Welke digitale huishoudboekjes zijn er?
Grip op je uitgaven en inkomsten: dat kan via een digitaal huishoudboekje. Inmiddels zijn zeventien bedrijven (zogenoemde rekeninginformatieservices) in Nederland actief, maar na anderhalf jaar loopt het nog niet storm.
Door de invoering van PSD2 (Payment Services Directive 2) begin 2019 kunnen consumenten nieuwe online betaal- en rekeningdiensten gebruiken.
Er zijn twee smaken:
- Betaalinitiatieservices: aanbieders kunnen een saldocheck uitvoeren; heb je voldoende geld op je rekening staan om een product te bestellen? En ze kunnen ook onlinebetalingen verrichten namens de rekeninghouder. Een soort iDEAL, maar dan via een fintechbedrijf.
- Rekeninginformatieservices: aanbieders kunnen bankafschriften downloaden en die importeren in een digitaal kasboekje. Ze kunnen geen betalingen uitvoeren. Daar is een aparte vergunning voor nodig.
17 nieuwe aanbieders
Zeventien bedrijven hebben inmiddels van De Nederlandsche Bank (DNB) een vergunning gekregen voor het opvragen van rekeninginformatie. Op de site van DNB staat meer informatie over PSD2 en wat dit voor jou betekent.
Deze aanbieders kunnen - mits de consument vooraf toestemming geeft - bijvoorbeeld al je rekeningen bij verschillende banken in één financieel overzicht laten zien. En je kunt in zo'n digitaal huishoudboekje zien waar je geld naartoe gaat en waarop je wellicht kunt bezuinigen. Zes apps mogen ook opdrachten geven voor betalingen – daar is een aparte vergunning voor nodig.
Een groot aantal huishoudboekjes is gratis en sommige aanbieders hebben een betaalde versie. De betaalde versies hebben vaak meer opties dan de gratis boekjes zoals eigen subcategorieën toevoegen, begrotingen of rapportages maken.
Ook banken bieden online huishoudboekjes aan
Naast deze 17 aanbieders bieden ook de banken ABN AMRO, ASN Bank, Knab, Rabobank en SNS voor hun eigen klanten een digitaal huishoudboekje aan. Zij hadden als huisbank al inzage in je betaalgegevens. ING stopte in 2014 met het eigen digitale huishoudboekje Tim vanwege gebrek aan belangstelling.
ING heeft nog geen plannen voor een nieuw digitaal kasboek in Nederland. In het buitenland experimenteert de bank met de app Yolt.
Volgens de Consumentenbond verdienen de aanbieders van digitale huishoudboekjes aan de verkoop van betaalde versies van de huishoudboekjes, en aan advertenties en links naar andere websites. De meeste huishoudboekjes benaderen klanten niet actief met aanbiedingen via e-mail of sms. De site Wijzer in Geldzaken maakte een stappenplan en zette de kosten en functionaliteit per huishoudboekje op een rij.
Daarnaast hebben ze ook uitgezocht of je zo'n huishoudboekje kunt raadplegen via app, pc/laptop, offline en online. Hier een overzicht van de digitale huishoudboekjes die nu op de markt zijn:
- ABN AMRO Grip
- ASN Bank Kasboek
- BankingTools
- BankTrans
- Cashflow Online
- Davilex Cash Personal
- Dyme
- Het Huishoudboekje
- Huishoudkist
- Just Money
- Kasboek.nl
- Knab
- MijnGeldzaken.nl
- Money Pro
- MoneyWiz
- Naanab Finance
- Penningmeester
- Simpel Huishoudboekje
- SNS Online Huishoudboekje
- Spendee
- Voucheralarm.com
- Waar is mijn geld (Rabobank)
- Winbank
- Woonbegroting
Gevoelige informatie
Het is belangrijk dat deze bedrijven voorzichtig omspringen met je privacy, want financiële persoonsgegevens zijn gevoelige informatie. Je kunt door iemands betalingen te bestuderen bijvoorbeeld zien of iemand lid is van een vakbond of kerk, en waar die zijn boodschappen doet. De consument moet uitdrukkelijk toestemming geven aan de nieuwe aanbieders, voordat ze inzage hebben in jouw banksaldo, betaalgegevens en rekeningafschriften. DNB en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houden toezicht.
Loopt niet storm
Het voordeel van zo'n digitaal huishoudboekje dat je als gebruiker niet meer handmatig alle transacties hoeft in te voeren. De software laadt al je banktransacties automatisch in en je kunt per categorie zien waar je je geld aan uitgeeft. Toch loopt het nog niet storm. Nederlanders zijn niet scheutig met het geven van toestemming aan fintech bedrijven blijkt uit een Engelstalig onderzoek van DNB onder ruim 2600 consumenten.
