Checklist: dit moet je allemaal regelen als je op kamers gaat

1. Controleer je huurcontract

Vóór je gaat verhuizen en het huurcontract van je kamer tekent, is het verstandig om dit contract even goed door te nemen. Hierin staat bijvoorbeeld de begindatum van je contract, de regels in het huis, de datum en manier van betalen, de hoogte van de kale huur en servicekosten en de datum van eventuele jaarlijkse huurverhoging. 

Er zijn een aantal dingen waar je extra goed op moet letten, omdat ze vaak mis gaan:

• Vraagt jouw verhuurder sleutelgeld (een bijdrage om de sleutel van je nieuwe woning beschikbaar te stellen)? Dat mag niet.
• Is de borg te hoog? De borg mag maximaal twee maanden kale huur zijn. Je verhuurder mag dus niet meer dan dat bedrag vragen. 
• Is het duidelijk waarvoor je servicekosten betaalt? Servicekosten zijn vaak kosten voor gas, water, licht, internet en bijvoorbeeld een wasruimte. Maar dit moet wel uitgesplitst zijn in je huurcontract. Het moet duidelijk zijn waar je dit bedrag voor betaalt. 

Je hoeft dit gelukkig niet allemaal zelf te controleren. Er zijn verschillende instanties die je hierbij kunnen helpen. Maaike Krom, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) tipt als eerste de Housing Hotline van de LSVb zelf waar je vragen kunt stellen over huisvesting, huurbazen en huurrecht.  

Je kunt daarnaast terecht bij lokale vakbonden, de Huurcommissie of de Woonbond. De Huurcommissie heeft bijvoorbeeld een huurprijscheck waarmee je kunt controleren of je te veel huur betaalt voor je kamer en de Woonbond heeft een tool waarmee je kunt checken of je contract klopt. 

“Het is voor studenten ook heel fijn als ze weten waar hun lokale huurteam zit”, vertelt Krom verder. “Zij helpen in conflicten tussen huurder en verhuurder.” 

2. Vraag studiefinanciering en een studentenreisproduct aan

Via DUO kun je studiefinanciering aanvragen. Dit bestaat uit vijf onderdelen:

• De basisbeurs: deze is hoger als je op kamers woont dan wanneer je nog thuis woont. Een thuiswonende mbo-student krijgt bijvoorbeeld 103,78 euro per maand, terwijl een uitwonende mbo-student 338,68 euro krijgt. “Geef daarom meteen je nieuwe adres door bij DUO als je op kamers gaat”, tipt Krom van de LSVb. Dit wordt vaak vergeten en kan je flink wat euro’s schelen. 
• Een aanvullende beurs: als de draagkracht van je ouders lager is, kun je een aanvullende beurs krijgen. Hoeveel je krijgt hangt af van hun inkomen, hun eventuele studieschuld en hoeveel studerende broers of zussen je hebt. 
• Een rentedragende lening: als student kun je ook geld lenen van DUO. Zolang je studeert, geldt elk jaar een ander rentepercentage. Zodra je klaar bent met studeren, wordt dit percentage voor vijf jaar vastgezet. 
• Collegegeldkrediet: hbo- en wo-studenten kunnen daarnaast een collegegeldkrediet aanvragen om hun collegegeld te betalen. 
• Studentenreisproduct: als student kun je gratis reizen met het openbaar vervoer. Je kunt kiezen tussen een week- of weekendabonnement en mag twee keer per jaar wisselen. Je moet dit studentenreisproduct los aanvragen en zelf op een persoonlijke ov-kaart zetten. 

3. Schrijf je in bij je gemeente en geef je nieuwe adres door

Als je uit huis gaat, moet je je nieuwe adres doorgeven aan de gemeente waar je gaat wonen. Doe dit uiterlijk vijf dagen nadat je bent verhuisd. Vaak kan het ook al een paar weken van tevoren. Op de website van je (nieuwe) gemeente kun je zien hoe en wanneer je je kunt inschrijven. 

