Wat betekent het prijsplafond voor de 500.000 huishoudens met stadswarmte?

22-09-23-stadswarmte-warmtenet-prijsplafond-energieprijs-gas-89627441_s.jpg

Het plan voor een energieprijsplafond zegt nog niets over een half miljoen Nederlandse huishoudens met stadswarmte, schrijft de Telegraaf. Zij zitten dus in onzekerheid over toekomstige prijzen totdat het prijsplafond ook voor hen is uitgewerkt, wat nog weken zal duren. 

Als je stadswarmte hebt, dan staat je tarief vast per kalenderjaar. Dat betekent dat je over drie maanden een nieuw tarief krijgt voor 2023, en dat boezemt je misschien wel angst in. De tarieven voor stadswarmte stijgen en dalen namelijk met de gasprijs (dat is wettelijk bepaald), dus als die hoog blijft, betaal je volgend jaar misschien wel de hoofdprijs. 

Tarieven voor stadswarmte volgen gasprijs

Maar als de wet voorschrijft dat stadswarmtetarieven de gasprijs volgen, en als de gasprijs voor huishoudens aan banden wordt gelegd met een prijsplafond, dan zal dat toch ook wel gelden voor huishoudens met stadswarmte? De Telegraaf legt deze vraag voor aan de instantie die maximumtarieven voor stadswarmte bepaalt, de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Die reageert: ‘Dat kunnen we echt nog niet stellen. Energieleveranciers krijgen straks een vergoeding voor het verschil tussen het prijsplafond en de marktprijzen. Warmteproducenten moeten die warmte ook deels inkopen. Er is nu nog niets bekend over compensatie, dus wij kunnen nog niet stellen dat zij ook die korting die gasverbruikers krijgen moeten doorberekenen.’ 

Minister wil ‘iets regelen’ voor mensen met stadswarmte

De ACM heeft het kabinet opgeroepen om hier snel een beslissing over te nemen. Radar vraagt aan een woordvoerder van minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) waar huishoudens met stadswarmte op kunnen rekenen. Jetten wil ‘iets regelen voor mensen met stadswarmte zodat zij ook onder het prijsplafond vallen’, laat de woordvoerder weten. Maar hoe de regeling eruit zal zien en wanneer die wordt gepresenteerd zijn nog onzekerheden. ‘Dat zou een kwestie van een aantal weken moeten zijn,’ zegt de woordvoerder. 

Bron: Telegraaf