Woekerpolis: gaat uw verzekeraar uw schade beperken?
TROS Radar deed eind 2010 een oproep aan de verzekeraars: beperk de schade van de woekerpolis-affaire voor de consument en kom met een aantal concrete acties.
Een paar weken later was ASR eerste die met concrete toezeggingen over de brug kwam.(lees ook: Meer informatie over de toezeggingen van ASR)
Radar plaatste een voorbeeldbrief op de website en liet consumenten essentiële vragen stellen waardoor ze zelf een beter inzicht kunnen krijgen in hun polis en in de punten waar ze enige verbetering kunnen aanbrengen. Ook kunnen consumenten op basis van die vragen een betere beslissing nemen over waar ze heen willen in de toekomst.
De rest kan niet achterblijven en Radar heeft een rondgang gemaakt langs vier grote verzekeraars: Aegon, Delta Lloyd, Nationale Nederlanden en Reaal. Nemen deze verzekeraars hun verantwoordelijkheid en gaan ze actief de schade die de toekomst optreedt beperken?
De inzet is als volgt:
- Actief producten aanbieden met een lage kostenstructuur van rond de 1%
- Afschaffen van de oversluit- en afkoopkosten die klanten gevangen houden in hun woekerpolis
- Klanten bewust maken van de gevaren van de overlijdensrisicoverzekering en de mogelijkheid bieden om kosteloos over te stappen naar een beter product.
- Behoud van de rechten om naar de rechter te stappen.
De gehele interviews met de verzekeraars zijn hieronder te bekijken.
Bekijk het interview met Aegon
Bekijk het interview met Delta Lloyd
Bekijk het interview met Nationale Nederlanden
Bekijk het interview met Reaal
Achmea wilde niet voor camera reageren, lees hier de schriftelijke reactie.
Hieronder volgt een korte beschrijving van het antwoord van de verzekeraars op deze punten. Klik voor een schema met de antwoorden. Actief nieuwe producten aanbieden:
Alle verzekeraars zeggen dat klanten bij hun adviseur om advies moeten vragenboek nieuwe en goedkopere producten.Delta Lloyd laat het initiatief tot deze gesprekken bij de klant, zij zullen in een brief wel wijzen op mogelijkheden tot een gesprek en zullen melding maken van moderne en goedkopere producten.Reaal gaat een klein stapje verder en zal mensen uitnodigen tot een gesprek met een adviseur. In dat gesprek zullen wijzigingen die de schade in de toekomst gaan beperken worden besproken.Nationale Nederlanden verwijst ook naar een adviseur, al is de verzekeraar nog niet geheel helder over welke vorm dit krijgt. Nationale Nederlanden zal informatiebijeenkomsten gaan organiseren in het land en zal op de website verwijzen naar een tool waarmee consumenten zelf kunnen bepalen of een overstap naar een modern product wenselijk is.
Ook Aegon komt met een dergelijke tool. Ook verwijst Aegon mensen naar een adviseur om de mogelijkheden te bespreken. De maatschappij maar zal ook “agressieverµ gaan communiceren over de mogelijkheden die er zijn en zal duidelijker over de garantiebedragen van garantiepolissen te communiceren.Adviseurs
Veel verzekeraars verwijzen hun klanten naar een adviesgesprek met de adviseur. Ook ASR doet dat bij hun aanbod. ASR gaat de adviseurs 125 euro betalen per gesprek. Daarnaast krijgt de adviseur een vergoeding van ¤ 125 als de consument een nieuw ASR product afsluit.
Daarnaast speelt er echter nog een financieel element bij deze adviesgesprekken. Een adviseur heeft namelijk vaak aan het begin, toen een polis werd afgesloten, een hoog bedrag aan provisie ontvangen van de verzekeraar. Als de polis voortijdig wordt gestopt, omdat iemand overstapt of afkoopt, dan moet de adviseur deze teveel betaalde provisie terugbetalen. Dat kan oplopen tot duizenden euro’s. Sluit de klant echter een nieuw ASR-product af, dan hoeft dit bedrag niet te worden terugbetaald.
De adviseur heeft er dus groot belang bij om de klant niet naar een andere verzekeraar te sturen. Het is dus de vraag hoe onafhankelijk dit adviesgesprek zal zijn.
Mensen kunnen natuurlijk naar een andere adviseur stappen om ervoor te zorgen dat het advies onafhankelijk blijft. Deze nieuwe adviseur heeft namelijk geen afsluitprovisie ontvangen en hoeft dus niets terug te betalen als u overstapt.
Nou is het echter wel zo dat een adviseur die zijn werk goed en zorgvuldig doet volgens de wet een heel dossier aan moet leggen voordat hij de klant goed kan adviseren. Dat kan veel tijd kosten en gaat dus ook financieel in de papieren lopen.