Geef je nieuwe adres ook door aan andere instanties zoals de universiteit of school waar je studeert, je bank, je verzekeringsmaatschappij en je eventuele bijbaantje. Doe dit verder bij alle plekken waar je een abonnement hebt, zoals een tijdschrift- of een contactlensabonnement. 

4. Regel je zorg in je nieuwe woonplaats

Schrijf je in bij een huisarts, apotheek en tandarts in je nieuwe woonplaats. Het is in Nederland niet verplicht om je zorg in de buurt te hebben, maar de meeste huisartsen hanteren wel een maximale afstand of reistijd tussen jouw woning en hun praktijk. Ze moeten je namelijk snel kunnen bereiken met spoed of een huisbezoek. 

En voor jezelf is het ook fijner om niet voor elk dokters- of tandartsbezoek uren in de trein te moeten zitten. 

5. Vraag toeslagen aan

Als student is de kans groot dat je recht hebt op zorgtoeslag. Hiervoor moet je minimaal 18 jaar zijn, een Nederlandse zorgverzekering hebben en niet te veel geld verdienen. Op de website van de Belastingdienst kun je berekenen hoeveel toeslag je kunt krijgen. Vervolgens kun je via Mijn toeslagen je zorgtoeslag aanvragen. 

Sommige studenten kunnen ook huurtoeslag aanvragen, maar een heel groot deel kan daar geen gebruik van maken. Huurtoeslag geldt namelijk niet voor onzelfstandige eenheden. En de meeste kamers vallen daaronder, omdat ze een badkamer, keuken en toilet delen. Heb je een zelfstandige eenheid zoals een studio? Dan is het goed om te controleren of je huurtoeslag kunt krijgen. Ook dit kan via de website van de Belastingdienst. 

Of huurtoeslag krijgt is niet alleen afhankelijk van je woning, je huur en je inkomen, maar ook van je leeftijd. Ben je jonger dan 23 jaar? Dan kun je alleen huurtoeslag aanvragen als je huurprijs onder de 477,20 euro per maand ligt. Voor studenten ouder dan 23 geldt een maximale huurprijs van 900,07 euro per maand. 

6. Koop en verzeker je spullen

Denk goed na wat je allemaal nodig hebt om je nieuwe kamer in te richten en of je deze spullen wilt verzekeren. Veel studentenhuizen delen de wasmachine, stofzuiger en keukenspullen, dus de kans is groot dat je die niet aan hoeft te schaffen. 

We vroegen bij vergelijkingswebsite Pricewise na of het slim is om deze spullen ook te verzekeren. Veel studenten willen hun kamer namelijk zo goedkoop mogelijk inrichten. Dus is een inboedel dan het geld waard? Je leest er alles over in dit artikel: 

7. Denk aan andere verzekeringen

Naast de zorg- en inboedelverzekering zijn er nog andere verzekeringen die je kunt overwegen. Stefan de Gooijer, verzekeringsexpert bij Pricewise tipt de reisverzekering, aansprakelijkheidsverzekering (AVP) en rechtsbijstandsverzekering. 

“Deze verzekeringen dekken risico’s af die je als student niet snel zelf kunt betalen. Denk aan onverwachte schade aan een ander (AVP), schade op reis of een juridisch conflict met je school, werkgever of een andere partij”, legt hij uit. 

“Het voordeel voor studenten bij deze verzekeringen, uitwonend of thuiswonend, is dat ze vaak nog op de dekking van hun ouders staan indien zij deze verzekering(en) hebben afgesloten. Veelal geldt hierbij de voorwaarde dat een student niet ouder dan 27 jaar is. Check dit altijd goed om dubbele dekking (en dus ook betaling) te voorkomen.”

8. Zet je bankrekening om in een studentenrekening

Deze tip is voor alle studenten, niet alleen de studenten die op kamers gaan: zet je bankrekening om in een studentenrekening. Bij veel banken kun je als student namelijk een gratis of goedkopere betaalrekening krijgen.