Doorlooptijden bij de rechtbank - uitzending 21-09-2009
In een eerdere uitzending van TROS Radar besteedden we aandacht aan de advocatuur. Een vaak gehoorde klacht was dat veel mensen lang moesten wachten op een uitspraak van de rechter.
Er zijn in Nederland ongeveer 2400 rechters, die zich over allerlei uiteenlopende zaken buigen, zoals echtscheidingen, arbeidsconflicten, overtredingen en misdrijven. Mensen of bedrijven die het niet met elkaar eens zijn en een conflict hebben, kunnen naar de rechter stappen. Er worden volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zo'n 1,5 miljoen zaken per jaar behandeld. In deze zaken treedt de rechter op als onafhankelijke buitenstaander.
De uitspraak van de rechter is bindend en beide partijen moeten zich daaraan houden. Als je bij rechtszaken die gaan over vorderingen van meer dan 1750 euro, het niet eens bent met de uitspraak, kan je nog in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Er zijn in Nederland vijf gerechtshoven. Als je ook niet tevreden bent met de uitkomst van het hoger beroep, kan je eventueel nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De rechters bij de Hoge Raad gaan de zaak niet meer inhoudelijk bekijken. Zij beoordelen slechts of de rechters die zich over jouw zaak gebogen hebben, hun werk goed hebben gedaan. Ook kijken ze of de procedures en regels goed zijn gevolgd.
Als je een rechtszaak voert, dan heb je in feite te maken met 3 fases. De eerste fase is de fase waarin de partijen stukken uitwisselen. De tweede fase is de fase tot de zitting, de derde tot de uitspraak. Je hoeft niet altijd persoonlijk bij een zitting of een uitspraak van de rechter te zijn. Je hoeft je ook niet altijd te laten vertegenwoordigen door een advocaat.
De tijd tussen het indienen van de zaak bij de rechtbank en de uitspraak wordt doorlooptijd genoemd. Soms moet je op een uitspraak wachten, omdat de tegenpartij om uitstel vraagt, maar vaak zijn het ook rechters die de uitspraak keer op keer uitstellen.
Rechters hoeven geen reden te geven waarom een zitting of het geven van het vonnis wordt uitgesteld. Ze hebben een bijzondere positie, omdat ze onafhankelijk zijn en voor het leven benoemd worden. Ze kunnen niet worden afgezet of overgeplaatst (alleen in hele extreme gevallen) en zijn geen verantwoording schuldig aan bijvoorbeeld de minister van Justitie.
Maurits Barendrecht, Hoogleraar Privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg, vindt dat rechters meer verantwoording moeten afleggen over hun werk. Ook vindt hij dat rechters klantvriendelijker moeten zijn. De doorlooptijden zullen waarschijnlijk langer worden als er niet snel iets gebeurt en dat heeft niet alleen consequenties voor de mensen die hiermee te maken hebben, maar ook voor de hele maatschappij.
Zo zegt hij: "Procedures duren veel te lang, de maatschappelijke kosten zijn heel erg groot. En dat zie je aan de bouwprojecten die stilliggen in NL en aan de mensen die slachtoffer zijn van een verkeersongeval en jaren op hun inkomensschade moeten wachten, tot aan de burenruzies die niet aan de rechter voorgelegd kunnen worden omdat het te lang duurt".
Maurits Barendrecht heeft een aantal oplossingen waardoor de doorlooptijden verkort zouden kunnen worden. Zo pleit hij voor simpeler procedures met gespecialiseerde rechters, voor het publiek maken van de doorlooptijden per individuele rechter (zoals dat in de VS gebruikelijk is) en voor het meer verantwoording afleggen aan de burger over de doorlooptijden en over de kwaliteit van de rechtspraak. Daarnaast pleit hij voor duidelijke termijnen die door de rechter worden vastgesteld en waarbinnen alle partijen moeten handelen.
Een ander aandachtspunt is dat mensen die te maken hebben met lange doorlooptijden bij de rechtbank geen mogelijkheid hebben om hun beklag te doen over de lange procedure. De enige mogelijkheid is klagen bij de rechtbank zelf, maar dat durven veel mensen – en hun advocaat - niet omdat ze bang zijn dat de rechter dan in hun nadeel zal oordelen.
Je kan een kort geding starten om de rechter tot spoed te manen, maar ook dit kost tijd en geld. In extreme gevallen kan je terecht bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heb je recht op berechting binnen een redelijke termijn en moet er een nationaal rechtsmiddel zijn waar je kan klagen als er sprake is van een onredelijke termijn. Dat is er in Nederland nog niet.
Volgens de Raad voor de Rechtspraak, het aanspreekpunt in deze en de schakel tussen de rechtelijke macht en het Ministerie van Justitie, wordt er gewerkt aan dit nationale rechtsmiddel. Het ministerie is bezig met wetgeving "die voorziet in een middel om te bewerkstelligen dat de wettelijke termijnoverschrijding geregeld wordt". Concreet betekent dit dat als er sprake is van een onredelijke termijn, je een schadevergoeding kan eisen. In 2010 zou deze wetgeving er moeten zijn. Het gaat dan voorlopig om bestuursrecht.
Verder heeft de Raad voor de Rechtspraak 36 termijnen vastgesteld van verschillende rechtsvormen. De Raad gaat erop toezien dat deze termijnen niet overschreden worden. Het doel is dat in 2010 met deze termijnen gewerkt gaat worden.
Tot die tijd adviseert het ministerie en de Raad voor de Rechtspraak mensen met klachten aan om deze in te dienen bij de rechtbank waar hun zaak dient. Op de site www.rechtspraak.nl vindt u meer informatie.