Hieruit blijkt dat:
- De meeste consumenten willen hun betaaldata niet delen. 46 procent weet zeker geen betaaldata te willen delen met de belangrijkste eigen bank, 60 procent wil dat niet met andere eigen banken en voor andere partijen liggen de kansen nog veel lager.
- De gemiddelde zelf ingeschatte kans dat de consument binnen 12 maanden wel toestemming geeft om betaaldata te gaan delen is het hoogst met de eigen belangrijkste bank (29%), gevolgd door andere banken waar men al een rekening heeft (14%). Bij andere banken waar de consument geen rekening heeft (4%) of bij niet bancaire partijen zijn de kansen nog veel lager (2%).
- En zelfs in ruil voor korting moet de aanbieding wel heel goed zijn. Een deel van de consumenten kan bijvoorbeeld met een lagere rente voor hun hypotheek of lening verleid worden te kiezen voor een andere bank of bigtech bedrijf. De financiële prikkel die bigtech bedrijven moeten geven om het vertrouwen in de eigen bank te compenseren, is twee- tot driemaal zo hoog als die voor een andere bank. En het verschil op een hypotheek moet al snel een paar tientjes per maand zijn, willen mensen overstappen naar de goedkopere aanbieder. Vertrouwen blijkt vaak toch belangrijker dan een paar euro prijsverschil.
Onderzoek van AP
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is in februari 2020 gestart met een onderzoek naar de nieuwe online rekeningdiensten.
Het doel van het onderzoek is niet om boetes uit te delen, maar de privacywaakhond is wel benieuwd of de nieuwe aanbieders zich aan alle privacyregels houden. Worden er overtredingen geconstateerd, dan kan de AP tot handhaving overgaan. Het zal volgens de woordvoerster nog wel maanden duren voor het onderzoek is afgerond. En tot op heden zijn er geen datalekken gemeld.
Betaaldata geven scherp beeld van iemands privéleven
Katja Mur bestuurslid bij de AP zegt: 'Als iemand in je digitale afschriften kan kijken, kan diegene een scherp beeld van je privéleven vormen. Hij of zij ziet dat jij 's ochtends een kopje koffie pint op het station, 's middags je lunch afrekent in de bedrijfskantine en 's avonds nog boodschappen doet bij de supermarkt om de hoek.'
'Aan je betalingen kun je ook zien van welke geloofsgemeenschap of politieke partij je lid bent. En misschien ook dat je naar het casino gaat, medicijnen bij een apotheek koopt of regelmatig bij de slijterij bent. We vinden het belangrijk dat bedrijven zorgvuldig met die gevoelige gegevens omgaan', zegt Mur.
Zonder toestemming opgeslagen in systemen
Het lastige is dat jij misschien wel toestemming geeft om je data te delen met zo'n digitaal huishoudboekje, maar omdat al je transacties verwerkt worden, kunnen daar ook betalingen tussen zitten van vrienden of familie die hun gegevens niet willen delen. Over deze bijvangst zegt Mur: 'Het gaat ook om de persoonsgegevens van degene van wie je bijvoorbeeld je tweedehands auto koop. En om die vriend die zijn deel van de rekening naar je overmaakt na een drankje in de stad. Dus ook als je niet zelf toestemming hebt gegeven voor het delen van je betaalgegevens, komen ze in sommige gevallen wel in de systemen van andere bedrijven dan de bank.'
Data is goud waard
Daarnaast kun jij misschien toestemming geven aan een kleine sympathieke startup, maar je weet niet of deze club ooit opgeslokt wordt door grote commerciële technologiereuzen als Amazon, Alibaba, Facebook of Google die ook stappen zetten op de financiële markt. Deze vier bigtechs hebben al Europese vergunningen als betaal- en elektronisch geldinstelling en mogen (net als overigens de andere partijen die een PSD2-vergunning hebben verkregen in een ander EU-land) via hun Europese financiële paspoort betaaldiensten aanbieden in de hele EU. En door een overname liggen je betaalgegevens ineens daar.
Bedrijven kunnen interessante profielen maken als ze via sociale media privézaken kunnen koppelen aan je inkomen en uitgavenpatroon. Deze data is goud waard voor marketingafdelingen. En als je eenmaal je data gedeeld hebt, probeer dan deze gegevens nog maar eens terug te krijgen of te laten wissen, ondanks dat actieve verwijdering en het recht op vergetelheid bestaat.