Dit is waarom jij geen ‘havermelk’ mag kopen
Zoek je een pak ‘havermelk’ in de supermarkt? Dan zul je niets vinden. Dat woord staat op geen enkele verpakking: officieel mag je alleen een pak ‘haverdrink’ kopen. Het is fabrikanten namelijk verboden om zuivelnamen als melk, room en yoghurt te gebruiken voor producten zonder dierlijke melk. Waarom staat dit in de wet? En is het tijd om de wet te veranderen?
'Misleiding' volgens NZO
“Als je een telefoonwinkel binnenstapt en je koopt een doosje waar ‘iPhone’ op staat, dan wil je ook dat er een echte iPhone in zit,” zegt René van Buitenen, plaatsvervangend directeur van de zuivelbranchevereniging NZO.
Hetzelfde geldt voor zuivelnamen op plantaardige producten, vindt hij. “Het zit er niet in, dus dan moet je het ook niet zo noemen. Je kunt wel de suggestie wekken dat het zo is, maar dat is misleiding.”
NZO slaat deuken in pakjes boter
Om die reden begon de NZO dit jaar een juridisch gevecht tegen de namen ‘Droomboter’ en ‘Roombeter’ voor pakjes plantaardig smeervet. Met succes: de fabrikanten gingen op zoek naar een nieuwe naam.
Omdat producenten zulke problemen willen voorkomen, dansen ze om woorden heen. Zo verkoopt Alpro ‘This Is Not M*lk’ in plaats van havermelk, Albert Heijn ‘sojagurt’ in plaats van sojayoghurt, en Jumbo ‘plantaardige topping’ in plaats van kokosslagroom.
Waarom melk ‘uit melkklieren’ moet komen
Sommige productnamen hebben nu eenmaal een strakke definitie in de Nederlandse en Europese wetgeving, legt het ministerie van Volksgezondheid uit. Bepaalde woorden voor zuivel, vlees en drank mogen alleen op het etiket staan van een product dat uit specifieke ingrediënten bestaat.
Melk is bijvoorbeeld altijd “afgescheiden door de melkklier van een of meer koeien, ooien, geiten of buffelkoeien”. Dierlijk, met andere woorden.
Wel vegetarische schnitzels, maar geen havermelk?
Toch is niet elk woord zo scherp omlijnd door de wet. In veel gevallen mogen producenten een naam gebruiken zolang de gemiddelde consument snapt wat die betekent. Daarom mag je bijvoorbeeld wel een ‘vegetarische schnitzel’ verkopen (schnitzel is niet beschermd) maar geen ‘havermelk’.
Vanwaar dit verschil? Waarom wordt de ene naam beter beschermd dan de ander? Het ministerie van Volksgezondheid geeft geen antwoord op deze vraag. Volgens de NZO is zuivel honderd jaar geleden wettelijk gedefinieerd om consumenten te beschermen tegen gesjoemel met melk.
Hoeveel heeft de zuivelloby in de melk te brokkelen?
Maar volgens ProVeg, een stichting die zich inzet voor plantaardig eten, speelt ook de zuivellobby een rol. ProVeg-directeur Pablo Moleman wijst erop dat de EU zuivelnamen in de jaren 80 expliciet beschermde ‘in het belang van producenten’. Dat waren boeren die indertijd met een overschot zaten: boterbergen en melkplassen.
De regels zijn inmiddels overbodig, vindt Moleman. Hij stelt dat de wet wordt gebruikt “om de ene sector te beschermen tegen concurrentie van de andere”. “Het is natuurlijk belangrijk dat er op een verpakking duidelijk staat wat erin zit, maar daarvoor voldoet bestaande wetgeving. Die stelt al dat je consumenten niet mag misleiden.”