Week Tegen Pesten van start

week-tegen-pesten-cyberpesten-180917.jpg

Online pesten staat vanaf maandag centraal tijdens de landelijke Week Tegen Pesten. De aandacht gaat speciaal uit naar de samenwerking tussen school, leerlingen en ouders bij de aanpak van (online) pesten. Demissionair staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker opent de week maandag op het St. Nicolaaslyceum te Amsterdam.

Voorheen werd de Week Tegen Pesten in februari gehouden, maar enkele jaren geleden werd het evenement verplaatst naar september. 'Het begin van het schooljaar is hét moment om te werken aan een gezellige en veilige groep. De Week Tegen Pesten helpt je daarbij', zegt de organiserende stichting School & Veiligheid.

De stichting lanceert deze week nieuwe 'tools' om pesten aan te pakken. Het zijn hulpmiddelen en lesmaterialen om bijvoorbeeld met leerlingen afspraken te maken over online gedrag. Of om ouders te informeren en te betrekken bij het online gedrag van hun kinderen.

Stalken, bedreigen en chantage

De meest voorkomende vorm van online pesten bij 15- tot 18-jarigen is laster. Het gaat dan bijvoorbeeld om het plaatsen van kwetsende teksten op internetfora of profielsites, of het verspreiden van foto's, films of roddels via het internet. Ruim 4 procent van de jongeren werd hiermee naar eigen zeggen geconfronteerd, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarna volgen stalken, bedreiging met geweld, en chantage.

Ruim 12 procent van de 15- tot 18-jarige meisjes wordt weleens gepest op internet, bijna twee keer zoveel als jongens van die leeftijd. Jongeren worden sowieso meer gepest dan ouderen. Van de 15- tot 18-jarigen had 9 procent in 2016 ermee te maken.

In bijna 50 procent van de gevallen vindt het cyberpesten plaats tussen leerlingen van eenzelfde school. Bijna 70 procent van de slachtoffers geeft aan offline en online door eenzelfde persoon te worden gepest.

Het totale aantal mensen dat online wordt gepest is de afgelopen jaren niet veranderd. Vorig jaar gaf 3 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder aan weleens online gepest te zijn. Omgerekend gaat het om ruim 400.000 personen, meldt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor.

Weinig jongeren doen melding van pesten

De jongeren doen niet vaak melding van het pestgedrag waarvan ze slachtoffer zijn geworden. Minder dan een op de zeven online gepeste jongeren van 15 tot 18 jaar stapte naar de politie of een andere instantie. Slachtoffers van 25 jaar of ouder melden dit vaker dan jongeren.

Scholen zijn sinds 2015 bij wet verplicht om op effectieve wijze pesten tegen te gaan. Ze moeten daarvoor een aanspreekpunt hebben, voor zowel leerlingen als ouders.

Online pesten gebeurt meestal anoniem. Dat maakt het laagdrempeliger om te pesten en lastiger om te achterhalen wie de pester is, aldus School & Veiligheid.

Persoonlijk pesten

Zowel in 2014 als in 2016 gaven leerlingen aan dat het pesten voornamelijk persoonlijk gebeurt. In het basisonderwijs komt persoonlijk pesten (67,4 procent in 2016) meer voor dan in het voortgezet onderwijs (45 procent). Pesten via briefjes, telefoongesprekken of sociale media komt veel minder voor.

Slachtoffers van pesten denken vaker aan zelfmoord dan hun leeftijdsgenoten. De relatie tussen pesten en suïcidale gedachten is sterker in geval van cyberpesten, dat wil zeggen pesten via internet of de mobiele telefoon.

Denk jij aan zelfmoord? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl of 0900-0113.

Pesten is na seksualiteit het onderwerp waarover kinderen het vaakst contact zoeken met De Kindertelefoon. In 2015 werden in totaal 25.564 telefoon- en chatgesprekken over dit onderwerp gehouden.

Bron: ANP / Stichting School & Veiligheid / CBS