Wachtlijsten in de ggz - reactie LVVP

lvvp-22102018.jpg

Hieronder lees je de reactie van Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen (LVVP) op de uitzending van Radar (22-10-2018) over de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg.

'De LVVP heeft zich afgelopen zomer gecommitteerd aan het actieplan vervolgaanpak wachttijden. Wij hebben ons hieraan gecommitteerd, omdat wij het belangrijk vinden dat patiënten tijdig de zorg krijgen die zij nodig hebben. Daar waar goede zorg te lang op zich laat wachten, ontstaat het risico van verergering van de klachten, maar zeker ook van verergering van de aandoening. Dit is uiterst onwenselijk.

De LVVP heeft grote moeite met het gegeven dat er vorig jaar sprake was van een onderbesteding van de financiële middelen, terwijl er tegelijkertijd sprake was van patiënten die niet in zorg konden komen, vanwege de wachtlijsten.

De NZa heeft op aandringen van de LVVP, onderzoek gedaan naar het effect van knellende omzetplafonds op de wachttijden.

De belangrijkste conclusies en aanbevelingen waren als volgt:

"Uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een negatief effect van omzetplafonds op de productie bij vrijgevestigde ggz-aanbieders. Als deze capaciteit vrijgemaakt wordt, schatten wij dat in de tweede helft van 2018 maandelijks zo’n 263 patiënten extra behandeld kunnen worden door vrijgevestigde ggz-aanbieders. De totale omvang van het effect is weliswaar beperkt: het gaat om ongeveer 0,5% van de landelijke behandelcapaciteit in de gespecialiseerde ggz. Maar er zijn wel degelijk patiënten die onnodig lang wachten. Dit is onwenselijk."

De LVVP vermoedt dat het effect groter is, omdat de NZa in haar onderzoek geen rekening heeft gehouden met het gegeven dat vrijgevestigde ggz-aanbieders – op verzoek van de verzekeraars – calculerend zijn in hun aannamebeleid voor nieuwe patiënten. Dit om te voorkomen dat zij in het laatste kwartaal hun praktijk moeten sluiten.

Maar het belangrijkste is dat elke patiënt er één is. Het is niet uit te leggen dat er behandelcapaciteit beschikbaar is, en dat er onderschrijding is van het budget en dat er dan toch nog mensen op de wachtlijst staan. Het stuit vrijgevestigde ggz-aanbieders enorm tegen de borst dat zij in het laatste kwartaal van het jaar hun praktijk moeten sluiten, omdat de omzetplafonds die verzekeraars hen opleggen te beperkt zijn.

Verzekeraars laten de NZa weten dat zij omzetplafonds verhogen daar waar dat nodig is. Ik kan u vertellen dat dit veelal niet het geval is. Onze leden stuiten veelal op een afwijzing van de verzekeraar, met daarbij het verhaal dat de verzekeraar elders voldoende zorg heeft ingekocht. Maar waarom blijven deze mensen dan veelal toch onbehandeld?! Daarbij is het ook nog eens zo dat omzetplafondverhogingen slechts kunnen worden aangevraagd tussen 1 april en 1 augustus. Echter, juist in het laatste kwartaal lopen vrijgevestigden aan tegen het knellende omzetplafond. Hun verzoek om ophoging wordt door de verzekeraar dan helemaal niet meer in behandeling genomen!

Kortom, vrijgevestigde BIG-geregistreerde zorgaanbieders staan klaar om patiënten te behandelen die op de wachtlijst staan. Uiteraard beschikken wij niet over de capaciteit om alle wachtenden te behandelen. Maar elke patiënt is er één, maar dan moeten verzekeraars ons wel de ruimte bieden om te behandelen!'