Het is goed om te beseffen dat consumenten altijd betalen voor financieel advies. Dat kan direct aan de adviseur zijn of via de verzekeraar. In dat laatste geval betaalt de verzekeraar de adviseur via provisie en betaalt de consument dit bedrag later weer terug aan de verzekeraar via de premie. Op deze manier betaalt de consument dus onzichtbaar voor het advies.
Als u in gesprek gaat met uw adviseur is het goed om een aantal punten af te spreken, bijvoorbeeld over hoe er voor het advies betaald wordt.
Klik voor een checklist met punten die u in ieder geval aan uw adviseur voor moet leggen. Afkoopkosten:Delta Lloyd zal geen afkoopkosten in rekening brengen als mensen hun polis willen oversluiten of af willen kopen.
Ook Nationale Nederlanden zal geen afkoop- of oversluitkosten in rekening brengen.Reaal rekent geen kosten voor mensen die binnen Reaal naar een ander product gaan. Mensen die willen stoppen met hun polis of overstappen naar een andere verzekeraar zullen maximaal ¤100 aan administratiekosten betalen.Aegon rekent voor 75% van de polishouders geen afkoopkosten, deze mensen hebben de benodigde kosten namelijk al aan het begin van de polis betaald. De overige 25% van de polishouders zal wel afkoopkosten moeten betalen.
De gevaren van de overlijdensrisicodekking (ORV)
Radar heeft er al meerdere malen op gewezen. In een beleggingsverzekering zit vaak een overlijdensrisicodekking. Het gaat dan om een 2 in 1 product waarbij er niet alleen kapitaal wordt opgebouwd er wordt ook premie betaald voor een verzekering die uitkeert als de polishouder komt te overlijden.
Deze premie kan behoorlijk oplopen. Er zijn verzekeringen waarbij de premie stijgt naarmate u ouder wordt. Radar laat nogmaals zien dat deze premie zelfs boven de maandelijkse inleg uit kan komen. In dat geval wordt de overige premie uit de beleggingspot gehaald. De maandelijkse inleg dient dan dus niet meer voor kapitaalopbouw.
Er zijn ook polissen waarbij de premie voor de ORV altijd uit de beleggingspot wordt gehaald. Bij dit soort polissen kan het zogenaamde hefboom/inteereffect optreden. Dit betekent dat als het slecht gaat op de beurs de premie voor de ORV stijgt. Deze premie kan zo ver oplopen dat het kapitaal nog verder slinkt.
Radar vindt het de verantwoordelijkheid van de verzekeraars om consumenten te wijzen op deze risico’s van de ORV. Vaak zijn mensen namelijk bij het afsluiten van het product niet goed voorgelicht over deze risico’s. Daarnaast is het erg ingewikkeld en weten de verzekeraars vaak veel beter waar deze risico’s zitten en hoe zij mensen kunnen helpen om de nadelige effecten van de ORV op te heffen.
Voor meer informatie over de ORV kunt u de uitzending van 17-05-2010 bekijken.
Alle vier verzekeraars hebben toegezegd om hun klanten actief te gaan wijzen op deze risico’s en hun klanten de mogelijkheid te bieden om, als daar juridische mogelijkheden voor zijn, kosteloos over te stappen naar een alternatief of hun ORV-dekking uit de polis te halen of op 0 te laten zetten.
Behoud van rechten
Ook hebben alle vier de verzekeraars toegezegd dat hun klanten altijd het recht behouden om over de schade van het verleden te procederen. Als u dit overweegt, win dan eerst juridisch advies in voordat u overstapt of uw polis opzegt. Het kan namelijk zijn dat procederen alleen effectief is als uw product nog bestaat.
Garantiepolissen
Delta Lloyd en Aegon zeggen veel polissen in hun portefeuille te hebben waarbij de consument een zekere garantie heeft. Het gaat dan om polissen waarbij de consument altijd een gegarandeerd eindkapitaal behaalt. Dit kan nuttig zijn, bijvoorbeeld als de inleg gegarandeerd wordt terugbetaald aan de consument. Je hebt dan namelijk de garantie dat je nooit meer verliest dan je inlegt.
Er zijn echter ook gevallen waarbij een garantieproduct betekent dat er een bepaalde bodem is aan het verlies van consumenten. Zo is er bij Radar het volgende voorbeeld bekend van een polis bij Aegon:
Meneer en mevrouw leggen, volgens de polis, in totaal 63.493 euro in.
Aegon liet weten dat hiervan maar 25.400 euro wordt belegd. De rest gaat op aan premies voor de ORV.
Op deze beleggingen zit een gegarandeerd netto rendement van 1,02% waardoor dit echtpaar uiteindelijk op een garantie van ¤ 33.006 uitkomt na 24 jaar.
In dit geval betekent de garantie dus een bodem aan het verlies. Dit echtpaar kan maximaal zo'n 30.000 euro verliezen. Dat heeft dus alleen waarde als het slecht gaat op de beurs.
Daarnaast is het goed om te weten dat garanties niet gratis zijn. De kosten voor garantieproducten liggen altijd hoger.