Wachtlijsten in de ggz - reacties politiek

reacties_politiek_22102018.jpg

Hieronder lees je de reacties van verschillende politieke partijen op de uitzending van Radar (22-10-2018) over de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg

Leendert de Lange (VVD)

'Als je hulp zoekt voor een psychisch probleem dan wil je daar natuurlijk niet oneindig op wachten. Dat is ook logisch. Je vraag niet voor niets om hulp. Dan moet je er op kunnen vertrouwen dat je de zorg krijgt die je nodig hebt. Dat veel mensen die een beroep doen op de GGZ nog steeds te maken hebben met lange wachtlijsten is onbegrijpelijk. De VVD wil dat zorgverleners transparant zijn over hun wachttijden. Daarnaast moet je zorgverzekeraar je altijd kunnen helpen met vinden van een zorgverlener waar je wel direct terecht kan. De staatssecretaris moet veel harder zijn voor zorgverleners die hier niet goed mee omgaan. Zorgverleners moeten er samen met de zorgverzekeraars voor zorgen dat mensen niet langer hoeven te wachten dan nodig.'

Joba van den Berg (CDA)

'Het CDA betreurt het dat er geen enkele verbetering is gemaakt met de aanpak van wachttijden. En dat instellingen bovendien niet eerlijk zijn over hun wachttijden. In mei 2018 bleek dat ondanks afspraken de wachttijden nog steeds te lang zijn en dat bovendien vele GGZ-instellingen de wachttijden niet melden ondanks de verplichting daartoe. Het CDA zal nav de uitzending van radar opnieuw Kamervragen stellen aan de minister voor Medisch Zorg. Het kan en moet minder complex worden. Daar blijf ik bij de minister op aandringen.'

Attje Kuiken (PvdA)

'Dit gaat over hele kwetsbare mensen. Je wil zeker zijn dat zij de hulp krijgen die ze nodig hebben. En dat ze niet aan hun lot worden overgelaten omdat er een wachtlijst is. Er staan allemaal mooie voornemens op papier, maar er is nog niets veranderd. Papier is geduldig, de minister moet nu in  actie komen!'

D66

'D66 zit bovenop de wachtlijstproblematiek en vindt dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Het belangrijkste is dat patiënten weten waar zij terecht wanneer de wachttijden boven de maximale norm uitkomen. Patiënten moeten in zo’n geval gewezen worden op wachtlijstbemiddeling. Hier ligt een grote rol voor de GGZ-aanbieder en de verzekeraar, maar ook bijvoorbeeld voor de huisarts. Terwijl een patiënt op een wachtlijst staat vindt D66 dat een patiënt alvast geholpen moet kunnen worden, bijvoorbeeld door het faciliteren contact met ervaringsdeskundigen. Tot slot ziet D66 graag dat de staatssecretaris ervoor zorgt dat er een instantie komt die op regioniveau de wachtlijsten kan aanpakken [regionale doorzettingsmacht]'