Wat betekent de Miljoenennota 2016 voor jouw portemonnee?

Vrijwel iedereen gaat er in 2016 financieel op vooruit. Dat becijfert het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) op basis van de Miljoenennota. Of dit ook voor jou geldt, kun je opzoeken in een handig overzicht.
Met name door de verlaging van de belastingen in 2016 neemt voor veel consumenten de koopkracht toe. Het Nibud spreekt van stijgingen tot 4,8%. In euro's: er zijn consumenten die honderd tot honderdvijftig euro per maand méér te besteden hebben.
Voor werkenden stijgt de koopkracht meer dan voor uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Het is voor het eerst sinds 2008 dat het Nibud voor zo veel huishoudens een dergelijke stijging constateert.
Er zijn ook enkele mensen die erop achteruitgaan. Voor sommigen daalt de koopkracht met 3,5%. Dit komt neer op enkele tientallen euro's per maand, met name onder uitkeringsgerechtigden.
In welke categorie val jij? Of voor jou de koopkracht toe- of afneemt kun je vinden in dit Nibud-overzicht (pdf).
Voorbeelden
De belastingverlaging is vooral gericht op mensen met een midden- en laag inkomen. Wie meer verdient dan 50.000 euro profiteert daardoor minder dan mensen onder die grens.
Meer voorbeelden:
- TweeverdienersVooral tweeverdieners met kinderen krijgen flink meer te besteden, namelijk zo'n vijftig tot honderd euro per maand. Volgens het Nibud profiteren zij onder andere van een verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en het kindgebonden budget. Stellen met kroost in de kinderopvang ontvangen bovendien 5% meer kinderopvangtoeslag. Dus als de rekening hiervoor maandelijks 500 euro bedraagt, krijgen ze in 2016 25 euro extra vergoed.
- BijstandsgerechtigdenVoor mensen in de bijstand verandert er weinig: zij gaan er niet op achteruit, maar ook niet op vooruit. Daardoor blijft het voor hen ook in 2016 financieel zwaar, aldus het Nibud.
- GepensioneerdenDoordat de aanvullende pensioenen niet stijgen, profiteren gepensioneerden minder van de belastingverlaging dan werkenden. Wie een aanvullend pensioen heeft dan 2000 euro gaat er zelfs op achteruit. Deze mensen moeten meer betalen aan de inkomensafhankelijke zorgpremie en hun aanvullend pensioen wordt niet geïndexeerd.
- Ouderen met 20.000+ euro spaargeld, vervroegd gepensioneerdenOuderen met per persoon meer dan 20.000 euro spaargeld betalen over dat bedrag meer belasting. Dit komt door het verdwijnen van de ouderentoeslag in box 3. Ook kunnen ze daardoor het recht op toeslagen verliezen. Veel gepensioneerden profiteren van een verhoging van de ouderenkorting met 145 euro per jaar. Vervroegd gepensioneerden profiteren daar niet van. Bij deze groep ziet het Nibud dan koopkrachtdalingen tot -3,5%.
- Mensen met zorgkostenVoor de ouderenbonden en Ieder(in) becijferde het Nibud dat mensen met zorgkosten ook in 2016 met een koopkrachtdaling rekening moeten houden. Sinds dit jaar zijn gemeenten voor een groot deel verantwoordelijk voor de (financiële) ondersteuning van mensen met een zorgvraag. Het schetsen van een algemeen, landelijk beeld is daardoor lastig. 'Wel is het zo dat er veel huishoudens zijn die van hun gemeenten meer zelf moeten betalen voor de zorg. De koopkrachtdalingen voor deze huishoudens zijn dan ook fors,' zo valt te lezen op de site van het instituut.
Vooral tweeverdieners met kinderen krijgen flink meer te besteden, namelijk zo'n vijftig tot honderd euro per maand. Volgens het Nibud profiteren zij onder andere van een verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en het kindgebonden budget. Stellen met kroost in de kinderopvang ontvangen bovendien 5% meer kinderopvangtoeslag. Dus als de rekening hiervoor maandelijks 500 euro bedraagt, krijgen ze in 2016 25 euro extra vergoed.
Doordat de aanvullende pensioenen niet stijgen, profiteren gepensioneerden minder van de belastingverlaging dan werkenden. Wie een aanvullend pensioen heeft dan 2000 euro gaat er zelfs op achteruit. Deze mensen moeten meer betalen aan de inkomensafhankelijke zorgpremie en hun aanvullend pensioen wordt niet geïndexeerd.
Wat is koopkracht?
Koopkracht geeft aan hoeveel geld iemand kan besteden aan goederen en diensten. Hoe hoger deze is, des te meer mensen kunnen kopen. De koopkracht is onder andere afhankelijk van inkomen, belastingen en inflatie. Gaan bijvoorbeeld de inkomens omhoog? Dan neemt de koopkracht toe, want mensen kunnen meer kopen. Stijgen de belastingen? Dan wordt de koopkracht lager.
Koopkrachtcijfers gaan over zogeheten standaardhuishoudens, zoals alleenstaande ouders of tweeverdieners. Je koopkracht kan dus afwijken van het gemiddelde.
Bron: Nibud / NOS