruimte voor uitzonderingen.

De conclusie is dat nabestaanden voorlopig aan het kortste eind trekken. Zolang de Waterschapswet niet verandert, blijft deze ongelijke situatie bestaan.